woensdag 29 maart 2017

SEKSUELE VOORLICHTING

Soms krijg ik een leuk verhaal te horen, waarvan ik denk dat het de moeite waard is om door te geven.

Het is een jonge zorgvrager en hij is smoorverliefd. Hoe mooi is dat. Hij loopt niet, nee hij zweeft door de gang. Met een opgewonden stemmetje roept hij steeds haar naam. Als ze op bezoek komt dan loopt hij de hele tijd onrustig heen en weer. Wat kan dat toch lang duren.

De verliefdheid is wederzijds. Als jonge lammetjes drentelen ze over straat. Hand in hand en bij elke stoppauze geven ze kusjes. Ze stralen en zijn heel gelukkig.

Samen met de ouders wordt die verliefdheid besproken. Dan hebben we het natuurlijk over de bloemetjes en bijtjes. De ouders geven aan dat zij graag willen dat de begeleiding voorlichting geeft. Want zoals ze aangeven is het niet wenselijk dat er een zwangerschap komt.

Er zijn diverse varianten van voorlichting. Samen met de ouders wordt er gekozen om het letterlijk voor te doen. Als de twee geliefden op kantoor komen bij de begeleiders, volgt er een gesprek.
Er is gekozen voor de condoomvoorlichting. De begeleider verteld hoe het allemaal in zijn werk gaat. Na een tijdje merkt hij dat niet alles begrepen wordt.

Hij pakt een bezemsteel om als voorbeeld te laten zien hoe je een condoom omdoet. Geïnteresseerd kijken ze toe. Om het nog duidelijker te maken laat de begeleider hen zelf het werk doen met de condoom en de bezemsteel. Ze begrijpen het helemaal en krijgen een paar verpakkingen condooms mee naar hun kamer.

Een aantal weken later stapt een begeleider de kamer binnen van de zorgvrager.  Zowel hij als zijn vriendin stralen en zitten te giebelen. De begeleider vraagt wat er aan de hand is. "We hebben hét gedaan" is het antwoord.

De begeleider is onmiddellijk alert, "Maar jullie hebben het toch wel veilig gedaan?" vraagt hij.
"Ja hoor" zegt de zorgvrager "Kijk maar daar staat de bezemsteel met condoom"............

zondag 26 maart 2017

OP TRANSPORT DEEL 3

We rijden naar de volgende klant. Het is weer een dagje rijden. Diverse klanten zitten op hun spullen te wachten. Deze keer hoef ik niet met de kraan te lossen. Overal waar we komen is een kraan aanwezig.

Dat zijn hele andere kranen, dan die op onze wagen zit. Dat zijn van die kranen, waar ik al buikpijn krijg als ik maar denk dat ik daarin zou moeten zitten. Hoog in de kraan is de cabine. Ik moet er niet aan denken.

Voor onze zorgvragers is het leuk. Want die kraan staat in een andere straat. Hij kan zomaar bij ons op de wagen met een lus de delen pakken. En dan zie je zo het pakje kleiner worden. Hij tilt het over de daken heen, om het weer in een andere straat het naar beneden te laten gaan. Het is zo groot....

Met de vorige rit nog in mijn achterhoofd, besluit ik deze keer de sleutels er maar uit te halen. Ik moet er niet aan denken als hij zomaar weg zou rijden. Onze kraan hebben we niet nodig, dus is het geen probleem.

Onze zorgvrager wil niets liever dan binnen blijven. Want zo geweldig is het weer niet. Via het raam aan de achterkant houdt hij mij in de gaten. Ik help mee om de platen op zijn plek te krijgen en vervolgens loop ik naar de opzichter om een handtekening te krijgen voor de levering.

Ik loop weer langzaam naar onze wagen. Dan hoor ik ineens dat de motor gestart wordt. Ik kijk in mijn hand. Ik heb toch werkelijk de autosleutels in mijn hand. Hoe kan het nou dat de motor draait.

Ik loop naar de deur en doe die open. Hele vrolijke ogen kijken me dan aan. "Goed hé?" zegt hij. Ik ben verbaast en vraag wat hij heeft gedaan, terwijl ik snel achter het stuur kruip.
"Weet je niet hoe dat gaat?" vraagt hij.
"Hoe kan jij nou de auto starten, zonder sleutel?" vraag ik.

"O, dat leer je van Bassie en Adriaan, die doen dat ook in de film ! " .........."En het werkt"..........



woensdag 22 maart 2017

OP TRANSPORT DEEL 2

We rijden weer, onderweg naar een klant. Het zijn bouwelementen bestemd voor een wijk in de buurt van Nijmegen, in Lent. Het staat op de wagen en moet gelost worden met onze kraan. Die bevindt zich achter op de bak.

Onze zorgvrager heeft er zin in. Het is leuk om onderweg spelletjes te doen. Zo kan hij aan de achterlampen van een auto zien om welk merk het gaat. Van een flinke afstand roept hij de merken, hoeveel pk ze hebben en zo nog enkele details. Ik sta er versteld van. Want ik kan het pas zien als we dichterbij zijn en het merk zie, of het teken.

Hij is er trots op. Want iedere keer als we dan de auto inhalen, wil hij gelijk krijgen en geef ik een complimentje. Dat stimuleert weer voor de volgende auto die we naderen.

We komen op de bouw. Het is er zanderig, want de bestrating ligt er nog niet. Het zijn halve huizen, waar de daken nog op moeten. Wij hebben onderdelen van die daken, bij ons. Hiermee kunnen ze de goten maken. Klaar op maat en van verf voorzien. Dat kunnen we allemaal maken in onze fabriek, waar de dagbesteding is gevestigd.

Ik verlaat de cabine, verzoek de zorgvrager te blijven zitten en zoek naar de aannemer. Het is nogal modderig, want het heeft onlangs geregend. Er wordt een plek aangewezen waar ik de platen neer mag zetten.

Hiervoor heb ik de kraan nodig, om die te kunnen gebruiken moet de motor blijven draaien. Ik laat de stempels zakken op de grond, voor de stevigheid. Het kraantje gaat uit en ik breng de haak aan de lus van de banden. Langzaam hijs ik het omhoog. Dan draai ik de kraan en laat de platen zakken tot ze de grond bereiken. Klaar. Ik laat de kraan terugschuiven en haal de stempels weer omhoog.

Ik loop naar de voorkant van de vrachtwagen en merk dan pas dat onze zorgvrager de deuren van binnen  op slot heeft gedaan. Hij zit gekke koppen te trekken. Met de vinger op de neus en de tong die plagend uitgestoken wordt. Hij heeft de grootste lol.

Maar de motor loopt. Ik hoop maar dat hij niet gaat rijden. Want hij kan zo gemakkelijk achter het stuur kruipen. Voor ons is gelukkig nog een stuk waar alleen de weg moet komen. Maar je weet nooit. Hij is nog niet van plan om me er in te laten.

Ik loop naar achteren en ga in de zon zitten en stroop mijn mouwen op, alsof ik ga zonnen. Zo blijf ik enkele minuten zitten, zonder hem aandacht te geven. In mijn ooghoek zie ik dat hij nog steeds gekke koppen trekt. Maar doordat hij geen aandacht krijgt, stopt hij ermee.

Na enkele minuten komt hij uit de cabine en loopt naar me toe. "Wat ben jij aan het doen?" vraagt hij. "Zie je dat niet? Ik ben aan het zonnen. Dat gaat nog even duren hoor, dus kom er naast zitten of ga weer in de cabine zitten." Je ziet hem twijfelen "Wanneer gaan we weer rijden?" vraagt hij. "Zodra ik achter het stuur kan gaan zitten."

Hij loopt naar de cabine, gaat weer zitten en ik hoor dat de knopjes van het slot weer omhoog worden gedaan. Hij kijkt in de achterruit of ik er al aan kom. Langzaam kom ik omhoog, loop naar de deur en doe de deur open. Hij zit me vragend aan te kijken. "Zullen we maar gaan?" vraag ik.

"Ja graag." is het antwoord. Oké, de volgende keer moet ik hier iets op verzinnen.............

zondag 19 maart 2017

OP TRANSPORT DEEL 1

We zijn onderweg. Met de kleine vrachtwagen. Om materiaal te brengen naar een klant. Om de beurt mogen de zorgvragers mee. Dat is net een uitje. Door Nederland heen crossen en van alles zien, onderweg. Dat vinden ze allemaal leuk om te doen.

Maar vandaag heeft onze zorgvrager niet zoveel zin. Het was wel beter om mee te gaan dan op de dagbesteding te zitten, was zijn conclusie. Maar veel zin heeft hij niet. Als we aankomen bij de klant, vraag ik hem om in de cabine te blijven zitten.

Ik zoek iemand die kan lossen en begin de sjorbanden los te maken. Er wordt met de heftruck gelost en ik kan beginnen met opruimen. Ik pak de eerste sjorband en begin die netjes op te rollen. Voor ik de tweede wil oprollen is onze zorgvrager uit de cabine gekomen en is op de band gaan staan.

Ik verzoek hem vriendelijk even opzij te gaan, zodat ik het kan oprollen. Maar in plaats daarvan krijg ik boze gezichten en een paar middelvingers. Wat ik ook trek ik krijg de band niet onder zijn voeten vandaan. Inmiddels voel ik de ogen van de werklieden op mijn rug branden. Onze zorgvrager wijkt geen millimeter.

Wie niet sterk is moet slim zijn, zeg ik altijd. Dus ik loop op hem af en probeer nogmaals of hij van de band af wil stappen. Terwijl hij zijn middelvingers weer opsteekt geef ik hem een duw. Hij verliest zijn evenwicht en verstapt daardoor. Ik trek snel de band naar me toe. Gelukkig ik kan verder met het oprollen.

Ondertussen houd ik hem in de gaten. Want dit kan een escalatie worden. Maar ik denk dat de dwingende ogen van de medewerkers daar een stokje voor steken. Hij kijkt de hal in en begint te lachen. ze zwaaien naar hem en hij zwaait terug. Gelukkig haal ik adem. Hij stapt de cabine weer in en heeft de grootste lol. Op naar de volgende klant......

donderdag 16 maart 2017

KAMER TE HUUR IN WOONINITIATIEF voor mensen met een beperking

Provincie Limburg: PER DIRECT:  Kamer te huur in wooninitiatief De Pioenroos.
Wooninitiatief  de Pioenroos is een kleinschalige woonvorm voor mensen met een beperking. Hier woon je in een familiaire sfeer met 24/7 uur zorg, begeleiding en dagbesteding.

Soort beperkingen:
Autisme, epilepsie, gedragsgestoord, licht verstandelijk of verstandelijk beperkt.

Het wooninitiatief bestaat uit zes slaapkamers, twee woonkamers en een woonkeuken die met openslaande deuren toegang geeft tot een grote tuin. Er is voortdurend begeleiding aanwezig en in verband met epilepsie er is ook in de nacht een slaapdienst, met camera bewaking en uitluistermogelijkheid. Op basis van WLZ, ZZP pakketten en PGB.

De afstand tussen de zorgvrager en de wereld is groot. De ondersteuningsmethode is: Neem de zorgvrager serieus, pak ze bij de hand en begeleid hen van onderen af. Maak een brug tussen de zorgvrager en de omgevingswereld.

Op de dagbesteding zijn wij toeleverancier van bewerkt houtmateriaal voor de bouw. Je hebt dus echt "werk" op jou niveau en tempo. Ook zijn we met creatieve werkjes bezig. Belangrijk is dat jij een leuke dag hebt! Kan je de wereld even niet aan, dan zijn wij er. Met veel liefde, geduld en aandacht.  Wil je meer weten: Kijk ook eens op onze website http://depioenroosbv.com/, of bij Per Saldo: http://www.persaldohulpgids.nl of bij de woonwinkel van MEE: http://www.meewoonwinkel.nl/woonaanbod

woensdag 15 maart 2017

ISOLEERCEL

Het is begin januari 2011. We staan met een paar mensen voor het raam. Vandaag komt iemand kijken. Iemand die misschien bij ons komt wonen. We willen graag uitbreiden van 5 zorgvragers naar 6 zorgvragers.

Bij toeval was er iemand die ons kent en wist dat er een plek werd gezocht voor een zeer moeilijke zorgvrager. Na het lezen van enkele dossiers hadden we hem uitgenodigd om kennis te komen maken. Daar komen ze aan en parkeren op onze parkeerplaats.

We zijn nieuwsgierig en kijken terwijl ze naar de deur lopen. Ik open de deur en geeft zijn verzorgers een hand. Ik steek mijn hand uit naar de jongen van 16 jaar. "O dat hoef je niet te doen hoor" geeft de begeleider aan , want hij geeft nooit een hand. Maar mijn hand was al onderweg en tot ieders verbazing gaf hij mij netjes een hand en noemde zijn naam.

"Welkom bij de Pioenroos" zeg ik vriendelijk. Blij dat de eerste drempel meeviel. De afspraak was dat ze in onze kantine eerst koffie zouden drinken, om aan het gebouw te wennen en pas daarna kennis zou maken met de groep.

Ik kniel naast hem, terwijl ze op de stoel zitten en vraag of hij koffie lust. Hij heeft bruine ogen en ze kijken me vriendelijk aan. Hij slaat een arm om me heen en geeft aan hoe hij de koffie lust. Terwijl zij aan het wennen zijn, probeer ik in de groep alvast aan te geven dat hij zo erbij komt zitten.

Het verloopt vriendelijk. Na de lunch bezoekt hij het toilet. Een tijdrovende bezigheid. Uiteindelijk staat hij zijn handen te wassen in de kantine. Het gesprek komt op de keuze of hij bij ons zou willen wonen. " Mag ik jou iets vragen?" zegt hij. "Tuurlijk."
"Heb jij hier ook een isoleercel? "'
"Nee die hebben wij niet." "Oké dan" zegt hij, "dan wil ik wel bij jou komen wonen."

Aan het einde van de dag nemen we afscheid. De begeleiders staan al buiten en hij staat in de hal en kijkt me aan.  Afscheid nemen is moeilijk.  "Wij geven altijd een knuffel als we weg gaan. " geef ik als hint. Meteen sluit hij me in zijn armen. De begeleiders staan met open mond toe te kijken. Uitzonderlijk wat er gebeurt.

Hij kijkt ze aan , terwijl zijn arm op mijn schouders rusten : "Weet je" roept hij naar hen. "Als ik hier kom wonen, moet ik een nieuw bed hebben. Kunnen jullie dan meteen een tweepersoonsbed kopen? Dan kan Alida 's nachts bij mij komen slapen, en als ik dan een epilepsieaanval krijg is ze heel dicht bij. Dan kan er niets mis gaan." ..................

zondag 12 maart 2017

GA NOOIT WEG ZONDER TE GROETEN

"Je gooit mijn hele systeem in de war" boos kijkt onze mam me aan. Ze is ziek, erg ziek, en er wordt thuiszorg ingezet.

Haar systeem van haar hoorapparaat is ingewikkeld. Daar heeft de thuiszorg geen tijd voor. Ze heeft nogal wat kaartjes met batterijen. Wat wij niet wisten, was dat ze steeds de lege weer in de verpakking stopte.

Na diverse batterijen te hebben geprobeerd, en ze ons niet kon horen, bleek dat we steeds oude hadden gepakt. Dus gooide ik haar systeem om. Oude batterijen gooi je weg.

Maar dat vond ze niet fijn. Ze mopperde en mijn vader beloofde haar dat na het weekend als ik weer weg was, ze gewoon haar systeem weer zouden volgen. Toen ik naar huis ging, die vrijdag, gaf ik haar een knuffel, maar ze was nog steeds boos. Zo vertrok ik naar huis. 150 km verderop.

Niet wetende dat ik haar de volgende dag niet meer levend kon zien, was het afscheid niet iets om naar huis te schrijven. Dat blijft je altijd bij, en je kan het nooit meer over doen.

လလ လလ လလ 

Samen met mijn vader rijden we naar Nijmegen. Nico is ook onderweg, maar dan helaas met de ambulance. Ze gaan hem katheteriseren, en dat gebeurt in het Radboud. Wij komen eerder aan en lopen naar de opgegeven afdeling. Daar worden we opgevangen. De dame begint alvast uit te leggen dat hij naar de O.K. gaat, al wijzend naar een deur in de volgende gang. "En als hij er is kunt u hier afscheid nemen van hem." .............AFSCHEID?.........Oké......................

Maar er komt een spoed binnen en ze komt vertellen dat we naar beneden naar de spoedeisende hulp moeten lopen, want daar moet hij wachten tot er tijd is voor hem. We lopen naar de lift, gaan naar beneden en komen op de SEH. Daar ligt hij en begroet ons. Ook hier wordt gezegd dat we straks boven afscheid kunnen nemen, voor hij de O.K. ingaat.

Het duurt maar even en we mogen weer naar boven. De verpleging loopt met ons mee en duwen zijn bed in de goede richting. Er wordt niet veel gezegd. Weer de lift in naar boven en we komen weer bij de eerste dame die nu opstaat en aangeeft dat het tijd is........

Opnieuw zegt ze " neemt u maar even afscheid van elkaar."
We groeten ongemakkelijk en ik geef hem een zoen: "tot straks" zeg ik. Hij kijkt me aan met vragende ogen van wat gebeurt hier allemaal. We moeten afscheid nemen.

We zitten weer in de hal en wachten af. Ze zijn begonnen en hoe lang dit gaat duren weten we niet. Er gonst door mijn hooft dat we afscheid hebben genomen. Afscheid ....... het klinkt zo ernstig.

Als we later weer op de I.C. van Boxmeer zijn beland komt het afscheid weer ter sprake. Dat was heftig, want het kon zo maar de laatste groet zijn geweest. De verpleging is zich hiervan bewust en dringt daarom aan dat je van elkaar afscheid moet nemen. Heftig, want dat wil je helemaal niet. De dood komt dan zo dicht bij............

Hoe belangrijk is dus afscheid nemen van??????????
Heel belangrijk!!!
In de zorgwoning geven we altijd een knuffel als we vertrekken. En dat is goed, want het kan zomaar de laatste zijn. Het is dus belangrijk dat je daar aandacht aan besteed. Je kan het namelijk nooit meer overdoen.











woensdag 8 maart 2017

MUZIEK HELPT OVERLEVEN

Wie kent het niet? Het liedje van Guus Meeuwis. Proosten. Een positief liedje. Geniet van elk moment van het leven. Muziek helpt overleven.

Daar geloof ik heilig in. Ik zou niet zonder muziek kunnen. Nu kom ik uit een muzikaal gezin. Mijn opa had zelfs van drie orgels één gemaakt. Daar waren zoveel toetsen dat je de draad kwijt raakte.
Ook had hij een piano. Mijn oom die een paar jaar ouder is, leerde me al snel de vlooienmars. Wat werd opa dan boos. Want de vlooienmars was volgens hem geen muziek.

Toch is het de vlooienmars die ons met bijzondere mensen kan binden. Want vele zijn best muzikaal. Muziek voel je van binnen. Muziek is leven. Kijk maar naar de Josti band. Zij hebben hun eigen manier gevonden om muziek op te schrijven.

Bij ons thuis staat ook een piano. De meesten die op bezoek komen kunnen het niet laten om er even op te spelen. Hoe mooi is het dan dat je iemand de vlooienmars kan leren. Uit ervaring blijkt dat dit makkelijk te doen is. Hoe trots zijn ze als ze dit ten gehore kunnen brengen. Want het is echt een melodie.

Ook in tijden van verdriet zie je dat ze troost vinden bij muziek. Er zijn heel veel liedjes die dat als thema hebben. Dan breken er tijden aan dat muziek echt helpt overleven. Het woord overleven zegt het al, daar zit de boodschap in dat je uiteindelijk weer bij leven terechtkomt.

Maar muziek kan ook op de creativiteit werken. Want hoe mooi is het als je zelf een gitaar kan maken. Met behulp van een muzikale begeleider heeft hij de gitaar gemaakt. Alles zelf gezaagd en geschuurd. En weet je???????????
Hij doet het ook nog. Hoe mooi is dat???????????................

zondag 5 maart 2017

ALS HET LEVEN SOMS PIJN DOET

Ik rijd op de rijksweg. De weg naar het ziekenhuis. Hoe vaak heb ik dit de afgelopen jaren niet gedaan? Ontelbaar veel. Onze zorgvragers hebben zorg nodig en daar horen helaas ook ziekenhuisopnames bij.

Ik rijd en ondertussen staat de muziek aan. Muziek van de mis toen onze zorgvrager is overleden, twee maanden geleden. Ik luister en hoor de tekst:

Als het leven soms pijn doet en de storm gaat te keer. In een tijd van moeite en verdriet. Alsof de zon niet meer opkomt en het altijd donker blijft. En de ochtend het daglicht nooit meer ziet.....................

Een traan loopt over mijn wang. Als je met een zorgvrager naar het ziekenhuis gaat dan moet je als begeleider stevig in je schoenen staan. Alert en wakend dat het goed gaat.

Maar nu is alles anders. Nu is het geen zorgvrager maar je eigen geliefde. Ik hoor de muziek en denk bij mezelf: het zal toch niet zo zijn dat ik zo weer een afscheid moet regelen. Het is ineens dichtbij.
De muziek dreunt door, zo hard heb ik het staan. Zo hard dat ik nauwelijks kan denken.

Ik wil niet denken. Want het lijkt alsof de ochtend het daglicht nooit meer gaat zien. Ineens heb je geen oplossingen meer. Je bent onzeker.

Je wordt de hele dag heen en weer geslingerd. Elke keer als iemand iets verklaart is het net weet iets anders als de andere dokter. Het lijken tegenstrijdige verhalen en in de loop van de tijd merk ik dat de ene dokter het nieuws anders brengt dan de andere.

Bij de een is het een serieus hartprobleem en de ander zegt het was een hartaanvalletje.

Maar uiteindelijk komt de zon weer op. We mogen dankbaar zijn hoe het gelopen is. Het was een kleine hartaanval, waar een klein bloedpropje een lichte beschadiging heeft achter gelaten. Daarnaast blijft de hartslag   heen en weer schieten. Maar na enkele verschillende medicatie lijkt het nu aan te slaan. Het geeft hoop.

Het heeft je weer even met twee benen op de wereld gezet. Blij dat de zon weer is opgekomen rijd ik voor de vijfde dag achtereen naar het ziekenhuis. Oké, iets rustiger aan gaan doen en dan gaat deze storm ook weer voorbij.....


woensdag 1 maart 2017

MAG DAT WEL VAN JOU VADER??

Al kabbelend glijden we over het water. Het water heeft de kleur van de hemel, helder blauw. Het is mooi weer, en er staat een warm briesje. Het is zomer. We zijn op vakantie. Op een gehuurd bootje van 12 meter varen we in de zomer van 2004 door Friesland.

De kinderen zitten op het voordek met de zwemvesten aan. Dit is een geluksmomentje. Het is stil, geen machine's van de fabriek. Je hoort alleen de wind, de zeilen en de golven op het water. Dit is nu het echte vakantie gevoel.

In de verte is de haven al in zicht. Daar zullen we gaan aanleggen voor één nachtje. Omdat we al vroeg vertrokken zijn, zijn we nu bijtijds in de haven, om een mooi plekje te krijgen. Rond twee uur. Kom je na drieën dan is het moeilijk om een plek aan de stijger te krijgen. Iets wat in de nacht vervelend is. Want wil je dan naar de wc op vaste land, moet je over verschillende dekken van de boten klimmen.

Als we aangelegd hebben, gaan we op zoek naar een verfrissend drankje. In de haven is keuze genoeg. Vanwege het mooie weer heeft bijna iedereen die drankjes verkopen een terras opgebouwd. Doordat we vroeg zijn is er genoeg keuze.

We gaan zitten en enige tijd later komt er een dame naar ons toelopen die de bestelling gaat opnemen. Eén van de kinderen bestelt een grote coupe ijs. "Mag dat wel van jou vader?" vraagt de dame.

Nee hé, daar gaan we weer. Dit gebeurt regelmatig en we kijken al een beetje om ons heen. Want als het antwoord komt op de gestelde vraag, kan ongeveer de hele omgeving meegenieten. Wij voelen ons meestal een beetje ongemakkelijk. Want de kinderen zitten in de ontkenningsfase.  Moeders is al geruime tijd gescheiden en heeft sinds kort een vriend. Dat kan die mevrouw natuurlijk niet weten. Daar waar onze bewoners bij die vraag in een deuk gaan liggen, is dat bij de kinderen even wat anders. Daar helpt mijn zoon haar wel even op gang: "Dat is mijn vader niet......... het is maar een vriend........

 Dit komt regelmatig voor. Als dit bij één van de zorgvragers gebeurt, dan zegt hij altijd: "Dat is mijn vader niet...........maar het is mijn aller beste vriend.
Gelukkig zijn de kinderen ook van mening veranderd.