zondag 19 maart 2017

OP TRANSPORT DEEL 1

We zijn onderweg. Met de kleine vrachtwagen. Om materiaal te brengen naar een klant. Om de beurt mogen de zorgvragers mee. Dat is net een uitje. Door Nederland heen crossen en van alles zien, onderweg. Dat vinden ze allemaal leuk om te doen.

Maar vandaag heeft onze zorgvrager niet zoveel zin. Het was wel beter om mee te gaan dan op de dagbesteding te zitten, was zijn conclusie. Maar veel zin heeft hij niet. Als we aankomen bij de klant, vraag ik hem om in de cabine te blijven zitten.

Ik zoek iemand die kan lossen en begin de sjorbanden los te maken. Er wordt met de heftruck gelost en ik kan beginnen met opruimen. Ik pak de eerste sjorband en begin die netjes op te rollen. Voor ik de tweede wil oprollen is onze zorgvrager uit de cabine gekomen en is op de band gaan staan.

Ik verzoek hem vriendelijk even opzij te gaan, zodat ik het kan oprollen. Maar in plaats daarvan krijg ik boze gezichten en een paar middelvingers. Wat ik ook trek ik krijg de band niet onder zijn voeten vandaan. Inmiddels voel ik de ogen van de werklieden op mijn rug branden. Onze zorgvrager wijkt geen millimeter.

Wie niet sterk is moet slim zijn, zeg ik altijd. Dus ik loop op hem af en probeer nogmaals of hij van de band af wil stappen. Terwijl hij zijn middelvingers weer opsteekt geef ik hem een duw. Hij verliest zijn evenwicht en verstapt daardoor. Ik trek snel de band naar me toe. Gelukkig ik kan verder met het oprollen.

Ondertussen houd ik hem in de gaten. Want dit kan een escalatie worden. Maar ik denk dat de dwingende ogen van de medewerkers daar een stokje voor steken. Hij kijkt de hal in en begint te lachen. ze zwaaien naar hem en hij zwaait terug. Gelukkig haal ik adem. Hij stapt de cabine weer in en heeft de grootste lol. Op naar de volgende klant......

Geen opmerkingen:

Een reactie posten