zondag 30 april 2017

DE 17e VAN DE 17e VAN DE 17e

Op een dag kwam hij naar me toe. "Weet je wat voor dag het volgende week woensdag is? " vroeg hij. Ik begreep de vraag niet, Dus ik haalde mijn schouders op. "Geen idee."

"Op die dag kennen wij elkaar negen jaar." zegt hij trots.
Ik sla aan het rekenen en begrijp niet hoe hij aan die datum komt. De jaren kloppen niet en eerlijk gezegd begrijp ik de datum ook niet. Ik zou het niet meer precies kunnen zeggen op wat voor dag ik zijn wereldje inliep. De dag zelf wel, een bang wezentje die zich schuil hield achter de bank en waarvan ik alleen de oogjes kon zien, met kruin.

" Hoe weet jij dat zo precies? " vraag ik nieuwsgierig. " Dat weet ik heel zeker, het staat zwart op wit." zegt hij overtuigend. " Oké, zwart op wit." herhaal ik. Ondertussen probeer ik me te herinneren of ik ooit iets zwart op wit heb gezet, samen met hem. 

"Ik kan het bewijzen, hoor." zegt hij overtuigend " Zal ik het morgen meebrengen? " 
"Lijkt me een goed plan." zeg ik.

De volgende dag komt hij met een grote map aanzetten. Hij bladert door de tabbladen en slaat een document open.  Het is zijn contract met de WSW, destijds om bij ons te mogen "werken". Daaronder staat zijn handtekening en de mijne.
"Kijk zegt hij daar staat de datum 17 april 2000." Trots kijkt hij me aan. De tijd voor die datum telt voor hem niet mee. " Volgend jaar is het tien jaar " zegt hij "Gaan we dat samen vieren? "
"Prima idee." zegt ik. 
Het jaar erop is het voor hem groot feest. Sindsdien heb ik het ook maar in mijn agenda staan, want die datum is heel belangrijk voor hem. Elk jaar weer.

Dit jaar was het wel een unicum. Op 17 april in het jaar 2017 kennen wij elkaar dus 17 jaar. 
Het was tweede paasdag en hij appte dat hij een verrassing voor me had. Wanneer ik het wilde ontvangen. Mijn antwoord was : Kom maar brengen.
Ca 5 minuten later stond hij voor de deur. Hij had samen met de begeleiding een mooie kaart gemaakt, met foto's van ons samen. Op naar de twintig zei hij vrolijk.

donderdag 27 april 2017

ALLE LOF AAN OMA

Een blik vol begeleiding, die hadden we nodig toen onze jongste zorgvrager erbij kwam. Hij had één op één begeleiding nodig. Maar het is onverantwoord om direct een blik begeleiding open te trekken.

Als iemand het moeilijk heeft en de wereld niet altijd aankan, moet er met beleid gewerkt worden aan de uitbreiding van het team. Doordat hij erbij kwam, moesten ook de andere zorgvragers schakelen. In plaats van één begeleider op de groep, moesten het er minimaal twee worden. Een verdubbeling van het team. Dat is nog niet zo éénvoudig, als je de zorgvragers geleidelijk aan wil laten wennen.

Er kwam dus veel op ons neer. Wetende dat er steeds een begeleider bij zou komen, was het vol te houden. Om zeven uur zaten we op kantoor, om de administratieve werkzaamheden te doen, want zodra ze wakker waren, was daar geen tijd meer voor.

Ik heb net mijn computer opgestart, als de telefoon gaat. Na een onrustige nacht zit ik met slaap oogjes naar de telefoon te kijken. Ik zit even aan en hoop dat er niet nóg iets bijkomt, wat ik vandaag moet gaan oplossen.

Het is mijn moeder. Ik ben verbaasd dat ze zo vroeg belt. Ze weet dat ik rond dat tijdstip al aan het werk ben, en ze weet ook dat ik dan te bereiken ben. Ze wil gewoon even een praatje maken. Dat is fijn, want het is super dat ze meedenken en meeleven met onze groep.

Maar zoals mijn moeder vaak laat blijken, is ze reuze trots op ons, alleen zou zij dit werk niet kunnen doen. Zij gaf altijd toe dat het geduld die wij kunnen opbrengen, voor haar onmogelijk was. Ze was daar altijd heel open in. Dit werk , daar was ze niet voor geschapen.

Ze merkt aan mij, dat ik niet zo vrolijk ben. De vermoeidheid slaat toe. In de groep zijn spanningen omdat ze aan elkaar moeten wennen. En gisterenavond had een begeleider zich ziek gemeld voor de volgende ochtend. Ik zou vandaag dus alleen op de groep staan op de dagbesteding. Normaal draai ik mijn hand daar niet voor om, maar vandaag scheen het allemaal niet te lukken. En ik moest nog beginnen. Ze hoort mij aan, leeft mee en zegt ineens "We komen eraan!"

"We komen eraan." herhaal ik nog, maar zij heeft de verbinding al verbroken. Twee uur later staan mijn ouders voor de deur. Mijn vader heeft werkkleding aan om in de fabriek te helpen. En mijn moeder???

Ze zegt  "Laat mij maar bij de jongste zitten en doe jij de rest maar."
Ik sta verstelt. Ze kiest voor de moeilijkste, waar je het meeste geduld voor moet opbrengen. Ze gaat zitten en begint een praatje met hem. Ik kan mijn ogen gewoon niet geloven. Ze zit daar en blijft zitten en om vijf uur zit ze er nog. De jongen heeft samen met haar gegeten en samen hebben ze de grootste lol. Af en toe zie ik dat hij Oma, zoals iedereen haar noemt, over haar bolletje aait.
Ja werkelijk haar hoofd, waar nooit een haar van in de war mag zitten. En nu, het maakt haar niets uit. Ze knuffelt mee en heeft net als de zorgvrager een leuke dag gehad.

De wonderen zijn de wereld nog niet uit !.....


zondag 23 april 2017

HELP MIJN SCHEERAPPARAAT IS KAPOT

Er wordt op de deur geklopt. Ik weet al wie dat is. Hij duwt de deur open en staat op de drempel te wachten met in zijn handen zijn scheerapparaat. " Mag ik iets vragen? " zegt hij.
"Natuurlijk, wat is het probleem? "vraag ik.

"Mijn scheerapparaat is kapot, hij laat niet meer op." Hij laat me zijn apparaat zien. "Ik krijg hem niet open, want ik heb geen bitje voor de schroefkop." Hij laat zien waar die schroef zit. Dat is een inderdaad een speciale kop.

Ik geef hem het advies: " Dat wordt sparen, jongen. Dat gaat zo maar 9 tientjes kosten." Daar gaan we weer, sparen hoe vaak hebben we het daarover?  HEEEEL VAAAK. Daar heeft onze zorgvrager niet zo'n zin in. Hij wil al zoveel sparen, voor andere dingen. Dan komt dit er ook nog eens bij. Echt niet.

Hij zoekt naar een oplossing. Dat geld bespaard. "We kunnen er zelf één gaan maken. Daar heb ik een blokbatterij van 9 volt voor nodig, een motortje en een gebogen scheerplaat."  Zijn fantasie neemt weer een loopje met hem. Hij ziet het helemaal zitten.

Nico geeft aan dat Nico dat niet zou kunnen, en vraagt hem als Nico het al niet lukt om zoiets zelf te maken zou hij het dan wel kunnen?  Onze zorgvrager denkt na en zegt twijfelend " Nee als jij dat niet kan, dan kan ik het ook niet." Gelukkig dit heeft hij al geleerd. Conclusie: Dat wordt dus sparen.

"Oké dan, dan ga ik wel sparen, maar dan wil ik een hele goede die mijn leven lang meegaat. Wat denk je wat zoiets kost? € 10.00,= of misschien wel € 100.000,=? Wat denk je?"

"Tja, dan moet je wel een leven lang gaan sparen." is het antwoord. "Dat is toch niet erg? " geeft hij aan. "Een leven lang sparen en dan kan je hem kopen en vlak voor je dood gaat, kan je hem misschien nog wel één keer gebruiken, want dat is een leven lang."

"Oké dan." hij haalt zijn schouders op, draait zich om en tijdens het weglopen zegt hij: "ik ga wel weer sparen voor die tientjes."

woensdag 19 april 2017

NAAR DE KAPPER DEEL 2

De deurbel gaat. Ik loop naar de voordeur en doe open. Onze zorgvrager wordt thuisgebracht na een paar daagjes bij familie op bezoek te zijn geweest. Hij komt binnen met een muts op zijn hoofd, die naar beneden is getrokken. Je kan nog net de ogen zien. Gebukt loopt hij naar de keuken. Ik help hem met de jas uittrekken en wil de muts van zijn hoofd trekken. "Die mag niet uit." zegt hij en trekt aan de muts, tot over zijn oren. Hij gromt en geeft aan dat hij anders voor joker staat. Ik heb geen idee waar hij het over heeft. Ik pak toch de muts en trek hem van zijn hoofd.

" Wat heb jij nou?" verschrikt kijk ik hem aan.
"Oh, je bedoeld zeker mijn haren?" en hij strijkt over zijn bolletje.

Ik zie een letterlijk verknipt kapsel. De hakken zitten er in, op sommige plekken is het bijna kaal. Het is net een vogelverschrikker. Hij gromt en steekt zijn middelvingers in de lucht. Hij is boos.

Ik duw hem zachtjes in een stoel en ga er naast zitten. Pak rustig zijn handen, zodat hij zichzelf niet kan slaan. " Ik ben bij de kapper geweest." zegt hij en kijkt me boos aan.
"Oké de kapper....." herhaal ik.  Ik bestudeer zijn kapsel en kan me niet voorstellen dat een kapper hem zo de deur heeft laten uitgaan. Ik wacht even af en laat hem bij komen.

" Ik kan zo toch niet over straat? zegt hij "Je denkt toch niet dat ik nog naar de dagbesteding ga....."
Hij geeft hiermee aan dat hij een probleem heeft, maar geen oplossing. Daar kunnen we iets mee, want wij zijn ervoor om de oplossingen te bedenken.

Ik ga voor hem staan en bekijk serieus zijn kapsel. " We kunnen de tondeuse pakken en die op een paar millimeters zetten, dan is het probleem opgelost en heb je geen hakken er meer inzitten.
" Ja, leuk is dat, dan heb ik het vreselijk koud en dat ziet er ook niet uit." zegt hij verdrietig.

"Wat heb je dan gedaan?" vraag ik nieuwsgierig. Hij begint te lachen. Hij heeft de kapper een streek geleverd. Hij verteld trots dat hij zijn hoofd steeds heeft bewogen. De kapper wilde hem niet laten gaan, en knipte steeds door. Gevolg een verknipt kapsel.  Hij moet er om lachen alsof het een grapje is.  Vervolgens wordt hij weer boos, want nu zit hij met de gebakken peren.

We hadden in de afgelopen weken diverse pogingen gedaan om hem naar een kapper te krijgen. Want zijn haar werd wel erg lang. Maar hij weigerde steeds, ook wilde hij niet door mij geknipt worden. Dus waren wij gestopt met de pogingen. Daar was nu verandering in gekomen, want hij was dus schijnbaar naar een kapper geweest en dat was niet helemaal goed verlopen. Ik stel nogmaals de tondeuse voor. Maar nee dat wilde hij niet, want ik was geen kapper.

Met de muts op ging hij slapen, stond hij op en ging naar de dagbesteding. Ik stelde voor dat we hier bij ons in het dorp naar de kapper konden gaan. Inmiddels had hij daar wel oren naar, want die muts was erg warm. Dus we stappen in de auto en rijden richting het dorp. 

We staan op een kruising te wachten. "He zeg, Alida" "Ja, wat is er?" "Kan jij ook knippen?" hij kijkt me vragend aan. "Ja hoor, kijk maar naar je medebewoner die heb ik ook geknipt."

..............................................

"Oké dan, rijd maar naar huis, dan mag jij nú mijn haren knippen in de keuken met niemand erbij"
Verheugd verander ik van richting en rijd naar zijn huis. Hij geeft mij het vertrouwen.
Missie geslaagd !!!!!!!!!!!!!

zondag 16 april 2017

BIJ GEVAAR BEL 112

           
" Meldkamer, wat wilt u politie, brandweer of ambulance ?"

Dat is de eerste vraag als je 112 belt. Je kan dan zeggen wat je nodig hebt en zij schakelen je dan eventueel door. 

Als het om een ambulance gaat willen ze allerlei gegevens weten, over de persoon die hulp nodig heeft.  Daar is een protocol voor. In de hal ligt een doos waar alles inzit wat je nodig hebt, als één van onze zorgvragers een epilepsieaanval krijgt. Voor de andere zorgvragers is een lijst, die op kantoor hangt waar je alle gegevens kunt vinden die je op dat moment nodig hebt.

Gelukkig hebben we nog nooit een brandweer nodig gehad. Dus daar hebben we eigenlijk geen ervaring mee.

Maar de politie, daar hebben we ook ervaring mee. Er zijn soms momenten dat je de ondersteuning nodig hebt, of goed kan gebruiken. Als je door wordt verwezen, krijg je iemand aan de lijn van het dicht bijzijnde kantoor. Daar kan je uitleggen wat je nodig hebt. Daar hebben we een speciale voor onze doelgroep een agent toegewezen gekregen. Gelukkig komt dit niet vaak voor, maar toch........................ Af en toe toch wel.

Zo belden we een keer om hulp, maar ze kwamen niet. Iets wat we niet konden begrijpen. Want zeg nou zelf,  je belt niet voor de gein naar 112. Dan roei je maar met de riemen die je hebt. 

Maanden later spreken we een agent. We vertellen het voorval en spreken onze verbazing uit, dat er niemand is komen opdagen. Ook de agent vindt het merkwaardig. Want waarvoor heb je anders het nummer 112. Ook hij weet dat als we bellen het serieus genomen moet worden.

Hij neemt onze klacht op en beloofd ons er op terug te komen. Een paar dagen later worden we gebeld. Hij verklaard dat hij die oproep heeft afgeluisterd. Want alle gesprekken worden altijd opgenomen. Dus kon hij, omdat wij nog wisten op welke dag het was, ons gesprek bestuderen.

Nieuwsgierig vragen we waarom ze niet gekomen zijn. De verklaring die hij dan geeft is onvoorspelbaar. Wij waren zo kalm aan de telefoon, dat de politie zich niet kon voorstellen dat we echt een probleem hadden. Want zo verklaarde hij, mensen reageren in zulke situaties dermate gespannen dat ze niet konden geloven dat het werkelijk waar was. 

Je kunt het niet bevatten. Als begeleiding moet je vooral zorgen dat het niet uit de hand mag lopen. Je moet je hoofd koel houden en goed kunnen beredeneren wat de volgende stappen zijn bij een escalatie. Deze stappen zijn jaren geleden besproken met dezelfde politie. Waarbij we nadrukkelijk op het hart werden gedrukt de kalmte te bewaren. 

Dat deden we, maar de volgende keer kunnen we misschien maar beter gaan gillen. Dan hebben we meer kans om gehoord te worden.


woensdag 12 april 2017

ZWAAIEN

Ik pak mijn laptop in. De dag zit er weer op. Langzaam trek ik de rits dicht. Kijk op mijn bureau of ik niets ben vergeten. Zoek mijn sleutels en zoek een pen.

Die heb ik zo nodig voor het aftekenen van de handtekeningen boekjes. Als ik naar huis ga geef ik ze nog een knuffel. Die knuffel is een beloning, omdat ze op tijd waren, of omdat er een ontbijt is gegeten, medicijnen ingenomen, hondje uitgelaten. Anderen krijgen een stikker in het boekje als ze hun best hebben gedaan. Het principe is steeds gelijk. Ze zijn zelfs heel zuinig op hun boekjes. Die mogen niet zoek raken. Of zoals laatst per ongeluk in de wasmachine terecht gekomen. Dan is de ramp niet te overzien.

Maar het systeem werkt. Dus loop ik de hal in om de knuffels te brengen. Na het aftekenen loop ik terug naar kantoor. Op de voet gevolgd door een zorgvrager. Hij helpt me in de jas. Sluit de kastdeuren op kantoor. Pakt mijn tas, geeft me mijn telefoon en loopt voor me uit naar mijn auto. Ondertussen druk ik op de knop om de deur te ontgrendelen.

De deur wordt voor me open gedaan. Hij legt de tas achter mijn stoel. Dan mag ik instappen. Hij groet nog een keer vriendelijk en sluit mijn deur. Ik kan de motor starten en rijd achteruit.
Hij loopt langzaam naar de deur en kijkt achterom. Terwijl ik langzaam wegrijd, zwaait hij mij uit. Tot ik uit zijn gezichtsveld ben verdwenen.

Zo gaat het elke dag, zolang ze goed in hun vel zitten. Soms staan ze met meerderen te zwaaien. Of zitten ze vanuit de kamer mij uit te zwaaien. Alsof ik voor een hele tijd wegga. Dat is natuurlijk niet zo, want morgen ben ik er gewoon weer. Ik prijs me gelukkig. Wie wordt er elke dag uitgezwaaid, alsof je niet terug komt?  Dat overkomt mij dus. Hoe geweldig is dat? Welke bazin, zoals ze me noemen, wordt er nu elke dag uitgezwaaid door de zorgvragers? Ze zitten goed in hun vel en hebben een leuke dag. Daar doen we het voor. Vandaag is dat weer gelukt.

donderdag 6 april 2017

NAAR DE KAPPER

Om er fris en fruitig uit te zien, gaan mensen met een regelmaat naar de kapper. Dat is mooi, als je je dat kan permitteren. Onze zorgvragers hebben niet zoveel te besteden. Maar wel de wens om er netjes uit te zien.

Aangezien ik thuis de haren knip, had ik het idee opgepakt om hen ook te knippen. Je moet het durven en kunnen. Durven was niet het probleem, maar kunnen?? Ik had zelf geen idee. Ik heb een vaste hand en vaak gekeken hoe kappers het doen en zeg nou eerlijk, het zijn geen ingewikkelde kapsel. Ik trok de stoute schoenen aan en deed het voorstel dat ik zou knippen. Waarbij geldbesparing voor hen natuurlijk als motivatie werd gebruikt.

Geld in de pocket houden, dat beviel ze wel. Toch kon je merken dat haren knippen te maken heeft met vertrouwen (kan ze het wel),  angst (zie ik er straks verknipt uit), maar vooral dat haren een onderdeel van jouw lijf is. Je raakt iemand aan als je de haren knipt. Dat is eng.

Ik gaf aan, dat als het mislukte ik de kapper zou betalen om het te herstellen. Ook daar moest over nagedacht worden. De eerste die over de brug kwam was onze vrouwelijke zorgdrager. Zij liet toe dat ik mocht knippen. Het was de moeilijkste, want zij had een geknipt modelletje met permanent.

Dus ik kocht een kam, kappersschaar, tondeuse en een speciaal gevormde omslagdoek waar de haren in worden opgevangen. Ik ging aan de slag en het eindresultaat was goed gelukt, al zeg ik het zelf. Door haar goed te knippen en te verzorgen in de loop der jaren, kwamen we er achter dat ze helemaal geen permanent nodig had. Ze heeft hele mooie krullen van zichzelf. Ik zou zo willen ruilen.

Zijzelf was zeer tevreden en grapte naar de anderen dat zij nu geld had bespaart. Dat het niet zo vanzelfsprekend is dat bleek wel bij de anderen. Die moesten er nog een nachtje over slapen. Maar daar vertel ik de volgende keer over.....................

woensdag 5 april 2017

ZOEK EN GIJ ZULT VINDEN

"Over zeven minuten ben ik volwassen" zegt hij. Nadat hij voor de zoveelste keer uit bed is gekomen. Hoe spannend is dat? Hij wordt 23 jaar. Omdat je vanaf die leeftijd een volwaardige uitkering krijgt ziet hij dit als de grens van volwassenheid.

Hieperdepiep hoera..........
Met een guitig snoetje luistert hij naar ons zingen, want hij is jarig. Hij is zo blij en heeft zich er echt op verheugd om jarig te worden.

Al weken ben ik bezig voor een fotoboek voor hem. Regelmatig gaven de zorgvragers aan dat ze het jammer vinden dat ze zo weinig foto's hebben van zichzelf. Dat heb ik ter harte genomen en heb dit jaar voor iedereen een eigen fotoboek gemaakt, waar zij zelf de hoofdrol in spelen. Hij verwacht ook een boek. Want laatst kwam hij bij mij op kantoor, toen ik met zijn boek bezig was. Je kon aan zijn gezicht zien dat hij dat heel leuk vond. Hij bleef maar naar mijn scherm staren.

De verrassing is dan ook niet echt groot, als hij ons cadeau uitpakt. Zoals op elke verjaardag is iedereen toch wel nieuwsgierig wat er in staat. Ik heb zeker wel 10.000 foto's gemaakt in de loop der jaren, van alle zorgvragers.  Er staat dus van alles in.

Het boek doet zijn ronde in de groep. Als zijn oom, die naast mij zit, het boek doorbladert vertel ik trots bij elke foto waar het over gaat. Het boek geeft een beeld van toen hij bij ons kwam en de jaren daarna. Opeens zegt hij iets spontaan, waar ik kippenvel van krijg, en wat mijn dag een extra dimensie heeft gegeven. Het is zeker een opsteker voor ons gehele team.

Hij zegt:

Hier heeft hij zichzelf terug gevonden............ 

en weet je??      Wij zijn er zo trost op dat we hebben mogen helpen bij het zoeken !!!!!!!!!!!!!!!


zondag 2 april 2017

ONDERNEMERSCHAP EN SPAREN GAAN HAND IN HAND

Ik ben met ondernemersbloed geboren. Als driejarige stond ik al bij mijn vader in de winkel het boter-schappen te vullen. Daar kon ik net bij, met mijn kleine beentjes. Mijn ouders leerden ons dat je moest sparen. Als meisje zijnde was dat natuurlijk voor de uitzet.

Vanaf mijn negende kreeg ik wat zakgeld als ik meehielp in de winkel, maar dat werd allemaal opzij gezet. Ik wilde ook wel eens wat kopen, dus verzon ik daar iets op. Het speelgoed waar ik niet meer mee speelde, kon ik natuurlijk verkopen.

Dus ging ik langs de deuren om het te verkopen. Met het verdiende geld ging ik dan iets nieuws kopen. Zoals een springtouw van zes meter. Die had niemand en daarmee stal ik de show.
De handel ging goed en na een tijd had ik zo mijn eigen adressen, die altijd in waren voor het kopen van mij waar.

Maar mijn ouders bleven consequent, het geld wat ik verdiende in de winkels, dat spaarde mijn moeder netjes voor me op een bankrekening. Ik was er wel eens op tegen en probeerde wat geld los te peuteren, maar niets hielp. Toen ik ging trouwen, toen was ik hen dankbaar. Want daarvoor was nu voldoende geld en zelfs voor de inrichting van een huis.

Toch heb ik daar iets van geleerd. Eerst sparen en dan kan je iets uitgeven. Lenen was iets dat hoorde bij je studietijd en het kopen van een woning. Meer schulden mocht je niet maken.

Onze zorgvragers hebben een hele andere kijk op het geld. En de waarde ervan, is moeilijk door hen te beoordelen. Toch doe ik mijn best om hen iets mee te geven van mijn opvoeding.  Eén zorgvrager komt altijd met de vraag: Wat zal ik doen iets kopen of nog langer sparen?

Een moeilijke vraag voor hem, want de waarde van geld zegt hem niets. Eén euro kan net zoveel zijn dan tienduizend euro. Maar hij was flink aan het sparen. Hij wilde graag een nieuwe fiets op accu natuurlijk. Op een dag komt hij weer naar me toe."Wat vind jij slimmer, zal ik door sparen voor mijn autorijbewijs of zal ik die fiets maar kopen?" Ik krijg niet de kans om te antwoorden want hij gaat verder : " Een fiets kan ik nog niet kopen, want ik heb nog niet genoeg, ik moet dus nog even door sparen" 

Hij wijst naar me met een vingertje en zegt: "Eerst sparen en dan kopen, want je mag geen schulden maken. Dat zeg jij altijd"

Ik heb daar niets aan toe te voegen! De tijd is voorbij dat je langs de deuren kunt gaan om je speelgoed te verkopen.