woensdag 29 juni 2016

JUMBO VERSUS ALBERT HEIJN



Afbeeldingsresultaat voor albert heijnBoodschappen doen is niet mijn hobby. Ik ben geen koopjes jager, want daar heb ik geen tijd voor. Een paar huizen verderop zit bij ons een Jumbo. Lekker makkelijk dus. Toch brengt dit ons in de problemen.

Ik ben in de woning begonnen, en dan is het logisch dat je boodschappen gaat doen, waar je zelf het meest komt. Als je dat ca anderhalf jaar doet, dan zijn de zorgvragers er aan gewend. Dus hun voorkeur gaat uit naar de Jumbo, inmiddels zes jaar. Dat gaat zo ver dat nieuwe begeleiding steeds te horen krijgen: " Ja maar, Alida koopt altijd dat, en dat is veel lekkerder."  Erg lastig voor de begeleiding, want dit gaat niet alleen om de boodschappen, maar om alles. Alida doet het zo en Alida vindt dit niet goed, want zij doet het anders. Frustrerend. Maar heeft alles te maken met vertrouwen.

Nu is een paar jaar geleden de Jumbo verbouwd. Dat zou een verbetering moeten zijn. Maar helaas sinds de verbouwing zijn er vele schappen leeg. Vele goedkope merken zijn verdwenen en vervangen door duurdere. Nu is dat een feit, maar niets is erger als je niet kan krijgen wat je wilt kopen.

Ik was al eens gebeld door Albert Heijn. Bij hen is het mogelijk om thuis te laten bezorgen. Dat is erg verleidelijk. Want je hoeft dan minder te sjouwen, met je boodschappen. Maar die ommezwaai, hoe gaan de zorgvragers er op reageren??

Nu hebben we wekelijks, soms dagelijks te maken dat we ook met iets anders thuis komen, omdat het normale niet voorradig was. Ook dat geeft problemen. Want ze eten met de ogen, en alles smaakt anders. Als we dan een nieuw product in een oude verpakking doen is er niets aan de hand. Om te testen is dat leuk, maar dit is niet vol te houden in het dagelijks werken. Ik heb ook niet het vertrouwen dat we bij de Jumbo verse producten gaan krijgen, als zij de boodschappenlijst gaan samenstellen. Want hoe vaak moeten we niet iets ruilen omdat het voor de houdbaarheidsdatum al bedorven is. En dan moeten we ook de boodschappen zelf nog ophalen.

Dus hebben we de ommezwaai gemaakt. We krijgen nu elke donderdag de weekboodschappen. Met een extra voorraad, in een afgesloten kast. Zo kunnen we voorkomen dat we plotseling iets niet hebben. Dat dit moeilijk zou worden wisten we. Maar daar moeten we nu even doorheen. Dus elke dag zitten we de maaltijden de hemel in te prijzen. Hoe lekker het wel niet is.

Ons grootste geluk is , dat ze honger hebben en bijna geen mogelijkheid om vervangend voedsel te kopen. Dus maakt honger rauwe bonen zoet.  Kwestie van tijd........





















zondag 26 juni 2016

DE TANDARTS

Hij liep al een paar dagen te klagen, over tandpijn. Niet zo vreemd, met die stompjes in de mond. Vaak zagen die rood, en zwart. Al flink aan het rotten dus. Dan stopte hij een asprootje  tussen de wang en die tand, want dat hielp volgens hem.

De tandarts in Bergen wilde hem niet behandelen. In het verleden had hij de tandarts geschopt en in de vingers gebeten. Hij was dus een schrikscenario voor tandartsen. Omdat hij zelf ook last had van angst, ging hij maar niet meer naar de tandarts. Maar nu zag het er naar uit dat een bezoekje aan een tandarts noodzakelijke zou worden.

Dit werd natuurlijk zo lang mogelijk uitgesteld. Want één ding was duidelijk, dit kon niet worden gerepareerd, dus dat werd trekken. Als ik voorstelde om op zoek te gaan naar een tandarts dan schudde hij heftig zijn hoofd, want hij was er nog niet aan toe. Het deed nog niet voldoende pijn, om de angst aan de kant te zetten.

In het weekend krijg ik een telefoontje. Of ik kan komen, want het gaat niet meer. Hij heeft er zoveel pijn aan. Ik rij erheen en zie één hoopje ellende zitten op de bank, met angstige ogen.
Ik bel naar de huisartsenpost en die maken voor mij een afspraak met de dienstdoende tandarts. Ergens 30 km verder op. Ik krijg de waarschuwing mee, dat het geen prettige tandarts is. Een bullebak. Nou, dat kan gezellig worden.

Ik beloof hem, dat ik mee ga de behandelkamer in en zijn voeten vast zal houden, zodat hij weet dat ik in de buurt ben. We gaan die kant op.

We zitten in de wachtkamer. Verder is er niemand. We horen de geluiden van de kamer ernaast. Daar wordt er vrolijk op los geboord. Geen prettige geluiden. We zitten haast een uur te wachten. En inmiddels loopt de wachtkamer vol. Er worden praatjes gemaakt en gelachen. Dus niet iedereen is bang voor de tandarts.

De deur gaat open en er komt iemand uit, die niet zo vrolijk kijkt. We wachten weer, en daar komt hij aan. Met een norse stem roept hij onze zorgvrager zijn naam. We staan beiden op. "Wat ga jij doen??" vraagt hij me zeer onvriendelijk "Ga eens even zitten, er komt niemand mee in mijn behandelkamer" brult hij verder. Niemand zegt iets in de wachtkamer. Ze kijken van hem naar mij. Dit vraagt om een snelle reactie. "Ik wil wel hier wachten, maar dan kunt u mij niet aansprakelijk stellen als hij de tent gaat afbreken". zeg ik met heldere stem. "Wat bedoel je?"roept hij boos.
"In Bergen mag hij al niet meer bij de tandarts komen" zeg ik zoetig. 'Dus ik waarschuw alleen maar, kom direct niet bij mij, als het zover is"

De tandarts kijkt naar de patiënt, die er zeer agressief uitziet, met een gezicht op onweer. Het is weer stil in de wachtkamer. Volgens mij durft niemand adem te halen. De tandarts denk na en overweegt waarschijnlijk zijn kansen. Je kunt een spelt horen vallen.

"Oké, kom maar mee, maar loop me niet in de weg." zegt hij ruw. We lopen de behandelkamer in.
Ik merkt dat de tandarts hem steeds aankijkt, en probeert te peilen hoe gevaarlijk deze jongen is.
Ik moet in mezelf glimlachen. Zo'n bullebak, die diep in zijn hart ook wel een beetje schrik heeft.
Als hij in de stoel ligt, sta ik, zoals afgesproken aan zijn voeten en hou die vast. Ik voel dat hij zich enigszins ontspant. De tandarts legt uit dat hij moet trekken, zoals verwacht.
Je ziet hem aarzelen, want nu moet hij spuitjes geven. Hij probeert nog met harde stem te zeggen dat hij vooral moet blijven liggen. Dit zegt hij niet voor niets, maar hij kent de jongen niet en heeft niet door dat die niets meer doet.

Toch kan ik het niet na laten om de man een beetje angst in te boezemen, dus zeg ik "Als hij direct gaat spuiten, dan mag je hem niet in de vingers bijten zoals je anders altijd doet hoor!!!! Ik heb een binnenpretje, want wie is er het meeste bang hij of die bullebak. Ik kan het zien. HAHAHA

donderdag 23 juni 2016

ONDERONSJE


Afbeeldingsresultaat voor boterbloemen" Ik ben zo blij dat papa weer terug komt uit het ziekenhuis."  Hij kijkt me blij aan. Er was een tijd dat dit heel anders was. Een tijd waarin zijn vader er niet voor hem was. Dat een biertje belangrijker was, dan een snee brood voor zijn kinderen. Vaak is zoonlief teleurgesteld, door zijn ouders.

Maar vandaag gaat de vlag uit.  Hij is oprecht blij zijn vader weer te mogen zien, in huis. We zitten aan de tuintafel, lekker buiten in de zon. Hij mijmert over vroeger. We krijgen het over zijn school. Hij zat in Nijmegen op school. "Weet je wat ik erg vond?" vraagt hij. Tijdens zijn schooltijd, ik zou het niet weten en haal mijn schouders op. "Elk jaar kwamen alle ouders een paar keer op school. Dan mocht je laten zien in welke klas je zat, aan welke tafel." Hij staart de tuin in. "Weet je?" zegt hij bedroefd "Mijn ouders kwamen nooit." Want die zouden de weg nooit vinden, hadden geen geld voor een buskaartje en zouden nooit aankomen." Hij staart weer voor zich uit.

Dit zijn moeilijke momenten. Ik snap heel goed dat hij dat niet leuk vond. Hij heeft er toch 6  jaar doorgebracht. "Maar" zijn ogen lichten op "  Ze zijn één keer wel geweest, niet op een ouderdag"
"Ik keek uit het raam, terwijl ik in de klas zat en toen zag ik papa en mama ineens het schoolplein oplopen."
"Dat is toch mooi?" vraag ik. "Ja, heel leuk, alleen ze waren niet alleen, onze begeleider van jeugdzorg was er bij."  "Nou, dat is toch heel goed, want alleen konden ze niet komen, en was het verder toch leuk?" vraag ik belangstellend. "Ja" zijn ogen gaan weer glanzen. "Ik heb alles kunnen laten zien, waar ik zat, in welke klas en mijn juf heb ik voorgesteld." "Nou," vat ik samen "Dan hebben jullie toch een fijne dag gehad." "Ja" zegt hij en kijkt weer voor zich uit.

Vaak vraag ik me af op zulke momenten wat er allemaal in dat bolletje omgaat. Het blijft nog een tijdje stil en we kijken naar de mooie gele boterbloemen in de tuin.

"Weet je?" begint hij weer te praten "Toen wist ik nog niet wat ik had."  "Wat bedoel je daar mee?" vraag ik, omdat ik de link niet kan leggen met het vorige verhaal. "Nou" zegt hij "Ik weet van jullie wat ik heb, want jullie hebben mij het uitgelegd, maar er is nooit iemand geweest, nog van school of van de instelling waar ik woonde, of van jeugdzorg die me hebben verteld dat ik een beperking heb en dan ook nog borderline."

Ik ben verbaasd over de opmerking. Het is inderdaad merkwaardig dat je uit huis geplaatst wordt in een instelling, waar allemaal mensen wonen met een verstandelijke beperking, je wordt getest maar niemand bespreekt de uitkomst met jou. Er wordt over jou gepraat, maar niet met jou.

Ik weet nog dat MEE ook een test had gedaan. Zelfs aan huis, omdat ze niet in staat zijn om zelfstandig te reizen, naar een plaatst als Uden. De uitslag werd vervolgens gewoon met de post naar hen verstuurd, zonder dat er maar enig uitleg werd gegeven over de inhoud. Ik kan me nog herinneren, dat de jongens me toen hebben verteld over de brieven. Later heb ik ze gekregen, want ze begrepen de inhoud niet, en voelden alleen aan dat de uitkomst betekende dat ze niet normaal waren. Hierover hadden ze al dagen met elkaar strijd gehad, omdat de één een iets hoger IQ had dan de ander. Alleen wisten ze niet wat dat betekende.

Ik heb toen proberen uit te leggen op hun niveau, dat ze bijzonder zijn. Dat ze door ons geholpen kunnen worden, en dat we de wereld een beetje begrijpelijker willen maken. Hier doelde hij op. Ik had het hen uitgelegd. Dat was niet makkelijk, want  dan moet je het nog aanvaarden. Dat was toen onmogelijk.

Maar nu zitten we in de tuin van de zorgwoning. Kijken naar de mooie bloemen, genieten van de zon en wachten op de komst van zijn vader uit het ziekenhuis. "Ik ben trots op jou." zeg ik tegen hem.
Hij glundert, maar vraagt niet waarom. Vandaag is een dag waarin hijzelf erkent dat hij bijzonder is, en het heeft geaccepteerd.

donderdag 16 juni 2016

ONZE BONDSCOACH LÖW

Afbeelding voor het nieuwsresultaat
Hot nieuws op dit moment is de bondscoach van Duitsland. Löw. Hij was op tv te zien, terwijl hij met zijn hand in de broek zat te krabben. De meesten van ons zijn niet zo opgevoed. En als moeder corrigeer je je zoon als die zoiets doet. Volgens mij moeilijk af te leren op die leeftijd, van Löw. Dus dan maar een gepast excuses op de nationale televisiezender.

Wij hebben onze eigen Löw in de zorgwoning. Bijzondere mensen hebben soms bijzonder eigenschappen. Ze kennen geen gêne, hebben geen idee dat het niet netjes is als je gaat krabben, met je hand in de broek. Toch proberen we steeds weer uit te leggen dat het niet netjes is. Zeker niet in het openbaar. Ook hier is het moeilijk af te leren.

Soms zijn er momenten dat ze toch hun best willen doen. Onze jongen fungeert op peuter niveau en doet dus veel dingen, die peuters doen op die leeftijd. Wie herkent het niet als je kleine begint te wiebelen, op de stoel? Ik vraag dan na een tijdje gewiebel of hij naar de wc moet. Want dat is vaak zo.

Ook bij onze zorgvrager. Hij is zeer autistisch, en als hij ergens mee bezig is en zich daarop concentreert dan gunt hij zich niet de tijd om naar de wc te gaan. Dus gaat hij wiebelen. Je moet hem dan begeleiden naar de wc, want anders moeten we schone kleren halen. Maar tijdens de loop naar de wc, kan het zijn dat hij nog niet is uitgepraat en wil hij zijn verhaal eerst afmaken. Dat doet hij al wiebelend. Moet je je voorstellen dat hij bijna twee meter is, ik een paar koppen kleiner en tegen hem opkijk. En dan staat hij te wiebelen, wat steeds harder gaat, omdat hij het bijna niet kan ophouden.

Van de week stond hij weer bij mij. Had een heel verhaal, waarvan het einde nog niet inzicht was. Hij begon te wiebelen, en het werd steeds heftiger.
"Moet je plassen??" vroeg ik herhaaldelijk.
"Nee" antwoordde hij steeds. Maar het wiebelen werd erger.
Dus vroeg ik nogmaals op duidelijk heldere stem: "Moet je echt niet plassen?????"
Geïrriteerd zei hij weer: "NEE."

"Wat ben je dan aan het doen?" vraag ik verbaast."Ik mag van jou niet aan mijn ballen krabben, want dan krijg ik op me dak, dus ik probeer het op deze manier."

zondag 12 juni 2016

DAGJE ZEILEN

Met grote ogen kijkt hij rond. Wat is dit spannend. Vandaag mag hij voor het eerst mee om echt te zeilen. Al meerdere keren is hij mee geweest, maar dan gebruikten we de motor. Ook heel spannend, om zo te staan achter het roer.

Maar vandaag gaan we zeilen. Op een schip heb je een baas en die heet de schipper. Dus luister je naar zijn opdrachten. "Om te kunnen zeilen, maken we eerst de boot vrij van spinnenwebben". zegt de schipper.

"Hoe doen we dat?" vraagt de matroos. "Daarvoor hebben we de schrobber nodig" zegt de schipper.
"Wat is dat?" vraagt de matroos. "Net een bezem, maar dat iets kleiner" zegt de schipper.

"Waar vind ik die dan?" vraagt de matroos. "Kijk" zegt de schipper en wijst naar de achterkant van de boot. "Daar zit een zwemtrap en daar hangt hij aan met een elastiek, Maak die maar los"

De matroos loopt naar het achterschip en maakt het elastiek los........
Plons!  De schrobber valt in het water. "Wat doe je nou?"vraagt de schipper. De matroos staart naar het water, waar de schrobber drijft . Schoorvoetend zegt de matroos "Je zei alleen maar dat ik het elastiek moest losmaken, maar je zei niet dat ik dan ook de bezem vast moest houden."

Zo werkt dat bij bijzondere matrozen. Een enkelvoudige opdracht begrijpen ze, maar verbanden leggen is heel moeilijk.


donderdag 9 juni 2016

PETER R DE VRIES


Afbeeldingsresultaat voor arrestatiebusInternetpesters aanpakken, een goed programma, met een goed doel. Deze mensen moeten worden aangepakt. Maar wat hebben ze nou met onze mensen te maken??

Ik keek naar een aflevering, waarin bleek dat de dader een verstandelijke beperking had. Erg vervelend, want er was onduidelijkheid over of een dergelijke dader wel gestraft mag worden.

Dat is een heikel punt. Je gevoel maakt hierin geen onderscheid. Want een dader is een dader. En die hoort gestraft te worden.

Wij hebben iets dergelijks ook meegemaakt. Iemand daagde onze zorgvragers uit en werd vervolgens in elkaar geslagen, door een drietal van hen. Degene is naar de politie geweest en wou aangifte doen. Dit werd echter tegen gehouden door de politie, die meteen aangaf dat de officier van justitie deze personen als "niet toerekeningsvatbaar" zou verklaren en dat er dus niets mee gedaan zou worden.

Bij het tv programma zag je ook dat er dan een probleem ontstond. Want dat betekent dat de omgeving er iets aan zou moeten doen. Daar hoorde ik allerlei excuses, en verschuivingen van verantwoordelijkheden. Feitelijk wordt zo iemand aan zijn lot over gelaten en de omgeving weet niet te handelen. Feit is dat het gedrag ongewenst is, en dus moet het consequenties hebben voor degene die iets verkeerd doen.

Dat vonden wij ook. Dus hebben we met onze speciaal toegewezen agent een gesprek gehad, over wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Wij vonden dat ze toch moeten leren, dat dergelijk gedrag ongewenst is. Dus moet je ze straffen op hun niveau. We hadden een heel scenario in elkaar gezet.

Ze wisten dat de politie erbij betrokken was en een keer langs zou komen. Dat kwam hij. Met een arrestatie-busje. Ze stonden allemaal voor het raam te kijken op de dagbesteding. De politie was gearriveerd. Er vond een gesprek plaats, op hun niveau. En er was een gepaste straf. Twee van hen moesten hun lievelingskleding inleveren (politiepak en brandweer pak)  voor een aantal maanden en de ander mocht een aantal maanden niet gaan kienen.

Met grote ogen keken ze de agent aan. "Maar die kleding is niet hier " werd er geopperd. "Klopt" zei de agent. Die gaan we halen met het busje. "Maar dan denkt iedereen dat we zijn gearresteerd" gaven ze als antwoord. "Ja klopt ook" zei de agent, en zorg ervoor dat het niet weer gebeurt, want dan breng ik jullie met dit busje naar het politiebureau.

Dat maakte indruk. Ze hebben een formulier van de agent moeten ondertekenen waarin de straf vermeld stond. En daar stond ook precies de termijn in hoelang de straf gold. De kleding hebben ze ook echt moeten inleveren en kregen ze na die periode terug. Ze moesten plechtig beloven het nooit weer te doen.

Voor ons misschien niets bijzonders, maar voor hen een echte straf. Want die drie maanden werden ze er steeds mee geconfronteerd. En ik moet het even afkloppen, maar tot op heden is het naar buitenstaanders niet meer gebeurd.

zondag 5 juni 2016

SCHIPHOL


Afbeeldingsresultaat voor schipholHet was echt een verlangen van hen om een keer bij Schiphol te kijken. Al die vliegtuigen, dat leek hen wel wat. We spreken over ca 10 jaar geleden. Nog geen vervoersbus, dus om iedereen mee te kunnen nemen moesten we met twee auto's.

Dit was het allereerste uitstapje voor ze. Het eerste wat hen te binnen schoot, als we vroegen:  wat zou je nu eens willen bekijken of doen???

Schiphol, was een wereldreis. Zo ver weg waren ze nog nooit geweest. Al dagen van te voren waren ze gespannen. Ze konden zelfs geen voorstelling ervan maken hoe lang twee uur in de auto rijden is. Twee uur, dat hadden ze nog nooit gedaan. Twee uur, wat is dat???

Buikpijn kregen ze. Zo hoog liep de spanning op. Niet kunnen slapen en op de ochtend van de dag, kwamen er braakneigingen bij. Als je ze zag zitten, zou je niet denken dat er iets leuks op het program stond. Helemaal naar de andere kant van Nederland. Alsof ze naar de tandarts moesten.

Eén werd er echt ziek van, en zag het helemaal niet meer zitten. Toch maar doorzetten, was onze motivatie. Anders kom je nooit nergens. Ik vond dat we een reis-pil moesten hebben. Ik bedacht ter plekke dat een rennie goed voor de maag is. Dus misschien ging het werken als placebo. Dus gaf ik hem er eentje een uur van te voren en vlak voor het vertrek nog één.

Daar gingen we, op reis, ...........wereldreis. Ze keken hun ogen uit en steeds kwamen er opmerkingen als : "kijk daar rijdt een trein"  "Kijk daar, een legerauto" "kijk daar een boot in het water"' Alles was nieuw. Ook de snelheid op een snelweg, wouw wat gaat dat snel.

Maar zo snel als op de snelweg, zo snel liepen ze op Schiphol. Als paarden met hoofdkleppen op. Ze zagen niets en wilden niets liever dan weglopen. Zoveel mensen, zoveel lawaai en zo groot allemaal.
Ze konden het niet aan. Konden niet rustig kijken. Wilden nauwelijks gaan zitten. En waren zo blij dat we weer terug gingen. Binnen twee uur stonden we weer buiten om te vertrekken. Dit was te groot, dit moesten ze verwerken.

Toen we terug waren, konden ze niet eens vertellen wat ze hadden gezien. Eigenlijk niets. De spanning zakte weg, maar er bleef geen leuke herinnering over. Wazig zaten ze voor zich uit te kijken. Dat hen dit was overkomen. Wat een teleurstelling, het duurde dagen voordat ze hier overheen waren.

Na een paar maanden kwam toch die wens weer naar boven. Of we er nog een keer naar toe konden. Nu wisten ze wat hen te wachten stond. Ze werden toch nieuwsgierig wat er allemaal te zien was.
Dus gingen we weer die kant op.
Maar nu konden ze genieten. Een hele dag hebben we er rond gelopen. Ze zijn in een cockpit geweest. Want ergens staat een halve vliegtuig waar je in mag. We hebben gekeken naar opstijgende vliegtuigen en naar de landingen. We hebben foto's gemaakt, zodat ze later er nog een keer naar konden kijken. Wat een beleving. Wat een ervaring, ook voor ons, want het lijkt zo makkelijk een uitje. Maar er gebeurt nogal wat, als je naar de andere kant van Nederland afreist.