woensdag 28 december 2016

BONUSTIJD IN HET ZIEKENHUIS 2

Er worden nog meer onderzoeken gestart. Nieuwe medicijnen gegeven, zoals prednison en antibiotica. Er worden flesjes gevuld om iets op kweek te zetten.

Op zijn deur hangt een plakkaat dat niemand onbeschermd naar binnen mag. Voor de deur van zijn kamer staat een kar met van alles: handschoentjes in verschillende maten, desinfecterende gel, mondkapjes en diverse schorten en jassen voor eenmalig gebruik.

Als blauwe smurfen komen ze binnen. Als ze iets vergeten mee te nemen, moeten ze alles uit doen op de kamer en in de prullenbak gooien. Dan lopen ze de gang weer op, pakken wat ze nodig hebben en kleden zich dan weer om als smurf.

De nacht is afschuwelijk. Onze zorgvrager kan geen rust vinden en is aan het fitnessen. Telkens trekt hij de slangen uit zijn neus en krijgt dan te weinig zuurstof. Dus elke keer weer stop ik ze terug en spreek hem toe.

De volgende ochtend is hij uitgeput. In de war en stelt me de vraag of ik weet wat er achter de deur zit op de kamer. Hij bedoeld de badkamer. "Nee hoor," zegt hij "dat is ook een kamer en er ligt een gehandicapt meisje." Ik doe de deur open en laat hem zien dat er een wc staat. Hij blijft bij zijn verhaal. Ik kijk niet goed, volgens hem.

Bij de artsenronde meld ik zijn verwardheid. Ze overleggen en passen de medicatie aan. Hij is door gebrek aan zuurstof gaan hallucineren.  Heel langzaam krabbelt hij op. Na twee dagen, kan hij weer aan de tafel zitten.

Ik haal de krant voor hem. Hij probeert wat te lezen en bladert door de krant. Hij komt bij de rouwadvertenties. Hij veert op en zegt: "Eens even kijken of ik er al in sta."..............

Na vijf dagen mag hij weer naar huis. Er is niets gevonden. Er is niets veranderd. Hij blijft verward, en kan geen minuut stil zitten, daardoor put hij zich uit en kan hij in de nacht niet slapen. Hij moet thuis maar herstellen, wordt ons meegedeeld. Alleen waarvan dan?????....................

zondag 25 december 2016

BONUSTIJD IN HET ZIEKENHUIS 1

"Oké, hij kan hier niet blijven" zegt onze huisarts. "Zijn zuurstofgehalte in het bloed is veel te laag." "Er moet gekeken worden waar dat vandaan komt, gecombineerd met het vocht achter de longen." Ondertussen pakt hij zijn medisch gereedschap weer in de dokterstas.

"Wat doen we? Bellen we de ambulance of gaat er iemand met hem mee?" vragend kijkt hij me aan. Ik schakel snel. Een ambulance laten komen kost minstens een half uur. Als wij de taken verdelen kunnen we binnen een kwartier alles gepakt hebben en al onderweg zijn naar de eerste hulp. "Ik ga met hem naar het ziekenhuis." geef ik aan.  De huisarts verzekert ons dat het niet levensbedreigend is en we dus rustig aan kunnen doen. Hij belt het ziekenhuis dat we er aankomen en geeft aan dat hij dan aan de zuurstof moet.

Snel verdelen we de taken. Eén naar de zorgwoning om de benodigde spullen voor een paar daagjes verblijf te halen. Eén maakt hem startklaar met jas aan etc. Ik rijd ook snel even langs mijn huis om het één en ander te pakken en dan vlug langs de apotheker om een medicatiepaspoort te halen.

We helpen hem in mijn auto en we rijden naar Beugen, het ziekenhuis waar we al heel wat nachtjes hebben vertoefd met diverse zorgvragers. Als ik parkeer bij de spoedeisende hulp, loop ik naar binnen om een rolstoel te halen en kijk ik of er iemand van de verpleging me kan helpen om de zorgvrager uit de auto te halen. In een dergelijke situatie is hij zo zwaar als een grote zandzak, die niet meewerkt, omdat hij te zwak is.

Ik sta voor de balie te wachten en zie de dienstdoende baliemedewerkster druk bellend heen en weer lopen van de ruimte van de balie weer naar de ruimtes er achter. Ze kijkt me wel aan maar blijft gewoon bellen. Ik besluit dat dit te lang duurt en ga het maar alleen doen.

Als ik terugkom met de zorgvrager in de rolstoel, ga ik weer voor de balie staan. Ze is nog steeds aan het bellen. Ik kijk de ruimte rond en zie meerdere mensen in de wachtruimte. Op het raam van de balie hangt een deurbel met een stickertje erop dat je kan bellen, als er niemand is. Ik druk op die bel en wacht weer af. Ze kijkt me even aan, draait zich om en loop een kamertje binnen. Nog steeds bellend. Ik druk weer op de bel. Niemand reageert. Er lopen diverse mensen in de ruimtes, maar niemand reageert. Ik druk weer.

Eindelijk komt ze in beweging en vraagt wie ik bij me heb. Ik geef de naam door en ze verzoekt ons om in de wachtkamer rustig te gaan wachten, want het is heel erg druk. Na twee minuten kan ik niet langer wachten. Ik loop weer naar de balie en vraag haar of ze op de hoogte is dat ik iemand met zuurstofgebrek bij me heb en dat hij aan de zuurstof moet.

Zuchtend gaat ze staan, loopt langzaam door de deur om in de wachtruimte te komen. Ze gaat voor hem staan, kijkt hem onderzoekend aan en zegt vervolgens: "Ik zei toch dat het druk was, u dient gewoon op uw beurt te wachten."
"Prima" roep ik luid, zodat iedereen het mee krijgt "Mijn verantwoording was om hem hier te brengen. Ik heb mijn taak volbracht, nu is het uw verantwoording. Dus als u denkt dat het wel even kan wachten ga ik toch gewoon zitten." Demonstratief ga ik zitten en zeg tegen mijn zorgvrager dat we gewoon even moeten wachten.

Ik zie haar twijfelen, want nu is zij verantwoordelijk gemaakt. Zonder ook nog maar iets te zeggen gaat ze weer naar achteren. Drie minuten later gaat de deur van de SPH open en worden we opgeroepen.
We worden naar een kamer gebracht en daar treffen we een verpleegkundige die me vraagt waar de noodzaak is. Nou gewoon hier, ik wijs naar onze zorgvrager.

Ze meet de zuurstof en roept verschrikt dat hij onmiddellijk op bed moet gaan liggen en aan de zuurstof moet. Er volgen allerlei onderzoeken en ze kijken niet zo vrolijk. Als er een paar deskundigen langs komen vragen ze mij wie beslissingsbevoegd is om te bepalen welke behandelingen ze nog wel gaan doen en welke niet. Waarbij ze aangeven dat er al een niet-reanimeerverklaring in zijn dossier zit.

Het is dus serieus. Ik noem de mentoren en ze vragen me om die te bellen en te verzoeken om meteen te komen. Oké, zover zijn we nog nooit gegaan. Ik bel en ze zijn binnen een half uur aanwezig.
Er worden diverse soorten behandelingen door genomen. Bij elke behandeling wordt er besloten of het wel of niet wordt gedaan. Heftig, want het lijkt erop dat zijn bonustijd voorbij is.

Even later zit ik alleen met onze zorgvrager, die aardig heeft meegekregen hoe het er voor staat. Hij draait zich op zijn zij en pakt mijn handen beet. Zachtjes trekt hij die naar zijn borst en druk ze tegen zich aan. Hij kijkt me droevig aan en zegt: "Ik ga nu."............

Ik schrik me een hoedje, want ik omarm het leven en reageer dus onmiddellijk: " Ik dacht van niet!!"
"Het is voorbij" zegt hij en streelt mijn hand.
Ik begin over de kerstdagen die voor de deur staan. En dat hij nog kadootjes moet kopen, en dat we hem nog niet kunnen missen. En dat hij mij beloofd heeft om in het nieuwe jaar weer aan het werk zou gaan in de fabriek, en..............en.......................
Ik roep alle peptalk die ik maar kan bedenken.

Hij is inmiddels weer wat rustiger geworden. Geeft toe dat hij nog pakjes moet kopen. Hij ligt een tijdje na te denken en zegt vervolgens: "Oké den ( = meisje), vooruit, we doen er nog een jaartje bij!."
"Daar hou ik je aan hé" zeg ik zacht.

Wisten we maar hoelang de bonustijd is...............................

vrijdag 23 december 2016

EEN LUISTEREND JAAR TOEGEWENST

Ik kan me nog heel goed herinneren dat ik bij mijn ouders in de auto zat, als elf jarig meisje. Kennelijk was ik bezig met het zin van ons bestaan. Wat kon ik doen om goed te zijn voor de medemens?

Toen ik dat zo vroeg kreeg ik als antwoord dat je kon beginnen met het echt leren luisteren naar je medemens. Als je in staat bent om goed te luisteren en echt te horen wat je medemens te vertellen heeft, kan je anderen helpen. Dan ben je goed bezig. Ik nam me dit ter harte.

Toen we met de kerstdagen kerststukjes gingen wegbrengen in de bejaardenhuizen in Sneek, vanuit de kerk, nam ik de tijd voor de mensen aan wie ik dit gaf. Terwijl iedereen stond te wachten op mij omdat ze allang klaar waren met hun ronde, luisterde ik naar de mensen. Hun eenzaamheid en hun zorgen in deze duistere tijd. Ik probeerde ze toch fijne feestdagen te wensen.

Terwijl die anderen al mopperend beneden in de hal zich afvroegen waar ik nou bleef, kreeg ik bij iedereen iets mee. Omdat ze blij waren dat er even iemand tijd voor ze nam. Ik kreeg zelfs van één een tas, want ik kon het niet meer in mijn handen houden.

Ik kwam en bracht en ondertussen ging ik met nog meer, naar huis. Een mooie les. Wie zaait zal oogsten.

Deze wijze les draag ik mee in mijn leven. Terugkijkend op het jaar dat achter ons ligt hebben we veel meegemaakt. Niet alleen binnen de zorggroep maar ook wereldwijd.

Vaak denk ik terug aan de taak om een luisterend oor te zijn. Niet ondertussen alvast bedenken wat je als tegengas kan zeggen. Maar echt luisteren en interesse tonen.

Mijn wens voor het komend jaar is dat we allemaal een luisterend oor hebben, voor de mensen om ons heen. Als we dat zouden doen was er misschien een beetje meer vrede.

Ik wens iedereen hele fijne feestdagen toe.

woensdag 21 december 2016

KAARTLEZEN, GEEN PROBLEEM TOCH???


Ze waren opgeroepen bij het UWV.  Die wilde hen aan het werk hebben en deden verwoede pogingen om dat te bewerkstelligen. Ze hadden de wind eronder en gaven aan dat ze anders geen geld meer kregen.

Wat doe je dan? Als bijzondere mensen, die zich moeten gedragen als jan met de pet. Wonende met z'n drieen. Aan de goden overgeleverd. Want de gemeente had ze, samen met de hulpverlening, ook al in de steek gelaten.

Alle drie leefden ze van een Wajong uitkering. Samen in één woning, waar twee uitkeringen hun zakgeld was, immers ze hadden genoeg aan één uitkering om de woonlasten te betalen. Hoe rijk ben je dan? Dat hadden ze te danken aan de gemeente, die hen elk op een andere plek wilden plaatsen. Dan heb je inderdaad elk een uitkering nodig.  Maar de hulpverlening had hen in de steek gelaten en daarom hadden ze het heel goed samen, financieel wel te spreken.

Maar daar zou een eind aan komen als ze niet aan het werk gingen, zei het UWV. Alleen ze vallen door de ondergrens heen en zouden ze naar de dagbesteding moeten. Daar wilde het UWV nog niet aan.  En zij kregen angst.

In de brief stond dat ze verwacht werden om elf uur in de ochtend. Prima geen probleem. Met de bus is dat haalbaar. Maar wanneer gaat die bus dan? Dat hadden ze uitgezocht en met de strippenkaarten op zak konden ze vertrekken. Maar ja, hoe lang doe je daar over?  Waar moet je uitstappen, en hoeveel tijd heb je dan nodig om naar je bestemming te lopen?? Dat waren toch wel moeilijke vragen.

Maar plichtsgetrouw wilden ze natuurlijk niet te laat komen, dus besloten ze maar om de eerste bus te nemen die hen naar de plaats zouden brengen. Vertrektijd 04.05 uur vanaf het kruispunt. Oké dan maar vroeg opstaan.

Binnen een half uur bereik je de stad. Maar ja, waar stap je dan uit?? De eerste de beste halte stapten ze uit. En nu???
Daar hadden ze aan gedacht en de plattegrond werd uit de rugzak gehaald.

Wat is die stad toch groot. En waar bevindt jij je op die kaart??? Volgende probleem.  Na een tijdje te hebben gepuzzeld, liepen ze volgens de kaart. Steeds kijkend of ze er al waren.
Ze waren net op tijd, maar wel doodop van het lopen. Daar waar ze eigenlijk binnen een half uurtje er zouden moeten kunnen zijn, waren ze veel langer onderweg.

Veel later vroeg ik hen , hoe ze zich hadden gered. Vol trots lieten ze me de plattegrond zien.  Ze wezen aan waar het UWV zat. Vervolgens lieten ze me zien hoe ze hadden gelopen. Met de kaart op de kop hebben ze geprobeerd het te vinden. Maar ze liepen dus steeds de andere kant op. Uiteindelijk hebben ze aan een voorbijganger gevraagd waar ze naar toe moesten lopen. Dus ze waren op tijd!

Binnen zeven uur, wel te verstaan..................

zondag 18 december 2016

VRIENDIN VERSUS GELD

"Weet je, ik zou zo graag een vriendin willen hebben." hij kijkt me met grote ogen aan en gaat verder; "snap dat dan toch."

Ik begrijp het, want ieder mens is op zoek naar geluk, genegenheid, liefde en vriendschap. Natuurlijk geldt dat ook voor bijzondere mensen. Ik heb al veel vaker deze vraag gehoord. De wens is duidelijk, maar de uitwerking is lastiger. Dan wordt het ineens een ethische kwestie.

Bij hem hebben we de oplossing gevonden in het feit dat hij nog niet alles kan om zelfstandig te kunnen wonen. De vriendin vindt het vast niet fijn om elke keer je billen te poetsen.  Enerzijds motiveert het hem om het zelf te kunnen doen, anderzijds realiseert hij zich dat dat nog heel lang kan duren. Maar het verlangen blijft.

Tijdens een gesprek met Nico ging het erover dat hij om zijn best te doen, vroeg wilde opstaan. Als bewijs dat hij dan op tijd op de dagbesteding kon komen. Hij gaf aan dat Nico in het verleden wel vaak om 5 uur opstond om naar zijn werk te gaan. Nico gaf aan dat dat al heel wat jaren geleden was. Nog voor hij mij kende.

Een paar dagen later..
Na er over nagedacht te hebben, had de zorgvrager een bijzondere link gelegd. Naar je werk ga je om geld te verdienen. Naar je vriendin ga je omdat je van haar houdt. Dus moet er gekozen worden tussen geld verdienen of een vriendin.

Met deze wijsheid kwam hij bij mij. Ging voor me staan en vroeg of ik hem wilde helpen.
"Waarmee dan?"vroeg ik
"Wat zou jij kiezen het meisje of geld?" hij keek me aan en ik zat me af te vragen waar hij dit nou weer vandaan haalde.
"Dat is best moeilijk om te kiezen" gaf hij aan. Want ja hij wilde graag veel geld hebben en ook wilde hij graag een vriendin.
"Snap mij nou eens."  herhaalde hij weer.
"Weet je"  zei ik  "Je kan ook heel slim zijn en dan kies je voor een vriendin met heel veel geld."
Hier moest hij over nadenken. Want je zag hem de informatie verwerken.
Toen begon hij te lachen. Het kwartje was gevallen. Dat was de goede oplossing, als je een leuk meisje tegen komt dan vraag je gewoon even of ze een spaarrekening heeft waar veel geld opstaat.

woensdag 14 december 2016

AFSCHEID CLOUSSEAU

De pastoor zit tegen over mij aan mijn bureau. Samen bedenken wij hoe we nu verder moeten. Onze Jan is overleden. Wij hebben de verantwoording op ons genomen om een waardig afscheid te regelen. Maar nu waren we samen, met de begrafenisondernemer bezig om iets te bedenken voor een herdenkingsdienst. Niet te veel over het geloof, want daar had Jan niet veel mee. De Pastoor  geeft aan om iets over zijn leven te zeggen.

Zelf ben ik niet zo'n held om op zulke momenten iets te zeggen. "Wat voor muziek gaan we draaien?" vraagt de pastoor.  Dat vind ik moeilijk, want we hebben geen flauw idee waar Jan zijn voorkeur naar uitging. Aangezien het ook geen echte kerkdienst zou worden was kerkmuziek ook niet een optie.

De pastoor geeft aan dat hij nog wel passende liedjes heeft en hij zal wel wat regelen met de begrafenisondernemer.

Terwijl we in een kapelletje van de de begrafenisondernemer staan, rondom de gesloten kist, waarin Jan ligt , doet de pastoor een stukje over Jan zijn leven. Aansluitend geeft hij aan dat er nu een liedje van Clousseau zal komen. Ik veer op. Als trouwe fan van Clousseau, ben ik benieuwd welk liedje dat zal zijn. Ik ken ze allemaal uit mijn hoofd.

Behalve deze. Nooit van gehoord, maar o zo mooi. De tranen lopen over mijn wangen.

Jaren heb ik gezocht naar een cd van hen, waar dit liedje opstond. Hoe toepasselijk...
Toen mijn moeder overleed werd er een kerkdienst gehouden, waarin natuurlijk geen ruimte was voor dit liedje. Maar samen met mijn vader hebben we, vlak voor haar heengaan, geluisterd naar het liedje: Afscheid , op YouTube van Clousseau met de mobiel in mijn hand. Samen hebben we gehuild om het verlies wat veel te snel ging komen.

Het liedje heeft voor mij een hele belangrijke betekenis gekregen. In de auto draai ik het vaak. Dan krijg je weer het gevoel van gemis. Het verdriet steekt de kop weer op.

Dan krijgt één van de begeleiders te maken met een afschuwelijke lijdensweg. Haar vader zou het niet lang meer maken. Toch gingen er nog een aantal maanden overheen. Ik besef me dat in onze situatie, waar alles zo plotseling ging, nauwelijks tijd was om afscheid te nemen.

Zij hadden een aantal maanden. Of dat beter is weet ik niet, gelukkig kunnen we dat zelf niet bepalen. Maar zij hadden bij elke gebeurtenis steeds weer een moment dat dit de laatste keer zou zijn. De laatste keer samen een verjaardag vieren, de laatste keer samen een weekendje weg etc etc.

Dat hebben wij niet gekend. Maar eigenlijk kom je weer in eenzelfde situatie terecht, nadat iemand is heen gegaan. Want nu zeg je: de eerste kerst zonder, en de eerste verjaardag zonder......

Ik zit in de aula, om aanwezig te zijn bij het afscheid van haar vader. Ze hebben veel mensen om zich heen. Familie, vrienden en bekenden. Dat doet goed. Weet ik uit ervaring. Terwijl ik zit te wachten bedenk ik mij dat we ook al vaak gedacht hebben hier te komen, om afscheid te nemen van één van onze zorgvragers. Dat is ons nog bespaard gebleven. Mijn gedachten gaan uit naar een angst die ik wel eens heb, wat als Nico komt te overlijden?

Ik kijk rond en bedenk me wat we dan zouden doen. Wat ik zeker weet is dat we beiden uitgestrooid willen worden over zee. Daar waar we veel gelukkige momenten hebben gehad en nog hopen te hebben........
Wat voor muziek zou ik dan draaien? Er schiet me maar één liedje te binnen.

De dienst begint en de persoon achter de microfoon maakt een laatste groet naar haar vader. Dan komt het moment dat er een liedje wordt gedraaid. Het is stil in de aula. De man knikt naar een van zijn mensen dat het liedje kan beginnen.
Bij de eerste toon weet ik het al. Dat is het liedje, waar ik het ook steeds over heb. Ik schiet vol en leef mee met haar en haar familie. Die nu een moeilijke periode ingaan met de feestdagen voor de deur. De eerste keer zonder is begonnen....................
Sterkte!

Alles is voorgoed gedaan
Als jij er klaar voor bent
'k Heb aan je zijde gestaan
Mijn God, ik heb je graag gekend

Ik blijf nu hier jij gaat naar daar
En daar is niet zover van hier
We spreken af, ik weet niet waar
En daar ontmoeten we elkaar

Zonder jou tikt de klok even snel
Maar de tijden veranderen wel
Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan
Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Slaap zacht, je hebt het verdiend
Je vocht tot aan je laatste zucht
En ga, ga nu m'n vriend
En droom voor eeuwig opgelucht

Net zoals vroeger kom je wel terecht
Ik weet je vindt een thuis heel gauw
En ik herhaal wat jij me ooit hebt gezegd
In m'n hart blijf ik je trouw

Zonder jou tikt de klok even snel
Maar de tijden veranderen wel
Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan
Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

En ik weet ik zou dankbaar moeten zijn
Maar precies daarom doet het zo'n pijn









zondag 11 december 2016

BOWLEN EEN TOPSPORT

Bowlen is een topsport! Ja echt hoor. Ik vind het een topsport, zeker als je niet een goede conditie hebt en toch mee wilt doen.

Nu is bowlen vaak een groepsspel. Met meerdere personen speel je het spel. Het spel om een bal over een lange baad te laten rollen in de hoop maximaal 10 kegels om te gooien. Om de beurt mag je gooien. Een gezellige aangelegenheid waar je samen speelt, kletst, onder het genot van een hapje en een drankje.

Onze zorgvragers mogen om de beurt een uitstapje maken. Een uitstapje geeft de mogelijkheid voor een zorgvrager om één op één begeleid te worden, even buiten de groep te zijn. Het geeft vaak momenten waar open gesprekjes plaats vinden. Waar ze zichzelf durven en mogen zijn. Ze mogen zelf uitkiezen wat ze willen. Er wordt samen gegeten en een leuke activiteit gedaan. Dat kan het theater, bioscoop, wandelen, bowlen etc etc zijn.

Er zijn vaak dagen dat ze kiezen voor bowlen. Voor mij houdt dat in dat ik dan regelmatig op de bowlingbaan sta. Heb dus al enige ervaring, maar mis vaak de kracht om ze allemaal om te gooien. De zorgvragers hebben meer kracht en dat brengt mij in de problemen, want ik winnen..... ho maar.
Vaak plan ik een baan als er door een andere instelling ook banen gehuurd zijn. Dat is leuk, want dan kan hij de jongens ontmoeten, waarbij hij in huis heeft gezeten. Ze maken dan vaak even samen een praatje.

Het bowlen is dus een topsport. Als je met twee man dit spel speelt, dan ben je vaak aan de beurt. Met mijn leeftijd en slechte conditie ga ik op de bowlingbaan staan. Helemaal voorbereid. Van te voren pijnstillers genomen, met bril anders kan ik de kegels niet meer helder zien staan, aan het einde van de baan. Met een brees om mijn pols en mijn elleboog, sla ik mijn slag.

Maar het is uitputtend. Want hij gooit steeds een strike. Je weet wel: in de eerste gooi meteen alles omgooien. Dus ik ben sneller aan de beurt. Hij steeds één keer gooien en ik steeds twee keer. Tijd om op adem te komen krijg ik niet. Net als ik zit, met een kloppend hart en hijgend, ben ik al weer aan de beurt. De punten schieten omhoog. Ik probeer tijd te winnen, door de lichtste, gele, bal te nemen en dan te moeten wachten tot de bal weer terugkomt.

Daar heeft hij een oplossing voor. Zolang niet alle banen bezet zijn, pakt hij de gele ballen voor mij. Ik kan dus meteen door. Hij hoeft niet naar de wc, ik wel, natuurlijk om even uit te blazen. Maar dat kan je niet om de 5 minuten doen. Dus zit ik weer te puffen. De bril blijft nauwelijks op mijn neus zitten, want de zweetdruppels maken mijn neus glad.

Een praatje met de andere groep geeft me wel wat tijd. Maar hij wordt nog fanatieker, want hij wil niet onderdoen voor zijn vrienden. Dus gooit hij nog beter. Ik vraag hem of hij naar huis wil lopen, als grapje. Dus gaat hij gek doen, om mij te laten inlopen. Hij gooit dan bv de bal tussen zijn benen door, achterste voren op de baan, maar wel raak. Of hij neemt een andere bal, blijft haken met zijn vingers in te kleine gaten en ik kan nog net de bal ontwijken want hij vliegt mijn kant op, in plaats van de baan op.

Probeer maar eens een spel te spelen en je wilt niet winnen. Dat is moeilijk. Ik gooi niet hard maar wel recht. En dan heb ik hét weer. Bij de laatste keer gooi ik een strike, wel ja ik mag nog een keer opnieuw, Ik gooi in twee keer weer een spare en mag dus nog eens. Ik ben kapot. Mijn bril valt van de neus, mijn haren voelen plakkerig en daar waar hij zijn broek op hijst om nog een keer te gooien, plakken mijn kleren aan mijn lijf. Mijn spieren zijn uitgewerkt en ik ben blij dat de tijd om is.


Maar hij........................

Even eruit.............................
Even alle aandacht voor hem.................
En hij heeft gewonnen...........
Hij heeft de tijd van zijn leven......................en daar ging het om!!

woensdag 7 december 2016

WEG-OMLEIDING VOOR EEN AUTIST

 Het is een mooie zonnige dag in november. Lekker weer om te fietsen. De bomen kleuren bruinrood, door de bladeren. De storm van afgelopen weekend heeft niet alle bladeren weggewaaid. Het beloofd een mooie dag te worden.

Terwijl ik aan de telefoon in gesprek ben, gaat het alarm van mijn mobiel. Die kan ik even niet inzien. Kort daarna gaat mijn mobiel af. Ik geef hem aan Nico en hij neemt op. Crisis in een paar minuten.

Op de weg naar de dagbesteding is een hijskraan die werkzaamheden doet. Niemand mag er langs en worden omgeleid via andere wegen. Geen probleem zou je zeggen.

Ik beëindig mijn gesprek en lees mijn appje, ze zijn terug gekomen naar huis, omdat de weg is afgezet. Nu kunnen ze niet op tijd komen want ze moeten om fietsen. Ze hebben dan schrik dat ik boos word, omdat ze niet voor tienen aanwezig zijn.

Terwijl ik koffie haal, stuift een van de bijzondere mensen de kantine binnen. Helemaal van slag, want de weg was afgezet. Ze zijn via een bospad gekomen. Ze kunnen zich geen voorstelling maken welke weg je het beste zou kunnen nemen. Dat maakt ze onzeker. Met een kopje koffie wordt ze weer rustig.

Ondertussen hoor ik de mobiel van Nico afgaan. De volgende zorgvrager hangt aan de telefoon en geeft aan dat hij toch echt niet gaat om fietsen.

Probleem is natuurlijk dat hij zich geen voorstelling kan maken van de weg die hij nu moet gaan. Volgens hem moet hij wel 20 km om fietsen.  Er is inmiddels al een extra begeleider onderweg, maar het mag niet baten. Hij komt niet. Dus halen we hem maar op met de auto.

We dachten een rustige dag te hebben vandaag. Zo zie je maar, je kan niet alles plannen. Je denkt, dat hebben we gesleept, maar ze moeten aan het einde van de dag ook weer terug. Hoe lastig is dat, als je niet weet of je er wel of niet langs kan.

Ze zitten op de bank in huis en dan denk je, alles is voorbij. Dan komt er een wagen van de boodschappendienst voor de deur staan. Volgende probleem. Met z'n allen staan ze voor het raam en halen mij erbij. Die zijn te vroeg en mogen pas morgen komen. Want op donderdagmorgen om 10.00uur dan komen ze normaal. Weer zijn ze van slag.

De wagen rijdt door en keert op de parkeerplaats en rijd weg. Wat nu weer?????????? Hij was de weg even kwijt. Morgen zullen onze boodschappen wel op tijd gebracht worden zo als altijd.

Hopen dat morgen alles weer gewoon is en hun wereldje hetzelfde blijft als alle andere dagen.

zondag 4 december 2016

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET INSPECTIEBEZOEK AAN DE PIOENROOS BV

 Op 1 september 2016 bracht de Inspectie voor de Gezondheidszorg een onaangekondigd bezoek aan de Pioenroos BV te Bergen L Het streven is om drie weken na dagtekening van deze brief  ( 24 november 2016) het rapport actief openbaar te maken. Het wordt geplaatst op de website van de inspectie en blijft drie jaar op de website van de inspectie staan.

De Pioenroos valt, net als alle andere instellingen, onder het reguliere toezicht. Bij meldingen bezoekt de inspectie de zorginstelling. Bij onrechtmatigheden kan een instelling onder verscherpt toezicht komen te staan. De Pioenroos blijft onder het reguliere toezicht vallen en is niet onder verscherpt toezicht komen te staan.

De inspectie heeft een signaal ontvangen over de geleverde kwaliteit van zorg en mogelijke onrechtmatigheden. Er zou sprake zijn van belangenverstrengeling door geld weg te sluizen naar een ander bedrijf.

Enkele delen uit het rapport:
De huisarts, die nauw betrokken is bij de zorg van de bewoners  heeft in het kader van een uitvoeringsverzoek een notitie geschreven voor de Pioenroos, waarin verschillende handelingen genoemd worden. Over deze handelingen zijn instructies en aanwijzingen te vinden in de kamer van de nachtdienst. De medewerkers worden door hem ondersteund.

De diabetesverpleegkundige en de fysiotherapeut worden betrokken via de huisarts. Er zijn risicoprofielen onder deskundige begeleiding beschreven. Er zijn interne afspraken gemaakt over hoe er gehandeld moet worden bij escalatie ten gevolge van gedragsproblematiek.

Een video waar een epileptische aanval wordt getoond van één van de bewoners, wordt door de Kempenhaeghe gebruikt als lesmateriaal.

Binnen de Pioenroos is er aandacht voor deskundigheid. Naast de individuele trainingen blijkt uit documenten dat teambuilding aandacht kreeg. Van iedere medewerker is een VOG te vinden in de personeelsmap.

In het dossier op kantoor staan aan de hand van verschillende domeinen zorgdoelen geformuleerd. Ondanks dat het wonen gericht is op kwaliteit van leven en de nodige zorg, blijkt uit de doelen dat het behouden en stimuleren van de zelfredzaamheid van de cliënten aandacht krijgt.

De medewerkers zijn voldoende opgeleid om de cliënten te ondersteunen bij het innemen van de medicatie. Ze hebben geleerd over de medicatie die aansluit bij de cliënten, hoe (bij)werkingen geobserveerd en genoteerd moeten worden en wanneer ze de huisarts of de diabetesverpleegkundige moeten bellen. Eén van de medewerkers heeft als speciale taak medicatiebeheer gekregen en onderhoudt hierover contact met de huisarts en apotheek.

Op dit moment bestaat het MIC beleid uit het omgaan met risicoplannen, gericht op gedragsescalatie van cliënten die zich voordoet bij cliënten, zowel in het woonhuis of op de dagbesteding.

De inrichting van de slaapkamers en het afstemmen van de wensen van de cliënten op de dagbesteding, getuigen eveneens van aandacht voor de wensen van de cliënten en cliëntenperspectief.

Conclusie
De doelstelling van het inspectiebezoek aan de Pioenroos is behaald.
Wat de kwaliteit van zorg betreft is de conclusie dat er GEEN risico's of ernstige tekortkomingen zijn geconstateerd. Door het wooninitiatief is het gezin herenigd waardoor Pioenroos een belangrijk aandeel heeft in hun kwaliteit van leven.

Het inspectiebezoek had eveneens als doelstelling om het onderliggende signaal te onderzoeken. De vragen over de financiering zijn verklaard en inmiddels in overleg met betrokken partijen opgelost. Er bestaat GEEN disbalans tussen gedeclareerde zorg en geleverde zorg, waardoor het signaal over mogelijke onrechtmatigheden tijdens het bezoek niet zijn bevestigd.

Het MIC beleid behoeft verbetering en het organiseren van intern horizontaal toezicht behoeft aandacht. Hiermee is het toezichttraject van dit inspectiebezoek afgerond en wenst de inspectie Pioenroos succes met de verdere ontwikkelingen.

Een mooi rapport. Daar mogen we allemaal trots op zijn.

                 

Wat ook spreekt zijn opmerkingen van mensen in onze omgeving:

Een oom van één van de jongens zei: De Pioenroos is een warm nest.

Een moeder geeft aan dat als ze haar zoon naar een woongroep zou moeten brengen, ze hem met een gerust hart naar de Pioenroos zou brengen.

zorgkantoor schrijft: Gefeliciteerd met de mooie conclusie!

Bronlaak: Fijn voor jullie dat 't helder is nu.

De fysio : Ik ben zo blij dat ik een onderdeel van het geheel mag zijn.

Mentor: Petje af! ik zeg toch altijd: Ik ken niemand die zijn zaakjes zo goed voor elkaar heeft als jij (jullie)! Super! Proficiat! Ik ben er trots op dat mijn cliënten zo beschermd wonen en ik verwijs regelmatig naar jullie!

Het aller mooiste is dat een zorgvrager vraagt waarom we steeds zeggen dat we van de dagbesteding naar de woning gaan. We moeten zeggen dat we naar huis gaan. Want het is zijn huis,  zoals hij zelf zegt : Ik woon daar, dus is het mijn thuis!!!!!........................