zondag 25 december 2016

BONUSTIJD IN HET ZIEKENHUIS 1

"Oké, hij kan hier niet blijven" zegt onze huisarts. "Zijn zuurstofgehalte in het bloed is veel te laag." "Er moet gekeken worden waar dat vandaan komt, gecombineerd met het vocht achter de longen." Ondertussen pakt hij zijn medisch gereedschap weer in de dokterstas.

"Wat doen we? Bellen we de ambulance of gaat er iemand met hem mee?" vragend kijkt hij me aan. Ik schakel snel. Een ambulance laten komen kost minstens een half uur. Als wij de taken verdelen kunnen we binnen een kwartier alles gepakt hebben en al onderweg zijn naar de eerste hulp. "Ik ga met hem naar het ziekenhuis." geef ik aan.  De huisarts verzekert ons dat het niet levensbedreigend is en we dus rustig aan kunnen doen. Hij belt het ziekenhuis dat we er aankomen en geeft aan dat hij dan aan de zuurstof moet.

Snel verdelen we de taken. Eén naar de zorgwoning om de benodigde spullen voor een paar daagjes verblijf te halen. Eén maakt hem startklaar met jas aan etc. Ik rijd ook snel even langs mijn huis om het één en ander te pakken en dan vlug langs de apotheker om een medicatiepaspoort te halen.

We helpen hem in mijn auto en we rijden naar Beugen, het ziekenhuis waar we al heel wat nachtjes hebben vertoefd met diverse zorgvragers. Als ik parkeer bij de spoedeisende hulp, loop ik naar binnen om een rolstoel te halen en kijk ik of er iemand van de verpleging me kan helpen om de zorgvrager uit de auto te halen. In een dergelijke situatie is hij zo zwaar als een grote zandzak, die niet meewerkt, omdat hij te zwak is.

Ik sta voor de balie te wachten en zie de dienstdoende baliemedewerkster druk bellend heen en weer lopen van de ruimte van de balie weer naar de ruimtes er achter. Ze kijkt me wel aan maar blijft gewoon bellen. Ik besluit dat dit te lang duurt en ga het maar alleen doen.

Als ik terugkom met de zorgvrager in de rolstoel, ga ik weer voor de balie staan. Ze is nog steeds aan het bellen. Ik kijk de ruimte rond en zie meerdere mensen in de wachtruimte. Op het raam van de balie hangt een deurbel met een stickertje erop dat je kan bellen, als er niemand is. Ik druk op die bel en wacht weer af. Ze kijkt me even aan, draait zich om en loop een kamertje binnen. Nog steeds bellend. Ik druk weer op de bel. Niemand reageert. Er lopen diverse mensen in de ruimtes, maar niemand reageert. Ik druk weer.

Eindelijk komt ze in beweging en vraagt wie ik bij me heb. Ik geef de naam door en ze verzoekt ons om in de wachtkamer rustig te gaan wachten, want het is heel erg druk. Na twee minuten kan ik niet langer wachten. Ik loop weer naar de balie en vraag haar of ze op de hoogte is dat ik iemand met zuurstofgebrek bij me heb en dat hij aan de zuurstof moet.

Zuchtend gaat ze staan, loopt langzaam door de deur om in de wachtruimte te komen. Ze gaat voor hem staan, kijkt hem onderzoekend aan en zegt vervolgens: "Ik zei toch dat het druk was, u dient gewoon op uw beurt te wachten."
"Prima" roep ik luid, zodat iedereen het mee krijgt "Mijn verantwoording was om hem hier te brengen. Ik heb mijn taak volbracht, nu is het uw verantwoording. Dus als u denkt dat het wel even kan wachten ga ik toch gewoon zitten." Demonstratief ga ik zitten en zeg tegen mijn zorgvrager dat we gewoon even moeten wachten.

Ik zie haar twijfelen, want nu is zij verantwoordelijk gemaakt. Zonder ook nog maar iets te zeggen gaat ze weer naar achteren. Drie minuten later gaat de deur van de SPH open en worden we opgeroepen.
We worden naar een kamer gebracht en daar treffen we een verpleegkundige die me vraagt waar de noodzaak is. Nou gewoon hier, ik wijs naar onze zorgvrager.

Ze meet de zuurstof en roept verschrikt dat hij onmiddellijk op bed moet gaan liggen en aan de zuurstof moet. Er volgen allerlei onderzoeken en ze kijken niet zo vrolijk. Als er een paar deskundigen langs komen vragen ze mij wie beslissingsbevoegd is om te bepalen welke behandelingen ze nog wel gaan doen en welke niet. Waarbij ze aangeven dat er al een niet-reanimeerverklaring in zijn dossier zit.

Het is dus serieus. Ik noem de mentoren en ze vragen me om die te bellen en te verzoeken om meteen te komen. Oké, zover zijn we nog nooit gegaan. Ik bel en ze zijn binnen een half uur aanwezig.
Er worden diverse soorten behandelingen door genomen. Bij elke behandeling wordt er besloten of het wel of niet wordt gedaan. Heftig, want het lijkt erop dat zijn bonustijd voorbij is.

Even later zit ik alleen met onze zorgvrager, die aardig heeft meegekregen hoe het er voor staat. Hij draait zich op zijn zij en pakt mijn handen beet. Zachtjes trekt hij die naar zijn borst en druk ze tegen zich aan. Hij kijkt me droevig aan en zegt: "Ik ga nu."............

Ik schrik me een hoedje, want ik omarm het leven en reageer dus onmiddellijk: " Ik dacht van niet!!"
"Het is voorbij" zegt hij en streelt mijn hand.
Ik begin over de kerstdagen die voor de deur staan. En dat hij nog kadootjes moet kopen, en dat we hem nog niet kunnen missen. En dat hij mij beloofd heeft om in het nieuwe jaar weer aan het werk zou gaan in de fabriek, en..............en.......................
Ik roep alle peptalk die ik maar kan bedenken.

Hij is inmiddels weer wat rustiger geworden. Geeft toe dat hij nog pakjes moet kopen. Hij ligt een tijdje na te denken en zegt vervolgens: "Oké den ( = meisje), vooruit, we doen er nog een jaartje bij!."
"Daar hou ik je aan hé" zeg ik zacht.

Wisten we maar hoelang de bonustijd is...............................

Geen opmerkingen:

Een reactie posten