Ik pak mijn laptop in. De dag zit er weer op. Langzaam trek ik de rits dicht. Kijk op mijn bureau of ik niets ben vergeten. Zoek mijn sleutels en zoek een pen.
Die heb ik zo nodig voor het aftekenen van de handtekeningen boekjes. Als ik naar huis ga geef ik ze nog een knuffel. Die knuffel is een beloning, omdat ze op tijd waren, of omdat er een ontbijt is gegeten, medicijnen ingenomen, hondje uitgelaten. Anderen krijgen een stikker in het boekje als ze hun best hebben gedaan. Het principe is steeds gelijk. Ze zijn zelfs heel zuinig op hun boekjes. Die mogen niet zoek raken. Of zoals laatst per ongeluk in de wasmachine terecht gekomen. Dan is de ramp niet te overzien.
Maar het systeem werkt. Dus loop ik de hal in om de knuffels te brengen. Na het aftekenen loop ik terug naar kantoor. Op de voet gevolgd door een zorgvrager. Hij helpt me in de jas. Sluit de kastdeuren op kantoor. Pakt mijn tas, geeft me mijn telefoon en loopt voor me uit naar mijn auto. Ondertussen druk ik op de knop om de deur te ontgrendelen.
De deur wordt voor me open gedaan. Hij legt de tas achter mijn stoel. Dan mag ik instappen. Hij groet nog een keer vriendelijk en sluit mijn deur. Ik kan de motor starten en rijd achteruit.
Hij loopt langzaam naar de deur en kijkt achterom. Terwijl ik langzaam wegrijd, zwaait hij mij uit. Tot ik uit zijn gezichtsveld ben verdwenen.
Zo gaat het elke dag, zolang ze goed in hun vel zitten. Soms staan ze met meerderen te zwaaien. Of zitten ze vanuit de kamer mij uit te zwaaien. Alsof ik voor een hele tijd wegga. Dat is natuurlijk niet zo, want morgen ben ik er gewoon weer. Ik prijs me gelukkig. Wie wordt er elke dag uitgezwaaid, alsof je niet terug komt? Dat overkomt mij dus. Hoe geweldig is dat? Welke bazin, zoals ze me noemen, wordt er nu elke dag uitgezwaaid door de zorgvragers? Ze zitten goed in hun vel en hebben een leuke dag. Daar doen we het voor. Vandaag is dat weer gelukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten