Het is zomer. Bloemen en bomen staan in bloei en geven geuren af. Dat maakt dat de lucht zoetig ruikt. Het trekt de bijen aan. Als je goed luistert, hoor je het gezoem van de bijen, die honing willen maken. Het is warm, de hele dag al. Het lijkt zelfs in de avond niet af te koelen.
Precies, zoals de zorgvrager het wenste. Het is vandaag zijn dag. Hij mag uit. Daaraan vooraf, gaan diverse rituelen, die dagen van te voren worden opgestart.
Zijn haar moet perfect zitten. Dus laat hij een paar dagen van te voren zijn haren scheren. Uren staat hij voor de spiegel, want er mag geen haartje uitsteken, of langer zijn dan de rest. Is dat wel het geval, komt hij bij je met een schaar en het verzoek om die ene haar toch op de goede lengte te knippen.
Dan moet hij weten wat hij voor kleren mag dragen. Hiervoor vraagt hij altijd advies en draagt het alleen met goedkeuring. Hij kan kiezen tussen twee uniformen. Eén geheel in het teken van de Amerikaanse FBI, en de andere het politie uniform van Nederland. Hij weet dat de laatste officieel niet gedragen mag worden. Het liefst liep hij hierin iedere dag. Maar bij een uitje mag het.
Hij vraagt of het goed is dat hij zijn politie uniform aan doet. Want met dit mooie weer kan hij showen. Ik keur het goed. Dan moeten de kleren natuurlijk in de was, lekker ruiken en gestreken worden. Hij weet dat je met zoiets niet een uur van te voren moet aankomen. dus begint hij drie dagen van te voren te regelen dat het gewassen en gestreken wordt. Als het klaar is komt het pak aan de kast op een kleerhanger te hangen. Hij kijkt regelmatig of er geen kreukje is ingekomen. En doet een volledige inspectie. Dromerig, omdat hij uitkijkt naar ZIJN dag.
Hij vindt het heel belangrijk dat hij er zelf op die dag er goed verzorgd uitziet. Dus vraagt hij daags tevoren of hij op zijn dag een paar uur eerder naar huis mag. Want hij moet zich voorbereiden op de avond. Hij gaat dan zeer uitgebreid onder de douche, wast zich, scheert zich, en leegt een halve fles parfum over zich heen. Kleed zich aan, en gaat op de bank zitten wachten tot hij wordt gehaald. Stijf, om maar geen kreukel te veroorzaken. Als hij heel goed gemutst is doet hij de zilveren ketting en armband om, die hij ooit gekregen heeft, van mij. Dat was een stimulans om op de dagbesteding te komen in plaats van zich in bed schuil te houden om in de nacht spelletjes op de pc te doen.
Het is zo warm dat ik van mijn cabrio het dak en de ramen open heb staan. Dat is het beste wat hem kan overkomen. Want we gaan voornamelijk auto rijden. Dat doet hij het liefst. Langs me zitten en dan naar buiten kijken. Wat is die wereld toch groot. Het allermooiste is in een stad rijden. Hij met zijn arm losjes op de raamopening. Zo gaan zitten dat het politie-embleem zichtbaar is voor de mensen waar we langs rijden. Ze moeten vooral denken dat hij politieagent is. Hij denkt ook dat iedereen naar hem opziet. En vanuit zijn fantasie zegt hij ook steeds : Die mensen denken vast dat ik korpschef ben."
Je ziet zelfs dat mensen langzamer gaan rijden, omdat ze denken dat hij van de politie is. Dan kan zijn avond niet meer stuk.
Het wordt alleen lastig als het een beetje gaat waaien. Want dan wappert zijn bloes. Dan zien de mensen niet meer dat hij van de politie is. Dus gaat hij met zijn andere hand zijn bloes in de juiste houding houden, dat het embleem steeds zichtbaar blijft. Die houding is zo onnatuurlijk, dat hij er spierpijn van krijgt. Maar mopperen hoor je hem niet.
Als we terug zijn en hij stapt uit, zie je de verstijving in de lichaamshouding. Maar niet klagen, hij heeft weer een fijne dag gehad. Daar ging het om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten