woensdag 27 april 2016

ACUTE BLINDEDARMONTSTEKING DEEL 2



Afbeeldingsresultaat voor pleister
Ze staan ons op te wachten als we bij het ziekenhuis aankomen. We mogen gelijk in een onderzoekskamer gaan zitten van de SEH en moeten wachten op een arts.

Er komt een assistent die bloed afneemt en dan is het weer wachten...wachten...wachten.
Dan komt de bevestiging dat het een acute blindedarm is en dat hij klaar gemaakt moet worden voor een operatie.

De assistent komt weer en geeft aan dat zijn kleren uit moeten om vervolgens een schort aan te doen.
Hij is te ziek om het zelf allemaal te kunnen, dus we beginnen samen de kleren uit te doen. Groot is onze verbazing als de eerste sok uit gaat. Net als bij alle vingers heeft hij ook bij elke teen een pleister er omheen. Ik begin inmiddels te begrijpen waarom zijn ouders steeds klagen over hoe duur pleisters zijn. Bij de tweede sok hetzelfde aanblik. We hebben het dus over tien vingers en tien tenen.
Daarnaast heeft hij een rekverband om beide polsen en beide ellebogen. Maar ook om één enkel zit een heel lang rekverband, die er niet zo fris uitziet.

Verbaast vraag ik hem:"Waarom heb je dat verband om je enkel zitten?"
"Dat moet van de dokter"zegt hij zwak. Ik denk na, hij is al een tijdje bij ons en kan me niet herinneren wanneer hij een dokter heeft gezien.
"Waarom heeft de dokter dan gezegd dat er een verband om heen moet?"vraag ik nog steeds verbaast.
"Omdat ik hem verzwikt heb" zegt hij. Ik probeer me in te beelden wanneer dat dat was. Want ik had er nog nooit van gehoord.
"Hoe oud was je toen dat gebeurde?"vraag ik nieuwsgierig.
"zes jaar, ik weet het nog precies, het was bij de speeltuin en mijn oma heeft me naar de dokter gebracht" verteld hij.

Oké, zes jaar oud, denk ik, hoe oud hij nu is, volgens mij 20 jaar. Dat is dus veertien jaar geleden.
"Doe je dan nog steeds elke keer er verband omheen?"vraag ik.
"Ja want dat moet van de dokter, dat heeft hij gezegd" zegt hij stellig.

Ik denk na, wat is hier nu mis gegaan?. Hij doet dus al veertien jaar verband om zijn enkel.
Ik zit te peinzen en te gissen. dus vraag ik hem;"waarom doe je er nu nog steeds verband omheen?"
"Ik heb nog geen opdracht van de dokter gekregen dat ik er mee moest stoppen"

Het toppunt van autisme. De dokter geeft opdracht om er verband om te doen, maar geeft niet aan voor hoelang. Iets waar we rekening mee moeten houden voor in de toekomst.

We gaan verder met de voorbereidingen op de operatie.........................


zondag 24 april 2016

ACUTE BLINDEDARMONTSTEKING DEEL 1


Afbeeldingsresultaat voor sloop ziekenhuis boxmeer

Al een paar dagen zag zoonlief er niet florissant uit. Als je hem er op aansprak was er niets aan de hand. Uiteindelijk bleef hij thuis. Ziek, en lag op de bank.

"Dit kan niet langer" riep de vader "Jullie moeten iets doen"
"Beschrijf eens wat hij heeft, of doet " zei ik. Want dat er iets was wist ik ook, maar wat???

"Hij ligt maar op de bank en heeft buikpijn. Hij wil niet eens meer naar boven om te slapen."
"Oké,"zei ik "Dat is alarmerend.  Heeft hij koorts?"
"Hoe kan ik dat nou weten?" keek de vader me hopeloos aan.
"Nou dat kun je voelen of meten met een thermometer."
"Denk jij dat wij die kunnen betalen, die hebben wij niet, dus ik weet het niet, maar je moet nu meekomen naar huis." drong de vader aan.
"Maar wat dan, ik ben geen dokter" zei ik "we zullen misschien wel naar een dokter moeten"
"Dat gaat hij nooit doen, want hij is bang voor een dokter en is er nog nooit geweest. Denk maar niet dat hij daar heen gaat." Pa werd hopeloos en liep rondjes in mijn kantoor.

"Als ik zeg dat we naar een dokter moeten, dan gaat hij wel mee" zei ik overtuigend.
"Denk het niet" zei pa onzeker. "Maar," gaf ik aan " we zullen het moeten voorbereiden, dat hij niet te veel kans krijgt om moeilijk te doen."

Ik belde naar onze huisarts en legde uit dat ik een jongen had die niet alles begreep en bijzonder was. Maar nu even echt ziek was en dat iemand naar hem moest kijken.
"Kom maar meteen dan zullen we kijken " zei de assistente.
"Ja, maar dan zullen we direct naar de onderzoekskamer moeten kunnen, want er bestaat een risico dat hij de boel gaat afbreken door de angst" merkte ik serieus op.
De afspraak liep, ik zou naar hun huis en proberen hem mee te krijgen en als we aankwamen dan konden we gelijk doorlopen naar de onderzoekskamer.

Samen met pa rijd ik naar hun huis. Daar staat moeder al op de uitkijk, voor het raam en opent de deur. Ik loop naar boven en zie een hoopje ellende op de bank liggen.
"Hé man, wat ben jij aan het doen? Je laat me toch niet in de steek hé? " zeg ik en zie dat er echt iets ernstigs aan de hand moet zijn. Want je herkent hem niet weer terug.
Hij murmelt wat. "Kom" zeg ik "We gaan nu naar de dokter, ik heb alles geregeld en we gaan meteen naar het kamertje naast de wc" Ik pak hem beet en hij gaat zitten. "We gaan nu naar beneden en je gaat bij mij in de auto zitten en dan rijden we naar de dokter."

Hij is te ziek om te protesteren. We rijden erheen en binnen een minuut ligt hij op de onderzoekstafel. In verband met zijn privacy, ga ik op de gang zitten wachten. Er loopt een dokter naar hem en die verzoekt me om erbij te komen want hij zegt niets meer. Ik geef antwoord op een paar vragen. Vervolgend verzoekt ze me mee te komen naar haar spreekkamer.

Zeer boos kijkt ze me aan en zegt "Weet jij wel dat die jongen zwaar ondervoed is?"
Ik kijk haar verbaast aan, vooral omdat hij een buikje heeft, zou ik daar nu niet aan denken.
Maar ze zegt het alsof het mijn schuld is dat dat zo is. " Tja , je zou verwachten dat de huisarts toch een beetje op de hoogte is, van wat er in dat gezin afspeelt." geeft ik haar van repliek. "Maar volgens mij hebben we nu een ander probleem, of niet?"  ik kijk haar verwijtend aan.

"Ja een acute blindedarmontsteking, en hij moet onmiddellijk naar het ziekenhuis " zegt ze onvriendelijk. "Nou dat zullen we dan maar doen, ik breng hem wel" geef ik aan.
"Krijg je hem wel zo ver?" zegt ze. 'Ik wel, zorgt u er maar voor dat ze ons daar opwachten"
Zoonlief gaat mee en samen rijden we naar het ziekenhuis.................




woensdag 20 april 2016

ALLERZIELEN.....ONZE JAN DEEL 3

Onze Jan was begraven, maar het had veel impact gehad op onze zorgvrager, de vader. Jan was zijn maatje. Elke avond zaten ze bij elkaar en dronken ze tot diep in de nacht. Ze hadden in de loop der jaren een band opgebouwd. Ze waren echte vrienden.

Nu was Jan er niet meer. Voor onze zorgvrager een gemis. Hij was behoorlijk geschrokken en onder de indruk. Want het was wel duidelijk dat onze Jan door de alcoholverslaving aan zijn einde was gekomen. Het gebeurde vlak voor de zomervakantie. Hij kon er maar niet aan wennen. De eenzaamheid in zijn eigen flatje sloeg toe. Maar ook de angst, wat er  kan gebeuren als je zo door blijft leven ?

De zomervakantie brak aan. Een periode voor onze zorgvrager, waarin hij geen medicatie nam, volledig uit zijn dak ging en drie weken aan één stuk dronken was. Zo verliep elke zomervakantie. Als dan de vakantie voorbij was en het werk ging weer van start, dan kwamen de problemen. Elke keer als hij weer moest beginnen dan kwam hij op zijn "werk" en binnen een dag ging het mis. Dan kreeg hij een epilepsie aanval en kon hij worden afgevoerd naar het ziekenhuis. Dit verliep al jaren zo bij elke vakantieperiode. Ook na het overlijden van onze Jan was dit het geval.

Maar in het ziekenhuis troffen we voor het eerst iemand die mee wou denken met de verslavingsproblematiek. Omdat wij steeds beweerden dat hij een probleemdrinker was en dus ervan af geholpen kon worden, wilde deze persoon met ons meedenken. We hadden overlegd dat het goed zou zijn als hij de eerste week daar zou blijven en in slaap gehouden zou worden. Dan kon zijn lichaam alvast afkicken. Zonder dat hij er last van had.  Na een week werd hij wakker gemaakt en werd hem verteld dat hij minimaal nog een week moest blijven. In die week kon hij niets. Niet roken en niet drinken. In die week lieten wij ook niets van ons horen. Er kwam helemaal niemand en hij lag daar moederziel alleen. Toen ik na een week op bezoek kwam om wat kleren te brengen, was hij compleet gebroken. Hij huilde verschrikkelijk en dacht dat hij ons nooit weer zou zien. Samen met de verpleging kregen we hem zover dat hij wilde stoppen met drinken.

De afgelopen maanden hadden invloed gehad. Hij wilde zijn leven beteren. Zijn ex-vrouw gaf aan dat als hij werkelijk kon stoppen met drinken zij wel weer contact met hem wilden. Alles bij elkaar genomen was vader enorm gemotiveerd om te stoppen met drinken. Hij liet zich opnemen bij de GGZ en na 12 weken mocht hij naar huis.

De maand november was aangebroken. De maand waarin in de katholieke kerk Allerzielen werd gehouden. Omdat wij onze Jan hadden begraven, waren wij voor de kerk het aanspreekpunt. Daarom kregen we een uitnodiging om de kerkdienst bij te wonen en onze Jan te herdenken.
Wat was er nu mooier dan onze zorgvrager mee te nemen, het kaarsje naar voren te laten brengen en het kruisje in ontvangst te nemen. Onze zorgvrager die door de dood van zijn beste vriend de moed had om te stoppen met drinken. Hij stond inmiddels al heel wat weken droog.

Toen we de kerk in kwamen zagen we veel familieleden van onze mensen. En zij zagen ons ook. Vanuit hun ooghoeken hielden ze ons in de gaten en vroegen zich waarschijnlijk af waarom we onze zorgvragers ( hun familie) hadden mee genomen.

Nou, dat hebben ze geweten. Toen het moment daar was om de doden te herdenken, stond onze zorgvrager op. Met een brandend kaarsje liep hij trots naar voren, niet wankelend omdat hij in de olie was, maar kaarsrecht omdat hij nuchter was. Voor onze Jan bracht hij een kaarsje naar voren. Stond in de rij en keek ons heel blij aan. Zijn familie lieten niets van zich horen. Maar voor hem was dit een nieuw begin van een nieuw leven zonder alcohol.
De dood van onze Jan heeft ervoor gezorgd dat er een motivatie was om te stoppen met drinken.
Allerzielen werd zo voor ons een gedenkwaardige dag. En onze Jan zullen we nooit vergeten!!

zondag 17 april 2016

ONZE JAN DEEL 2

Daar zat onze Jan, levenloos op de wc, in verstarde houding. De schok was groot. Dit hadden we niet zien aankomen. Wat nu?......

Ik gaf de gegevens door, met de mededeling dat ik zijn geld beheerde. Het vreemde was dat de hele straat kwam aanlopen, behalve de buurvrouw, die een zus van hem is. Die was in geen velden of wegen te bekennen. De arts stelde zijn dood vast en wij vertrokken naar huis. Want wij waren geen familie. Zijn fiets stond nog buiten. In de boodschappentas zat zijn portemonnee. Maar het weekgeld was verdwenen. Er was dus iemand geweest, die het geld mee genomen had en waarschijnlijk 112 heeft gebeld. We zullen nooit weten wie dat gedaan heeft.

Het werd maandag, na de beruchte vrijdag. De bel ging, op de fabriek, en er verschenen mensen aan de deur, die aangaven dat ze boers en zussen waren van onze Jan. Aan tafel gaven ze aan dat ze geen bankafschriften konden vinden, en dat ze wilden weten hoeveel geld hij bezat en wat zijn schulden waren. De manier waarop dit ging, stuitte me tegen de borst. Ik gaf aan, om tijd te rekken,  dat ik daarvoor het één en ander onder elkaar moest zetten. Dat ze de volgende dag maar moesten terugkomen. De familie vertrok, met de mededeling morgen terug te komen.

De telefoon ging, het was dinsdagochtend, en ik kreeg iemand van de gemeente Bergen aan de lijn. Ze vertelde dat de familie net langs was geweest om afstand te doen van de erfenis van Jan. Nu was het aan de gemeente om de uitvaart te regelen. Maar ze wilden eerst met ons overleggen, omdat als zij het regelen dan werd er geen uitvaart geregeld. Ze vonden ons altijd zo sociaal betrokken bij het personeel en vroegen ons mee te denken. Zij brachten hem dan naar het crematorium, omdat dat het goedkoopst was. Koud en kil. En verder werd en niets gedaan. Ze vroegen of wij het niet wilden regelen. De financiën waren dermate goed dat we het van zijn gespaarde geld konden betalen. Dus wij namen de verantwoording.

In de middag kwamen die broers en zussen weer langs. Zij wisten niet dat we gebeld waren door de gemeente. Ze kwamen even informeren of ze het geld mee konden nemen, U begrijpt dat we op een nette manier de mensen de deur hebben gewezen. Wat zou Jan teleurgesteld zijn, hij was er zo van overtuigd dat ze alles zouden regelen. Maar ze hadden zijn huis onderzocht en spullen mee genomen, zonder overleg, en bij ons kwamen ze met een schijnheilig gezicht zijn geld even halen. Inmiddels was het huis vergrendeld door de politie en niemand mocht er meer in.

De pastoor kwam en de begrafenisonderneming. Hij was vrijdag gekleed in werkkleding die ze bij de aula hadden weggegooid. Maar we konden niet meer bij zijn kleding. De pastoor had de oplossing. Je wordt naakt geboren en gaat naakt terug. Dus was hij gewikkeld in doeken en de kist bleef dicht.
Samen met onze medewerkers stonden we in de aula en herdachten hem, samen gingen we hem wegbrengen naar het kerkhof in Gennep. Samen droegen we de kist. Alhoewel er wel wat familieleden waren komen opdagen en ik had zijn stiefkinderen gevraagd mee te komen. Het was een waardig afscheid. Met zijn stiefkinderen liep ik nog even  langs het graf van hun moeder. De oorzaak van onze ongelukkige Jan. Maar ze waren weer samen.

We hadden niet gekozen voor een koffietafel. Maar als collega's onderling en de pastoor zijn we naar zijn stamcafe gegaan en hebben we  een laatste rondje gedronken en geproost op het leven. En op onze Jan................

dinsdag 12 april 2016

ONZE JAN DEEL 1

Je ziet het vaak aan de huid van het gezicht. Die grauw van kleur is en ruw. Je ruikt het vaak, op tijden dat je het nog niet verwacht, omdat het eigenlijk te vroeg is. Je ziet het vaak aan de reactievermogen van de persoon, die veel te wankel is.

Een alcoholist is vaak herkenbaar. Niet alleen omdat hij het verkeer staat te regelen in Bergen op het plein, of al slingerend de weg op fiets. Maar je ziet het hoe hij voor de deur staat als hij aanbelt. Of aan het glas op het aanrecht, die snel wordt weggezet. Of aan de verstop mogelijkheden die worden gecreëerd om de flesjes weg te werken als iemand voor de deur staat. Ik ken zelfs iemand die in de reserve wiel achter in de auto een tank heeft laten maken waar de voorraad ongezien wordt opgeslagen.

Inmiddels hebben we ervaring gekregen met mensen die afhankelijk zijn geworden van alcohol. Sommigen zijn probleem drinkers en kunnen stoppen als de problemen voorgoed zijn opgelost.
Maar sommigen zijn niet te helpen. Het blijven altijd alcohollisten. Maar je kunt wel hun leven dragelijker maken.

Zo was onze Jan. Hij kwam via de gemeente voor een gesprek, voor een stageplek. Het was vroeg in de middag en hij rook al naar alcohol. De bocht om naar mijn kantoor was te scherp en hij liep tegen de deurpost aan. Een lieve zachtaardige man. Superdun, geen bierbuikje te bekennen. Maar hij miste zijn vrouw zo erg, dat hij de dagen probeerde te vergeten door in een roes te leven.

Afschuwelijk hoe verdrietig iemand kan zijn en geen perspectief meer heeft voor de toekomst. Hij kwam en hij bleef. Hij stond open voor hulp om zijn financiën te regelen. Dus zorgde ik voor weekgeld en de schulden werden afgelost. Ik beheerde de rekening en hij probeerde de weken door te komen, door bij ons te komen.  Zelfs in zijn vakantie kwam hij om te klussen aan de machines die onderhoud nodig hadden. Om maar niet alleen te hoeven zijn.

Vaak vroeg ik hem wat ik moest doen als hij kwam te overlijden. Want ja wees eerlijk, echte alcoholisten worden niet zo oud. Ik had inmiddels aardig voor hem gespaard. En wilde graag weten wat ik moest doen als die ene dag zou komen. Standvastig antwoordde hij dan dat al zijn broers en zussen alles zouden regelen. Daar geloofde hij heilig in.

Hij was niet vaak ziek, maar inmiddels had hij korsakov. Hij had een niet bestaande vriendin, waarop hij zat te wachten bij de bushalte. Hij zag de gietmachine in de woonkamer staan en wilde niet dat er verf op zijn bank zou komen.

Hij voelde zich niet goed, maar kwam wel elke dag om te werken. Ik had hem naar huis gestuurd, omdat hij er niet goed uitzag. Rond twaalf uur was ik zijn weekgeld komen brengen.
Rond drie uur belde een vriend op dat het verstandig was dat we naar Jan gingen, de ambulance stond voor de deur. Het zag er niet goed uit zei hij nog.

Wij hadden besloten dat hij dan maar een paar dagen bij ons moest blijven tot hij opgeknapt was. Dus we reden naar zijn huis. De ambulance stond inderdaad voor de deur. Voor zijn huis stond zijn fiets, met boodschappentas klaar om zijn bier te halen. We liepen naar binnen en Nico zei "waar is Jan?" De broeder stond met opgevouwen armen in de gang en wees naar de toilet.
Nico trok de deur open en zei: "Kom op Jan we nemen je mee."

Wat we niet wisten was dat onze Jan dood op de wc zat.  Die ene dag was aangebroken...........

zaterdag 9 april 2016

FRANS BAUER.....WE ZIJN ER WEER

Afbeeldingsresultaat voor frans bauerIk kijk in het rond. Als ik mijn been strek haal ik bijna het begin van de trap. Dé trap die leidt naar het podium. Hét podium waar straks Frans Bauer gaat optreden. Nog nooit zo dicht bij de oplossing gezeten. Ik besluit om geen stress op te wekken, we wachten wel af wat er staat te gebeuren. Bij de trap staat een bewaker, die alles in goede banen moet leiden.

Toch is het anders. Bij de meeste concerten die we hebben meegemaakt is ongeveer de helft een bijzonder mens en de andere helft is de begeleiding. Hoe je dat herkent?? Degene met een smartfoon dat zijn bijna allemaal de begeleiders. Die zijn niet met het concert bezig, maar de bijzondere mensen kijken hun ogen uit in de wachtruimtes en stralen helemaal, ook in de zaal.

Maar hier is een andere mix. Er zijn veel mensen van mijn leeftijd of nog ouder. Terwijl we afwachtend zijn van hetgeen gaat gebeuren, valt zelfs mijn zorgvrager het op dat het anders is.

Met veel geluid en spetters begint de show.  Mooie liedjes komen voorbij. Maar er komt niemand op het podium. Halverwege de show voor de pauze, komen er twee vrouwen, die de trap mogen bestijgen. Ze kijkt me aan, zou het dan vandaag dé dag zijn?? Ik weet het ook niet, want andere keren staan ze in de rij. Nu niet.

In de pauze zie ik een vrouw met bloemen en een cadeau. Ze legt het op het randje van het podium. "Kijk" zegt ze "die gaat direct ook het podium op."  Maar in de tweede helft gebeurt er niets. Er komen twee andere vrouwen aan die op het podium willen, maar ze worden weggestuurd. "Het mag niet vandaag" zegt ze ontzet. Die andere vrouw zien we ook niet meer en de bloemen en cadeau liggen er niet meer. Voor haar onbegrijpelijk.

Ik denk hierover na. Ik kan me best voorstellen dat hier een halt aan is toegeroepen. Want er stonden steeds meer mensen in de rij. Frans Bauer wil ook graag , terecht, alles in goede banen leiden.
De laatste keer dat we erbij waren ontstond er iets heel onverwachts. Ook Frans Bauer was even van slag. In de rij stond een bijzondere jongeman. Toen hij eindelijk naar Frans Bauer mocht, gaf hij hem een knuffel, zwaaide naar het publiek. Frans stelde hem een vraag, maar daar gaf hij geen antwoord op. Dus Frans vroeg nog iets, waarop de jongeman zei: "Ik kom helemaal niet voor jou."

Frans heel verbaasd "Waar kom je dan voor?" "Ik kom voor die dames in het achtergrond koortje" zegt hij verlegen. "Mag ik die een knuffel geven". Frans is verbouwereerd en schiet in de lach. "Ja, je komt dus helemaal niet voor mij" zegt hij "Dat zijn wel mooie dames hé?" De jongeman glundert helemaal. Hij neemt een sprint en vliegt de dames om de hals. Het hele publiek moet lachen om de situatie. Maar de jongeman was niet van plan om te vertrekken. Heeft dus tot het einde van de show daar gestaan. Hij heeft vast een geweldige avond gehad.

Maar ik kan me er alles bij voorstellen, dat er rust gecreëerd wordt. Want we komen toch echt voor Frans Bauer. Dan maar niet op het podium. Mijn zorgvrager heeft genoten en geaccepteerd dat je niet steeds op het podium mag komen. Bedankt Frans voor de fijne avond........

donderdag 7 april 2016

DE PLAYBOY

"Wist je dat er nu een playboy is van het leger?" zegt hij opgewonden. "Echt waar?" vraag ik.
"Ja die kan je nu kopen." geeft hij aan. "Nou dat zal dan wel eenmalig zijn." zeg ik.
Afbeeldingsresultaat voor vrouwen in het legerHij kijkt mij niet begrijpend aan, haalt zijn schouders op en zegt "Weet ik veel."
"Heb jij die dan gekocht?" vraag ik.  "Nee, nog niet."

Ik denk na over het thema. Een playboy vol met mooie vrouwen in legertenue. Boven op mooi gepoetste tankwagens. Daar kan je wel een blad mee vullen.

"Ik ben benieuwd hoe die ruikt." vervolgd hij zijn verhaal. "Ruikt?" vraag ik verbaast. "Papier ruikt toch niet echt."
"Papier, waar heb je het over?" vraagt hij verbaast.
Ik kijk hem nu onbegrijpend aan, en realiseer me dat hij het waarschijnlijk over iets heel anders heeft als dat ik denk. Dus vraag ik hem "Waar heb jij het dan over?"
"Over de deo, bij het Kruidvat, die hebben een andere geur met een legerafdruk op de verpakking."
Oké, dat kan ook nog..................

woensdag 6 april 2016

MUZIEK DOET LEVEN.

Afbeeldingsresultaat voor muziek
Ik kom uit een muzikale familie en beleef muziek als onderdeel van je leven. Als ik de muziek opzet die ik tijdens mijn studententijd beluisterde dan kom ik weer in die sfeer. Als ik liedjes hoor op de radio uit de jaren zeventig, dan beleef ik weer de tijden van de pubertijd. Als ik verdrietig ben dan zet ik muziek op om er uit te komen en weer blij te worden.

Als ik in de auto alleen ben dan staat mijn lievelingsmuziek knoeper hard en jubel ik mee. Niemand die last van me heeft als ik een valse noot zing. Muziek is emotie. Je hele lichaam doet mee en je voelt de trillingen van de muziek, zijn instrumenten en je hartslag gaat sneller. Je kunt je uitleven, uitschreeuwen en wie heeft er geen buren gehad die de muziek veel te hard hadden staan en het was jou smaak niet. Kortom muziek is leven en het leven zit in jou. Muziek is durven, durven mee te zingen of alleen. Muziek is kennen, want als je het vaak draait ken je alle liedjes uit je hoofd. Samen met mijn vader moest ik tijdens de afwas oefeningen doen. Om je stembanden te trainen, je longen lucht te geven en vooral dat je leerde de melodie vast te houden terwijl je vader een tweede stem zong.

Toen de kinderen kleiner waren draaide ik ook mijn muziek in de auto. Ja ze kenden alle liedjes en ze waren te klein om aan te geven dat het niet hun smaak is. Op een dag kwam zoonlief terug van school. Helemaal blij. Hij had een vraag geweten die niemand wist. Ze hadden muziekles en de juf had de vraag: Wat wil Carolientje ?? "Omdat ik altijd naar die muziek van jou moet luisteren in de auto, wist ik als enige van de hele klas het antwoord." zei hij trots. Een liedje van Willeke Alberti en het antwoord is een man. Hoe blij hij was. Want niemand had een moeder die zoveel muziek in de auto draaide.

Wij hebben geen isoleercel bij ons in de zorgwoning, en ook niet op de dagbesteding. Wij zijn tegen eenzame opsluiting, waar die bijzondere mensen hun "zonden" moeten overdenken. Oké, dan sneuvelt er maar een servies, maar om ze dan op te sluiten gaat mij te ver. Ik heb een betere oplossing voor als er iemand ontspoort, of uit zijn dak gaat. Zeker toen we begonnen met de professionele hulp, was dit een hele goede oplossing.

Ik had ze geleerd dat muziek heel belangrijk was. Iedereen had wel een paar liedjes die ze mooi vonden. Al pratende merkte ik dat ze net zo veel voelen op muziek als ik. Het kon hen een beter gevoel geven. Zonder dat ze de betekenis kenden, zoals ik die aan muziek geef, gaven ze gevoelsmatig diezelfde betekenis aan muziek als ik. Niet alleen de melodie, maar ook konden de teksten soms een diepere betekenis hebben voor ze.

Zo heeft er één een liedje, die hij opzet als hij boos is op mij. De hele dag door staat dat liedje op repeat. Op een gegeven moment vertelde hij mij de betekenis van dat liedje en vooral hoe ik het moest begrijpen. In de tekst staat een zin dat hij zijn eigen weg gaat. Dat was zijn uitleg aan zijn broers. Zo van ze zoekt het maar uit, ik ga mijn eigen weg. Maar het refrein gaf aan dat hij er altijd voor me zou zijn. Dus legde hij uit, als je dit liedje hoort, dan weet je dat ik boos ben, maar ik zal je nooit alleen laten. Alleen mag niemand dat weten.

Ik heb van alle zorgvragers een CD gevraagd met hun lievelingsmuziek er op. Als er dan één bij mij in de auto zit dan draaien we de CD die is uitgekozen. Als ze bij mij in de auto zitten zijn ze meestal blij. Want ze mogen met mij mee. Dat geeft een veilig gevoel.

Van dat gevoel heb ik gebruik gemaakt. Als er eentje uit zijn dak ging, even van het padje was, of helemaal geflipt. Dan nam ik ze bij de hand. Zette ze bij mij in de auto en we gingen rijden. Afhankelijk van de ernst, waren de ritjes langer of korter. Ik zei dan niets, deed hun muziek op en zette die zo hard dat we echt geen gesprek konden voeren. Na een half uurtje waren ze dan weer een beetje rustig en kon je weer een gesprek voeren.

Doordat je dan geheel op elkaar bent aangewezen, want er zit verder niemand bij je in de auto, kon je gaan uitzoeken wat er was gebeurd. Kon je een gesprek voeren, hoe we de situatie konden verhelpen en verbeteren. Maar sterker nog was de mogelijkheid die ze van mij kregen om mee te zingen op hun lievelingsmuziek. Dat was voor hen een hele overwinning. Hard op zingen, en je hoefde je niet te schamen. Samen brulden we mee op de muziek. Bewoog hij zachtjes mee op de deining van het ritme, want de bas had ik versterkt. Dat voel je dan echt van binnen. En dat maakte blij!!

Zo keerden ze terug op aarde, met de beide benen op de grond. Met een glimlach naar de toekomst. Zonder afgezonderd te zijn in een isoleercel. En weet je? We hoeven niet meer in de auto, om ze rustig te krijgen. Ze gaan naar hun kamer en zetten heel hard de muziek aan. En als ze zover zijn, om je uit te leggen waarom het even niet ging. Dan komen ze praten. Hoe geweldig is dat?..............

zondag 3 april 2016

SCHRIKKELJAAR IS INGEWIKKELD

Afbeeldingsresultaat voor kalendersZachtjes hoor ik geklop op mijn kantoordeur. De manier van kloppen verraadt degene die achter de deur staat. "Kom maar binnen" zeg ik. De deur gaat open. Maar hij blijft keurig voor de deur staan. "Ik wil wat aan je vragen en dat gaat makkelijker als ik binnen ben, mag ik dus binnen komen?" vraagt hij. "Kom maar binnen" Hij stapt weer symbolisch over de drempel, die er niet zit.

Hij is vandaag jarig, dus ik sta op om hem te feliciteren. "Mag ik je een zoen geven, op je wang?" vraag ik netjes. Zonder te kijken zegt hij "Echt niet want je hebt lippenstift op" . "Hoe kom je daar bij?"vraag ik verbaast. Want dat is niet zo. Hij komt dichterbij en bestudeert mijn lippen. "Wel waar, je hebt lippenstift op" "Heb je iets in je ogen?"Maar ik bedenk me dat bij andere verjaardagen  bij het feliciteren dat wel het geval is. Dat is ooit begonnen als grap, waarbij ik iedereen om te bedanken een zoen met heel veel lippenstift op hun wangen had gegeven en ze allemaal tijdens het feestje een gekleurde wang hadden. We hadden toen de grootste lol, en iedere keer met een verjaardag verheugden ze zich op een mondafdruk op de wang. Want dan hoorde je er echt bij.

Hij bestudeert nogmaals mijn lippen, en gelooft me nog steeds niet. Ik geef een zoen op mijn hand. "Kijk maar je ziet niets" Hij bestudeert mijn hand en kan ook niets zien. Dus ik mag hem een zoen op de wang geven. 'Maar" zegt hij "ik wil je wat vragen."  "oké roep maar."

"Ik wil graag vrij zijn, vandaag met mijn verjaardag" zegt hij, terwijl hij op de dagbesteding in mijn kantoor staat. "Dat zal niet gaan" geef ik aan, "je bent hier al." "Maar ik heb altijd vrij met mijn verjaardag"roept hij. Ik denk na, hoe het vorig jaar zat. "Ja, maar vorig jaar was je op een zondag jarig, en het jaar ervoor op een zaterdag, dus het was toeval dat je vrij was."

"Hoe komt je daar nu bij?" vraagt hij. "Weet je niet wat voor een dag het vandaag is? Het is vandaag dinsdag en dus was ik vorig jaar op een maandag jarig en toen was ik ook vrij" Hij kijkt triomfantelijk. "Vorig jaar was je echt op een zondag jarig, maar dat komt omdat het dit jaar een schrikkeljaar is." geef ik aan.

"Hu, wat is dat nu weer, daar heb ik nog nooit van gehoord?" hij is helemaal verbaasd. Een andere zorgvrager, die inmiddels ook op kantoor is probeert uit te leggen dat het een schrikkeljaar is. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Want hoe leg je dat nu uit aan mensen die niet alles begrijpen. De werkelijke uitleg is best gecompliceerd. Maar onze zorgvrager lost dit zeer eenvoudig op. Hij pakt de kalender erbij en wijst op de dag van 29 februari en geeft aan dat dit de extra dag is, waardoor alles opschuift.

"Maar waarom dan?"blijft hij verbaast vragen.  Het antwoord is heel simpel en eenvoudig: "Nou gewoon omdat de kalender het zegt." Oké.....