Buiten is de hemel zwart gekleurd. Hier en daar zie je witte sterren. De maan schijnt volop en verlicht de straat. De lantarenpaal licht het nachtleven bij. Onze straat is rustig. Er staan maar vier huizen, aan beide kanten twee. Tegenover ons huis woont de overbuurman. Wij zijn de enigen met een overbuurman. Aan beide kanten, van de straat, is een braakliggend stuk grond waar nog een woning gebouwd kan worden.
Onze voortuin hebben we veranderd met bestrating. Aan de ene kant staat een mooi dolfijnenbeeld, midden op de stoep, om te voorkomen dat er een auto wordt geparkeerd. Want dan zit je in de woonkamer tegen een auto aan te kijken. Op het andere stuk staat een boom, en op de hoek onze brievenbus.
De nacht is stil. Iedereen ligt in bed. Soms hoor je het geluid van een vallende mobiel. Daar is er dan één in slaapgevallen met de telefoon in zijn hand. Op het nachtkastje van de slaapdienst staan twee camera's. Zolang er niet bewogen wordt, staan de schermen op zwart. Het geluid staat aan, zodat je alles meekrijgt als er iets zou gebeuren. Zodra er beweging komt, dan licht het scherm op en kan je meekijken. Het is noodzakelijk in verband met epilepsieproblemen en achteruitgaande bewoner.
Wij hebben slaapdiensten. Je slaapt, maar kan indien er hulp nodig is een helpende hand zijn in de nacht. De meeste nachten verlopen voorspoedig. Er gebeurt weinig en meestal kan je doorslapen tot de volgende ochtend.
Verderop ligt een kroeg. Daar valt kennelijk veel te beleven, want je kan ze regelmatig horen. Zelfs als je binnen bent en je ligt al in bed. Langs de kroeg liggen de voetbalvelden. Vanuit de kantine komt ook vaak lawaai. Op zich zijn het geluiden die horen in een omgeving van een gemiddelde doorsnee woonwijk.
De momenten waarop de sportmannen of kroeglopers naar huis willen, dat zijn de momenten waarop er overlast kan komen. Onze straat is geen doorloopweg, maar toch komen ze vaak langs ons huis. Met veel geschreeuw, gooiend met lege blikjes die ook als voetbal wordt gebruikt. Heel vaak proberen ze of onze brievenbus ook om kan vallen. Maar die staat stevig in de grond, met een betonblok. Toch worden deze momenten als bedreigend ervaren door onze bijzondere mensen.
Doordat de nacht stil is komt elk geluid veel harder binnen. Het vervelende is als er één wakker wordt. De veiligheid komt in geding en ze liggen vaak wakker onder de dekens hopende dat ze snel voorbij lopen. Eén van de jongens heeft er iets op bedacht. Het is onze politiekenner en die heeft voor een verjaardag ooit een politielamp gekregen. Een soort lantaarn van twintig centimeter hoog met batterijen. Als je de lamp aandoet dan kan je het op constant aan zetten of op de zwaailicht stand. Bij de laatste gaat er een blauw licht rondom zwaaien.
In het donker valt dit erg op. Dus als er weer een groep blijft hangen in de buurt en hij wordt er wakker van dan pakt hij zijn lantaarn, schuift het gordijn opzij en zet de zwaailichten aan. In het donker valt dit erg op. Het werkt altijd, want zodra het blauwe licht de straat vult, weten de sportmannen en kroeglopers niet hoe snel ze weg moeten lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten