zondag 1 mei 2016

ACUTE BLINDEDARMONTSTEKING DEEL 3


 

Toen we bij de huisarts aankwamen was het ongeveer 3 uur in de middag. Inmiddels is het al acht uur in de avond en we wachten nog steeds.

Hij is helemaal gereed voor de operatie. Je merkt dat hij steeds zieker begint te worden.
"Ik ga naar oma toe" geeft hij aan. 'Ik dacht het niet" reageer ik onmiddellijk." Oma is in de hemel en daar hoor jij nog niet. Jij hoort bij ons en je mag ons niet in de steek laten."

Deze zin wordt nog jaren herhaalt. Dit is hem heel erg bij gebleven. Iemand die aangaf hem nodig te hebben. Dat is nog nooit tegen hem gezegd.
Rond middernacht wordt hij gehaald voor de operatie. Ik ga naar huis en geef aan dat ik er morgen weer zal zijn.

Ik loop de zaal op, waar hij ligt na de operatie. Hij heeft al drie personen op bezoek.  Zijn moeder en zijn broers. Er is een hoop lawaai. Iedereen wil wat vertellen en ze praten allemaal door elkaar, waardoor ik geen enkel gesprek kan voeren.

Zoonlief is al aardig opgeknapt. Er kan zelfs een lachje af. Er komt een verpleegster de zaal op. "Ik wil graag een intake gesprek voeren, wie kan er even meelopen?" vraagt ze.
Moeders staat onmiddellijk op om mee te lopen. "Nee" zegt zoonlief "Ik wil dat Alida meegaat."
Alsof er een bom ontploft begint moeder te krijsen. "Ik ben de moeder en ik ga mee."
"Dat gaat niet gebeuren, Alida gaat mee." duidelijker kan het niet zijn.

Ik loop mee en voer het intake gesprek.

Vorig jaar heb ik een keer gevraagd toen we weer op dit onderwerp uitkwamen, waarom hij destijds wilde dat ik mee ging voor het intake gesprek.
"Omdat mijn moeder dat niet kan, en dan komt het niet goed"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten