zondag 6 november 2016

AUTISME, STRIK-DIPLOMA

Mijn mobiele telefoon maakt een geluidje, hierdoor weet ik dat er een berichtje binnen komt. Onmiddellijk pak ik mijn mobiel, en open het venster. Op dat moment zie ik mijn agenda en bedenk me dat ik er nog iets in moet opschrijven. Ik open mijn agenda en schrijf de gemaakte afspraak erin. Terwijl ik daar mee bezig ben, zie ik boven aan mijn scherm dat er een mail binnen komt. Ik ben nieuwsgierig wat daar instaat en dus klik ik erop om vervolgens de mail te lezen. Daar moet ik op antwoorden en stuur dus via mijn mobiel een antwoord terug. Ik sluit mijn telefoon af en leg het weg. Dan bedenk ik me dat ik de mobiel had gepakt omdat er een appje binnen kwam. Die heb ik niet gelezen, want ik kwam in mijn agenda en vervolgens in mijn mail. Dus ik pak de mobiel opnieuw op om de app te lezen. Hier is dus heel veel tijd in gaan zitten. Ik kan dit relativeren, maar ben je autistisch met hersenbeschadiging,  dan word je er heel moe van. En de begeleiding moet engelengeduld hebben.

Elke dag doen we onze schoenen aan:
Hij doet zijn sloffen uit. Zet deze op de plek waar ze moeten staan. Diverse keren schuift hij met de sloffen, want ze moeten echt precies staan. In deze handeling komen geen berichten binnen van de begeleiding. Pas als ze goed staan kan hij weer luisteren.  Je helpt hem herinneren dat we bezig waren met het aantrekken van de schoenen. Dan wil hij zijn schoenen pakken. Terwijl hij bukt ziet hij de stroomkabel en stelt vast dat er maar twee krullen in zitten terwijl dit volgens hem er drie moeten zijn. Hij begint dan de kabel opnieuw op te rollen. In deze handeling is hij niet te stoppen en komen de aanwijzingen van de begeleider niet binnen. Hij moet dit eerst afsluiten en kan dan weer luisteren. Je helpt hem herinneren dat hij bezig was met zijn schoenen aan te trekken en hij pakt de schoenen en gaat op de bedrand zitten om ze aan te doen. Dan ziet hij dat het uiteinde van een veter is gerafeld en bedenkt dan dat er nieuwe plakband om moet, want eerder kan hij ze niet aantrekken. Hij loopt naar zijn bureau om de plakband te pakken en ziet dan zijn mobiel liggen en realiseert zich dat die niet aan de oplader is gelegd de avond ervoor. Hij gaat dus op zoek naar de oplader om zijn mobiel aan te sluiten. In die tijd krijg je geen contact met hem. Als dan de telefoonoplader is gevonden en de mobiel aangesloten is kan hij verder gaan met zijn plakband en de veter. Hier moet heel veel plakband opgerold worden en daarna heel vast worden aangedrukt. Dan kan de schoen aan. Als de schoen om de voet zit, moet de veter zo worden aangetrokken dat beide flappen van de schoen naadloos aan elkaar sluiten. Zodra die allemaal goed zitten kan er een gestrikt worden. Maar dan moeten de beide veter-uiteinden wel gelijk zijn als je ze omhoog houdt. Is dat niet het geval dan zal er opnieuw naar de flappen worden gekeken, totdat de verdeling goed is. Dan wordt er een strik gemaakt waarbij de lus en het uiteinde even lang moeten zijn. Er wordt dus net zo lang getrokken totdat de lus en zijn uiteinde gelijk zijn. Vervolgens is de tweede lus van die schoen aan de beurt. Als die schoen dan goed dicht zit, gaat hij over naar de andere schoen en begint de procedure opnieuw. Tijdens deze handelingen  stopt hij regelmatig omdat hij je wat wil zeggen. Als je ingaat op zijn gesprek, dan duurt het nog langer voordat de schoenen aan zijn en de taak klaar is.

engelengeduld dus................................

woensdag 2 november 2016

KIES ERUIT OF ERIN ??

Een tandartsbezoek gebeurt in de meeste gevallen twee keer per jaar. Tenzij er iets aan de hand is. Hij klaagde al een tijdje over een gevoelige tand. Dus maken we een afspraak bij de gespecialiseerde tandarts. Die doet het echt goed bij onze mensen. Misschien niet alleen omdat hij ook een broer heeft die bijzonder is. Maar het ligt hem gewoon.

Hij wijst de kies aan waarom het gaat. Maar daar is niets te zien. Geen gaatje, zelfs geen tandsteen.
Dan komt hij bij de kies eronder. Ja, daar zit een gaatje. Dus gewoon de verkeerde kies aangewezen.

De kies wordt gevuld en we gaan huiswaarts. Maar na een paar dagen komt hij toch weer met die kies aan, dat het nog steeds pijn doet. We maken een nieuwe afspraak en gaan er weer naar toe.
Nog steeds niets te zien. De tandarts besluit een foto te maken. Daar is op te zien dat de zenuw ontstoken is.

De kies wordt open geboord. De zenuw wordt verwijderd. Maar vanwege de ontsteking, wordt de kies niet meteen gevuld. Dat moet eerst genezen zijn, pas dan komt de vulling. Dat is dan pas over een tijdje.

Met een holle kies rijden we weer op huis aan. Dat is natuurlijk heel moeilijk. Want je gaat bijna automatisch steeds met je tong voelen. Die gaat dan ook pijn doen.

In de loop van de avond krijg ik een berichtje. De kies moet eruit, en hij wil dat ik een nieuwe afspraak maak bij de tandarts. Ik ben geen voorstander van het zomaar uittrekken van tanden of kiezen. Dus ik geef aan dat hij er nog even over mag nadenken.

De volgende dag komt hij naar me toe. Enigszins opgelaten. " Die kies die gaat eruit, ik ben baas over mezelf en ik beslis dat." Natuurlijk mag hij zelf beslissen, maar we willen graag dat hij er over na denkt. Ik geef aan dat hij dat met zijn mentor moet bespreken. Zodat ze samen de beslissing kunnen maken. Dat is moeilijk voor hem.  Hij slaat met de deuren om zijn ongenoegen te uiten. Met wat hulp van de begeleiding schrijft hij een mail naar de mentor.

Ook die is van mening dat het niet slim is om de kies eruit te halen. Zij adviseert dus om de kies te laten zitten. Tegen middernacht mailt hij naar haar terug dat de kies eruit gaat. Punt uit!!!

Nu is het voor hem heel moeilijk om iets te doen, wat niet mijn goedkeuring heeft. Hij zit dus echt in tweestrijd. Ik laat hem met rust, maar ook dat is moeilijk voor hem. Hij denkt dan dat ik boos ben. Dat is natuurlijk niet het geval.

Twee dagen later vraagt hij een gesprek bij me aan. We zitten aan tafel en hij deelt mee dat hij heeft nagedacht. De kies blijft erin. Ik vraag hem waarom hij die kies eruit wilde en dat dat een sterk gevoel voor hem was. de verklaring die hij gaf, was nooit in mij opgekomen.

"De kies is dood en ik wil geen dode kies in mijn mond hebben. dood is dood. Dat is eng, dus de enige oplossing is eruit ermee. "

Soms is het moeilijk te begrijpen wat er in het bolletje omgaat. Maar ik snap het nu wel.

zondag 30 oktober 2016

THE LION KING

Hij staat voor het raam te wachten als ik kom aanrijden. Snel komt hij naar buiten en stapt bij me in de auto. Een intense geur van parfum vervuld de auto. Het lijkt wel of er een halve fles aan gespendeerd is.

Vandaag is hij DÉ kapitein. Met zijn verjaardag heeft hij bij de dump zichzelf een nieuwe titel toebedeeld. De kapitein insignes staan op zijn schouders. Trots laat hij ze me zien. Mooi hoor.

We gaan rijden, het is zijn uitje vandaag. We zijn op weg naar Scheveningen, om daar the lion king te gaan bewonderen. Hij heeft er zichtbaar zin in. Maar zodra we de rijksweg oprijden, wordt het het stil in de auto. Het is reusachtig spannend voor hem. Gelukkig hebben we geen reispillen meer nodig, zoals vroeger. Maar de spanning stijgt, naar mate we dichter bij ons doel komen.

Het is spannend omdat je niet weet wat er gaat gebeuren. Hij weet niet precies meer waar we heen gaan. Zal het er druk zijn?? Wat gaan we eten?? Je ziet hem malen. Het blijft dus stil in de auto, met als achtergrondmuziek zijn cd met onze lievelingsmuziek erop.

Als we aankomen in Scheveningen zie je dat hij het herkent. We parkeren weer in dezelfde garage. 'Nou niet meer tegen de stoeprand aan gaan rijden als we naar huis gaan hé? zegt  hij. Ja dat was de vorige keer een beetje mis gegaan. We lopen richting zee. "Ik heb nu wel mijn id kaart meegenomen" zegt hij " en ik wil niet meer eten in het Italiaanse restaurant." Hij refereert aan de vorige keer, toen we in het restaurant net aan ons diner waren begonnen. Er kwam een inval, met diverse politieagenten, de marechaussee, mensen met oordopjes in en mensen met koffertjes in de handen. Het was een heel spektakel, en ze begonnen achter in de zaak mensen te controleren.  Ze vroegen om de id kaart. Dit leidde tot een nerveuse zorgvrager, want die had zijn id niet meegenomen. Maar ze kwamen niet voor ons, maar waarschijnlijk voor illegale personeelsleden.

We struinen de eetgelegenheden af. Hij weet precies wat hij wil eten, kipsaté. Dat staat gelukkig op elke menukaart. Omdat we nog even tijd over hebben lopen we door het overdekt winkelcentrum. We lopen de Hema in en op ons af komt een wat oudere meneer. Hij  bekijkt ons op afstand, loopt recht op ons af en gaat in de houding staan en geeft een militaire groet.  Meteen gaat hij ook in de houding staan en geeft een groet terug, klikkend met zijn hakken en een tik op zijn pet. De man wenst ons een fijne dag en loopt verder. "Zag je dat?" vraag hij me, achterom kijkend waar de man naar toe loopt, alsof hij in een droom zit. Hij glundert helemaal.

We komen bij een restaurant, waar ze een verrassingstas  hebben voor in de pauze, bij de musical. Dat wil hij wel. Als we klaar zijn met het eten, vraagt hij de bediening netjes om de rekening. Ik ben verbaasd, want dat doet hij nooit. "Ja"  zegt hij verklarend "Ik wil weten wat er in het tasje zit."Hij is zo nieuwsgierig dat hij onmiddellijk kijkt wat er in de tas zit, terwijl ik de rekening betaal. Na van alle bedieningsmeisjes afscheid te hebben genomen, vertrekken we naar het theater.

Hij gaat dansend de roltrap af. Is helemaal in zijn sas en heeft er nu veel zin in. "Kunnen we even langs de auto lopen?" vraagt hij " Want ik wil even de tas wegbrengen." "Maar die is toch voor in de pauze" geef ik aan. Hij wil perse dit bewaren voor thuis, zodat iedereen kan zien dat hij een tasje heeft gekregen. Oké, we lopen naar de auto en vervolgens naar het theater.

Het is een prachtige musical, veel spektakel en een mooi verhaal. Na afloop gaan we weer naar de auto. We rijden al snel de snelweg op. Het is elf uur en het zal wel even een tijdje rijden zijn. Het is weer stil in de auto. Je ziet dat hij de dag aan het verwerken is. Met ons cdtje op de achtergrond tuffen we stilzwijgend naar Limburg. Je hebt nu niet de indruk dat het leuk was. Daar is het te vroeg voor.

Morgen............ dan horen we hoe het was.......................


woensdag 26 oktober 2016

DE BOSGROEP GAAT AUTO RIJDEN

Regelmatig kwamen ze langs. De bosgroep. Om afvalhout te halen. Met een busje waarin een aantal zorgvragers zaten en een aanhanger. Allemaal haalden ze één plank uit de afvalcontainer en liepen ermee naar de aanhanger. Bij de container stond een begeleider die hielp met het uitzoeken van de planken en bij de aanhanger stond er een om ze te helpen met laden.

Eén van de zorgvragers had geen tijd om te helpen sjouwen. Zodra ze aankwamen en mochten uitstappen dan liep hij naar mijn auto om die te bewonderen. Elke keer weer kwam hij naar mijn kantoor, klopte netjes aan en vroeg of hij even in mijn auto mocht rijden.

Aangezien deze jongen moeilijk gedrag had en enorm kon gaan staan schreeuwen zodra hij angstig werd, durfde ik hem niet in mijn auto te zetten.

Maar de aanhouder wint. Na de zoveelste keer dat hij vroeg dacht ik: Ach het kan geen kwaad, we gaan gewoon op het industrieterrein een blokje om. Wat kan er nou mis gaan?

Hij klopte weer aan de deur. "Binnen" riep ik. "Daar ben ik weer, en mag ik nu wel van jou in de auto????" vragend keek hij me aan.

Ik pakte de autosleutels. Spontaan deed hij een dansje en klapte in zijn handen.

 EINDELIJK  EINDELIJK EINDELIJK................

Hij liep achter me aan. Ik deed de deur voor hem open en voorzichtig ging hij zitten. Hij streelde over het dashboard. Hij glunderde, want nu zat hij er echt in.

Hij voelde aan de stoel, keek in de spiegel, probeerde een raampje te openen. Er ging een wereld voor hem open. "Nou, zullen we maar gaan rijden?" vroeg ik . Hij klapte weer in zijn handen. Zijn dag kon niet meer kapot.

Ik stapte in en startte de motor. Hij gierde van plezier. Hij streelde weer de stoel en het dashboard.
"Wat mooi, wat mooi" riep hij steeds. Hup daar ging het raam weer open. Knopjes zijn interessant, hij drukte op de verwarming en draaide de muziek heel hard. Geweldig.

Ik reed ondertussen de hoek om en gaf iets meer gas. Ondertussen hield ik hem in de gaten. Want alle knopjes waren wel erg leuk om aan te raken.

Zomaar uit het niets pakte hij mijn stuur beet en gaf een ruk. Ik schrok me wilt. Kon nog net de auto op de weg houden en gaf aan dat het beter was dat hij daar niet aan kwam. Hij deed nog een poging om het stuur beet te pakken. Dus ging ik boven op de rem staan en bracht de auto tot stilstand. Dat hielp, want hij schrok.

" Nu is het de bedoeling dat je niet meer aan het stuur komt" sprak ik streng. Hij keek me met guitige ogen aan. "Oke "

We reden de laatste hoek om en ik wilde gaan parkeren. "Ik rem wel even voor jou" zei hij en voor dat ik kon reageren trok hij de handrem omhoog.

Ik was blij dat we er weer waren. Had mijn lesje wel geleerd. Zijn dag kon niet meer stuk.

Toen hij een aantal weken weer klopte en vroeg "zullen we nog een keer?" Heb ik beleefd bedankt.

zondag 23 oktober 2016

AUTISME

Het spectrum autisme is een zeer uitgebreid gebied. Vaak spreek je ervan als er een diagnose is gesteld. Dan behoor je tot dit spectrum. Er zijn diverse vormen van autisme.

Als ik naar mezelf kijk, dan heb ik geen diagnose. Maar ik leef in een omgeving waar autisme volop aanwezig is. Je leert het herkennen, en je ziet het voor je ogen gebeuren. Ik betrap me erop dat ik ook dingen doe die betrekking hebben op het autistisch spectrum. Mijn vloerkleed moet altijd op dezelfde voeg liggen, pas dan ligt hij recht. Alleen mijn leven wordt er niet door beheerst.

Autisten hebben in hun hoofd mappen, zoals wij ook op onze computers hebben. Zij kunnen maar één map openen en afhandelen. Willen ze overgaan naar een andere map, dan moet eerst de map dicht waar ze op dat moment mee bezig zijn.

Wat voor ons heel eenvoudig lijkt is bij hen onderverdeeld in diverse stappen. Neem nou het voorbeeld als we wakker worden en gaan opstaan. Wij kleden ons dan aan en gaan dan naar onze ontbijttafel. ( een actie beschrijving van drie zinnen.)

Bij onze zorgvrager gaat dat als volgt:
Hij doet zijn ogen open, en bedenkt dat hij wakker moet worden. Dat doe je door in je ogen te wrijven. Dan kijk je op de klok, want je staat pas op als het precies 8.00 uur is op de wekker ( lees acht punt nul nul uur). Vooral niet om 7.59 uur, want dan sta je te vroeg op. Je gaat op de bedrand zitten en bedenkt dan dat je je moet aankleden.

De pyjama moet eerst uit. Dat gaat als volgt eerst je hemd en dan je broek. Vervolgens moet de hemd in de onderbroek precies zo zitten dat er nergens vouwnaden zitten. Want die voel je. Maar ook onder de oksels mag geen enkele kreuk zitten. Dan pak je de coltrui en zoek je naar de openingen. Je trekt de coltrui aan, Ook deze moet precies zonder naden om je lichaam gevouwen worden.

Vervolgens komt de warme trui, want de r zit in de maand. De trui gaat over je hoofd en de mouwen van de coltrui moet je goed vasthouden, anders gaan die verkeerd zitten bij het aantrekken van de warme trui.

Dan kan je gaan zitten en pak je de sokken. Deze worden bestudeerd, want er mogen geen gaten in zitten en geen draden aan hangen, want anders moeten er andere sokken komen. Vervolgens trek je de sok aan en trekt hem zo ver mogelijk naar boven. Als je hard trekt heb je bijna kniekousen. Natuurlijk moet de naad bij de tenen precies recht zitten en de hak vorm precies in de hak. Dat doe je net zo bij de andere sok. En als je te hard trekt dan zit er toch ergens een gat in de sok. Dat kan niet, dus gaan ze uit en moeten er nieuwe sokken gezocht worden.

Dan gaat de broek aan. Dat wil zeggen je doet eerst een been in de broekspijp, je trekt op tot de knie, want je zit nog op het bed. Dan het andere been en je kunt gaan staan. De broek kan naar boven, maar je moet er wel de lagen van de hemd, met onderbroek, de coltrui en de warme trui zo bij in stoppen, zodat er geen enkele kreukel zit. Als dat recht zit kan je de rits dicht doen en dan de knoop.

Dan komt de riem. Aan de riem zit een lus die precies zo moet zitten dat je de aanhechting aan de onderkant hebt bij het dichtdoen. Tussen de lus en de rest van de riem, moet de sleutelhanger met sleutels zitten. Dus je doet eerst de sleutelhanger aan de riem en dan komt de lus er achteraan. Dan kan, als de riem door alle lussen zit, de riem dicht. Maar je weet elke dag niet precies op welk gaatje de riem-pen moet komen, dus elke dag kijk je of hij helemaal tot het eind kan of dat je toch wat ruimer moet zitten. Na het rechttrekken van de riem ben je aangekleed en moet je de schoenen aandoen...................................................................................

Als de begeleiding dan bij de ondersteuning niet alles in die volgorde aangeeft...........................
Dan bedenkt hij dat als hij klaar is, kleed zich dan weer uit en begint opnieuw. Maar dan nu wel in de goede volgorde.

Onze drie zinnen, worden vervangen door alle informatie van hierboven, die je nodig hebt om je aan te kleden. Dat is heel erg veel. Geen wonder dat onze zorgvrager al moe is voordat hij opstaat. Immers hij moet nog zoveel doen voordat hij is aangekleed.


woensdag 19 oktober 2016

EERSTE STAPJES IN DE BONUSTIJD

Als je kinderen krijgt staat je leven in het teken van de eerste keer. De eerste keer lachen, boeren, praten en stapjes zetten. Maar al te graag leg je dit vast op de gevoelige plaat. Zodat je jaren later het kan herbeleven door naar de foto's of films te kijken.

Mijn jongste was een billenschuiver. Zag het nut er kennelijk nog niet van in om te gaan lopen. Hij was in staat om in het zelfde tempo als lopen zich voort te bewegen op zijn billen. Dat is het enige wat ik op film heb staan. Want het voortbewegen op een foto was alsof hij gewoon op de grond zat.

Als je een CVA krijgt, een ongeluk in de hersenbloedvaten, dan is er niets meer vanzelfsprekend. Je raakt eenzijdig verlamd. Je kan dan ineens nauwelijks meer lopen, spreken, zien en eten. Je wordt afhankelijk van anderen.

Onze zorgvrager is dit overkomen. Doordat zijn bloeddruk te hoog was hebben ze niet direct medicijnen  kunnen toedienen. Hierdoor kreeg hij er nog één aanval overheen. Zijn toestand was dermate ernstig dat iedereen dacht dat hij de kerst niet zou halen.

Door de intensieve zorgverlening haalde hij zelfs oud en nieuw. Ik maakte met hem een afspraak dat we de volgende oud en nieuw samen oliebollen zouden bakken. De revalidatie was zwaar. Door een zware depressie en een houding van "het kan mij allemaal niets schelen", was de begeleiding zwaar. 
Hij kwam in zijn bonustijd terecht. Als er verwacht wordt dat je het niet langer maakt dan een paar maand, en je leeft toch langer, dat zit je in de bonustijd.

Hij ging vooruit, maar de stapjes waren erg klein. En de terugvallen erg groot. Als begeleiders houdt je de moed erin. We gingen ervoor. Elke dag stimuleren om verder te komen. Zo was het praten eerst onverstaanbaar. Zeker met de combinatie van het dialect. Het probleem met het slikken hebben we kunnen verminderen door alles op te lossen in de vloeibare medicatie tegen epilepsie.
Om de wangen sterker te maken , kreeg hij verdikt drinken die met een rietje opgezogen moest worden. Elke dag oefeningen opgegeven door en onder supervisie van de fysiotherapeut. 
Met de logopediste spraakoefeningen doen, die wij dan weer herhaalden op de dagen dat zij er niet bij was.

Hij hielp mee met de oliebollen bakken. Zich vasthoudend aan een looprekje. Je zag langzaamaan dat er steeds meer verbetering kwam. Behalve het lopen. Het is wel gemakkelijk dat je in een rolstoel wordt voortgeduwd door begeleiders. Een elektrische rolstoel was daarom geen succes. Hij wilde vooral niets zelfs doen. 

Maar de bonustijd loopt door. Heel langzaam gaat de knop om. De knop om verder te komen op eigen kracht. In onze ogen gaat het super langzaam. Maar hij gaat vooruit. Hij had zich voorgenomen om na onze vakantie te kunnen lopen. Het lukte hem om een aantal stappen zelfstandig te kunnen zetten. Met in de buurt de begeleiding om hem op te vangen als het evenwicht werd verstoord.

Onlangs ging hij in een onbewaakt ogenblik van de ene tafel naar de andere tafel op de dagbesteding lopen, omdat daar zijn dvd's lagen. Zijn gezicht straalde, toen we hem complimenteerden. Heel langzaam komt de wil terug om zelfstandig te gaan lopen.

Afgelopen weekend maakte ik met hem een nieuwe afspraak. Over een jaar kan hij weer in de fabriek meehelpen. Dat is een wens van hem. Gewoon weer mee kunnen draaien in de groep van de dagbesteding. Nu maar hopen dat zijn bonustijd hem dit gunt.

zondag 16 oktober 2016

MISSION IMPOSSIBLE ???

"Je moet nu echt komen, want anders gaat het mis." Ik heb een radeloze moeder aan de lijn. "Ik kom eraan" Ik leg de hoorn neer, pak mijn sleutels en stap in de auto.

Ik rijd de wijk in en parkeer mijn auto op de stoep. Ze staat me al op te wachten bij de voordeur. Ik kan gelijk de trap op naar boven.

Daar stap ik een jongenskamer in. Er staat een hoogslaper en de gordijnen verduisteren de ruimte.
Ik schuif de gordijnen open, zodat ik wat meer zie.  In de hoogslaper ligt een jongen die weigert zijn bed uit te komen.

Ik trek het dekbed eraf en geef aan dat hij nu moet opstaan. Het is niet de eerste keer, dus hij weet dat ik het meen. Maar deze keer blijf ik tot hij op zijn fiets zit naar het werk. "Ik wacht beneden op je" geef ik aan. Mokkend komt hij zijn bed uit.

Ik loop naar beneden, ga de deur door waar een enorme beschadiging in zit. Dat was toen hij in een boze bui er tegenaan sloeg. Ook de nieuwe ladekast van zijn moeder heeft een fikse deuk. Eén la kan al niet meer dicht.

We zijn al een paar weken bezig om samen met de moeder, de jongen op de rails te krijgen. Het valt niet altijd mee, voor alleen staande moeders en hun pubers. Even later zit hij op de fiets.

Als ik tijdens het werk de hal in loop, kijkt hij me met donkere ogen aan. Het valt voor hem ook niet mee. Ineens twee vreemden, bemoeien zich met zijn leven. Een leven die zijn sporen al heeft. Waar hij elke dag mee moet dealen. .......................

Soms kom ik hem tegen maar zelden kan er dan een groet af.......................

Soms kom ik zijn moeder nog tegen.
Altijd vraag ik hoe het gaat en hoe het met de jongen gaat...................................


Ik loop na werktijd in de supermarkt en probeer te bedenken wat we zullen eten. Dan zie ik hem staan, ook boodschappen aan het doen. Het is al wat jaren geleden dat we hem thuis bezochten.
Hij komt naar me toegelopen. "Mag ik je wat vertellen? " vraagt hij verlegen. Ik kijk hem verbaast aan. "Natuurlijk, ik ben één en al oor."

"Ik heb het nu heel goed. Ik krijg binnenkort een vaste aanstelling op mijn werk." verteld hij trots.
"Dat is heel mooi." Ik ben super blij voor hem. "Ik heb een hele leuke vriendin en daar woon ik nu mee samen. Het gaat echt goed met me." Hij is echt trots op zijn leven.

Ik ben zo blij dat hij dit met me wil delen. Ondanks dat ik zo streng ben geweest. Ik dacht dat hij me dat altijd kwalijk zou nemen. Maar het tegendeel is waar. Hij heeft echt een reden om trots te mogen zijn. En ik voel me vereerd. Missie geslaagd.