woensdag 26 oktober 2016

DE BOSGROEP GAAT AUTO RIJDEN

Regelmatig kwamen ze langs. De bosgroep. Om afvalhout te halen. Met een busje waarin een aantal zorgvragers zaten en een aanhanger. Allemaal haalden ze één plank uit de afvalcontainer en liepen ermee naar de aanhanger. Bij de container stond een begeleider die hielp met het uitzoeken van de planken en bij de aanhanger stond er een om ze te helpen met laden.

Eén van de zorgvragers had geen tijd om te helpen sjouwen. Zodra ze aankwamen en mochten uitstappen dan liep hij naar mijn auto om die te bewonderen. Elke keer weer kwam hij naar mijn kantoor, klopte netjes aan en vroeg of hij even in mijn auto mocht rijden.

Aangezien deze jongen moeilijk gedrag had en enorm kon gaan staan schreeuwen zodra hij angstig werd, durfde ik hem niet in mijn auto te zetten.

Maar de aanhouder wint. Na de zoveelste keer dat hij vroeg dacht ik: Ach het kan geen kwaad, we gaan gewoon op het industrieterrein een blokje om. Wat kan er nou mis gaan?

Hij klopte weer aan de deur. "Binnen" riep ik. "Daar ben ik weer, en mag ik nu wel van jou in de auto????" vragend keek hij me aan.

Ik pakte de autosleutels. Spontaan deed hij een dansje en klapte in zijn handen.

 EINDELIJK  EINDELIJK EINDELIJK................

Hij liep achter me aan. Ik deed de deur voor hem open en voorzichtig ging hij zitten. Hij streelde over het dashboard. Hij glunderde, want nu zat hij er echt in.

Hij voelde aan de stoel, keek in de spiegel, probeerde een raampje te openen. Er ging een wereld voor hem open. "Nou, zullen we maar gaan rijden?" vroeg ik . Hij klapte weer in zijn handen. Zijn dag kon niet meer kapot.

Ik stapte in en startte de motor. Hij gierde van plezier. Hij streelde weer de stoel en het dashboard.
"Wat mooi, wat mooi" riep hij steeds. Hup daar ging het raam weer open. Knopjes zijn interessant, hij drukte op de verwarming en draaide de muziek heel hard. Geweldig.

Ik reed ondertussen de hoek om en gaf iets meer gas. Ondertussen hield ik hem in de gaten. Want alle knopjes waren wel erg leuk om aan te raken.

Zomaar uit het niets pakte hij mijn stuur beet en gaf een ruk. Ik schrok me wilt. Kon nog net de auto op de weg houden en gaf aan dat het beter was dat hij daar niet aan kwam. Hij deed nog een poging om het stuur beet te pakken. Dus ging ik boven op de rem staan en bracht de auto tot stilstand. Dat hielp, want hij schrok.

" Nu is het de bedoeling dat je niet meer aan het stuur komt" sprak ik streng. Hij keek me met guitige ogen aan. "Oke "

We reden de laatste hoek om en ik wilde gaan parkeren. "Ik rem wel even voor jou" zei hij en voor dat ik kon reageren trok hij de handrem omhoog.

Ik was blij dat we er weer waren. Had mijn lesje wel geleerd. Zijn dag kon niet meer stuk.

Toen hij een aantal weken weer klopte en vroeg "zullen we nog een keer?" Heb ik beleefd bedankt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten