woensdag 12 oktober 2016

Aan het werk van het UWV

Er was al een indicatie voor dagbesteding. Toch wilde het UWV niet luisteren, want ze vonden dat er een re-integratietraject moest worden opgestart. Hoezo re-integratie?? Er was geen werk aan vooraf gegaan.

Ik vind dat we altijd alle kansen moeten pakken op verbetering. Dus gingen we het traject in. Elke week een middag naar Venlo reizen. Ze begonnen te kijken of hij kon lezen. Erg verbaast waren ze toen dat moeizaam ging. Ze schatten hem zoals gewoonlijk veel te hoog in. Hij heeft niet voor niets een indicatie voor dagbesteding.

Dus dachten ze, om te beginnen gaan we oefenen met lezen. Ondanks dat hij erg zijn best deed, ging het niet. De verwachtingen waren te hoog en de spanning liep op. Al voordat we er waren, zag hij het niet zitten. Natuurlijk gaven we  niet direct op. Week in week uit. Zonder enig resultaat te boeken.

Het gevolg was natuurlijk dat ik moeilijk ging doen. Het is een hele inspanning voor de jongen en de spanningen werden steeds groter, dus moest er iets gebeuren. Er werd een andere begeleider op gezet. Alles begon van voren af aan. Eigenlijk werd het wel duidelijk dat hier geen ruimte was om een re-integratietraject in te gaan. Maar er was nog even niemand die dat durfde toe te geven.

We kwamen weer aan in Venlo. Zoals altijd zaten we in de wachtkamer. Het duurde wel heel erg lang. Uiteindelijk werden we opgeroepen en kregen we te horen dat er niemand voor ons was. We gingen met ongedane zaken weer terug naar huis, Inwendig kookte ik. Heeft dan niemand door wat dat van die jongen vraagt??  Hoeveel spanning het oproept en dan ons doodleuk weer naar huis sturen.

De week erop gingen we weer vol goede moed. Na geruime tijd in de wachtruimte te hebben gezeten, zonder teken van leven, besloot ik naar de balie te lopen en na te vragen wat de bedoeling was. Er werd medegedeeld dat er niemand was en niemand ging komen.

Ik ontplofte zowat. De jongen was achter me aan gekomen en kwam dicht tegen me aan staan. Hij heeft het niet zo op met een boze Alida. Het dametje achter de balie keek me met grote ogen aan.

 "Ik wil nu de leidinggevende spreken. " sprak ik op boze toon.

Ik zag dat ze schrik kreeg. Ze pakt de telefoon op en druk een nummer in. " Ik heb hier een hele boze moeder"  zei ze met bibberende stem. Onze zorgvrager schoot in de lach. Hij kwam haast niet bij  "ze denkt dat jij mijn moeder bent." Hij vond het geweldig.

De boodschap was binnen gekomen. We kregen een week later een gesprek met de regiomanager.  Die speciaal voor ons naar Venlo kwam. Ze vond het tijd worden dat het UWV moest accepteren  dat er een ondergrens bereikt was. We moesten maar dagbesteding gaan aanvragen.

Dagbesteding???????  Dat hadden we al maanden geleden aangegeven, dat die indicatie er was. Alleen wilde het UWV er niet aan. Op de vraag: wat gebeurt er met onze belastingcenten?  Nou dit dus. Maanden lang op en neer naar Venlo, zonder iets te bereiken..........................

zondag 9 oktober 2016

LOGEREN

"Als ik nou voor jou de auto ga stofzuigen?" De zorgvrager kijkt me vragend aan. Hij wil graag iets bereiken. Hij heeft geleerd dat als je iets graag wilt, je met honing meer vliegen vangt dan met azijn.

Een hele vooruitgang. Want vijf jaar geleden sloeg hij met de vuist op tafel en wilde iets afdwingen.

Door de voorbeelden van de andere zorgvragers had hij door dat zijn methode niet werkte.  Hij won zelfs advies in en de anderen waren graag bereid om hem te leren slijmen, zoals ze dat benoemen.

Het mooiste wat ze dan gebruiken is het inzetten van de blik van de gelaarsde kat uit de animatiefilm van Shrek. Met de handen tegen elkaar en als het moet op de knieën. Ze hebben dan samen de grootste lol. Vooral als ze dan krijgen wat ze willen.

"Ik ga stofzuigen, voor jou en ik zal heel lief zijn. Ik zal niet moeilijk doen als ik ga slapen en zal je niet in de nacht wakker maken." Daar komt die blik weer van de gelaarsde kat. "pliese" roept hij.

Hij wil graag blijven logeren. Hij mocht vanmiddag even bij ons komen buurten, en wil er gelijk een logeerpartijtje van maken. 

Onze zorgvragers hebben helaas geen familie waar ze af en toe naar toe mogen. De meeste zijn verstoten door de familie en bij anderen gaat het niet vanwege de moeilijkheidsgraad van de zorgvrager. Voor hen is dit best moeilijk. Maar de familie heeft elkaar nog. Helaas is dat bij deze zorgvrager niet het geval. Hij leeft aan de rand van de groep, en is dus enigszins alleenstaand.
Nooit kunnen ze zich verheugen op een logeerpartijtje. 

Dus probeert hij mij nu zo ver te krijgen dat hij mag blijven. "Een paar jaar geleden mocht ik hier ook een hele week logeren. Dat was toen zo leuk........." Weer die ogen.

Het is opmerkelijk waar hij dan op doelt. Er was toen een escalatie, waar hij niets mee van doen had. Om hem er buiten te houden, hadden we besloten dat hij beter af was buiten de woning, tot alles weer op de rails stond. Elke dag kwamen de begeleiders bij ons thuis, in plaats van naar de woning. Wij waren gewoon aan het werk. Toch blijft deze logeerpartij hem bij. Hij heeft het toen zo leuk gehad dat hij blijft proberen.

Hij steekt zijn vingers op en zegt "Al is het maar voor één nachtje.........Hij kijkt me aan en gaat verder..........steekt twee vingers op: Of twee nachtjes is ook goed.....of drie nachtjes.......

Even later stapt hij vrolijk op zijn fiets naar zijn huis. Hij heeft in ieder geval een leuke middag gehad. Volgende keer maar weer proberen.

donderdag 6 oktober 2016

PROFESSIONEEL


Wat ik me afvraag is waarom zijn we altijd maar bezig met goed en kwaad? Als ik daar over nadenk dan bedenk ik me dat als alles goed zou zijn, zou er geen sprake zijn van kwaad. Maar kennelijk zijn er vele studies over goed en kwaad en zijn daardoor waarden en normen ontstaan. Die we proberen met z'n allen na te leven.

Toch is er sprake van kwaad gedrag.  Met andere woorden populair gezegd: Je doet iets wat niet door de beugel kan. Het gevolg daarvan is dat we bedacht hebben dat als je iets doet wat niet door die beugel kan, dan word je verdacht. Er volgt dan een proces en er wordt geoordeeld of je schuldig bent of niet. Het mooie hiervan is dat je onschuldig blijft tot het tegendeel bewezen is. Hierin schuilt de opdracht aan ons om te onderzoeken op waarheid. En de verdachte? Die moet zich verdedigen. Geruime tijd later volgt dan een oordeel: schuldig of onschuldig.

De laatste tijd komt nogal eens het woord (on) professioneel voorbij. Dat is een woord waar graag mee geschermd wordt en makkelijk uit de mond komt. We willen met z'n allen graag professioneel zijn. De tegenpool van professioneel is amateuristisch. met andere woorden als je niet professioneel bezig bent dan ben je amateuristisch bezig. Word je hiervan beschuldigd, dan is gezien onze historie onmiddellijk het gevolg dat je in de verdediging schiet.

Wat me nu opvalt is dat er door sommigen te gemakkelijk wordt gesproken over onprofessioneel. De beschuldigende vorm van professioneel. Hierbij wordt de fase overgeslagen dat je onschuldig bent tot het tegendeel bewezen is. Er wordt zelfs erg snel veroordeelt, zonder dat daar onderzoek wordt gedaan naar de waarheidsbevinding.

Vaak worden instellingen en wooninitiatieven over een kam geschoren. Ja de instellingen schermen maar al te graag dat ze zeer professioneel bezig zijn. Als ik naar ons kijk en naar de meningen van sommige professionals dan zouden we het volgende nooit meer mogen doen:

Je mag geen knuffel geven aan de zorgvrager.
Je mag geen arm om de zorgvrager slaan als die verdrietig is.
Je mag geen band krijgen met de zorgvrager, dus wees afstandelijk.
Je mag vooral niet in je privétijd contact hebben met zorgvragers.
Je laat gewoon tijdens de lunch de zorgvrager aan zijn lot over, want tenslotte heb jij recht op een lunchpauze. Zonder te weten hoe het werkelijk geregeld is.
Er mag geen zorgvrager meegenomen worden in jouw auto.

Ik kan nog wel even doorgaan. Het valt me tegen dat er geen onderzoek wordt gedaan. maar meteen conclusies worden getrokken. Als ik het verschil moet beschrijven tussen professioneel en amateuristisch dan kom ik tot de volgende conclusie:

Sommige professionals zijn bezig om de hele dag naar de buitenwereld te laten zien hoe professioneel ze wel niet zijn. Zonder acht te slaan op hun zorgvragers. Terwijl wij ( ook professionals) bezig zijn met het vraagstuk: Hoe kunnen we er voor zorgen dat onze zorgvragers een leuke dag hebben, vandaag, morgen en in de toekomst.

zondag 2 oktober 2016

WEGLOPEN DEEL 2

Weglopen heeft altijd een oorzaak. In de meeste gevallen bij ons, wil de zorgvrager zijn hoofd leegmaken. Dat deed hij door in een boom te klimmen, zo hoog mogelijk om er voor de komende tijd niet meer uit te komen.

We vroegen ons af, waarom hij wegrende, op zoek naar een onmogelijke boom? Doordat we er onmiddellijk achterna gingen, bood dat voor hem een gelegenheid om een vorm van aandacht te krijgen. Hij rent vooruit, wij er achter aan. Hij is sneller, wij kunnen hem niet inhalen. Dan staan we onder die boom en wachten af wanneer hij een poging waagt om naar beneden te komen. Om vervolgens met behulp van ons, weer naar beneden te klauteren en naar de dagbesteding te lopen.

Dus gingen we er niet meteen meer achteraan. Hij keek steeds achterom waar we bleven, ging zelfs stilstaan wachtende op een reactie van ons. Maar omdat hij steeds naar dezelfde hoek ging, gingen wij niet meer zoeken. Meestal na dertig minuten, kwam hij weer terug. Door de ervaring dat hij steeds terug kwam, bleven wij op de dagbesteding. Dus na de zoveelste keer, besloot hij niet meer weg te lopen, want we kwamen er toch niet achteraan.

Hij wilde een hemelbed bouwen. Van restmateriaal uit de fabriek en grote balken. Vele maanden heeft hij hieraan gewerkt. Eerst tekeningen gemaakt. Zijn kamer opgemeten, want daar moet hij staan. Vervolgens werd het een hemelbed, met gesloten zijpanelen, een dak en een deur om er in te komen.
Het was zo zwaar dat het alleen nog maar verplaatst kon worden met een heftruck. Met gordijnen en lakens maakte hij een plek om te liggen.

Werd zijn hoofd vol, dan kroop hij in zijn hemelbed. Met zijn hoofd onder de lakens. Tot zijn hoofd leeg was en hij weer in staat was te communiceren met de anderen. "Weglopen" was vervangen door een plekje in het hemelbed, om rustig te worden.

Na verloop van tijd, verhuisde het hemelbed naar de zolder. Ook daar liep hij naar toe, om te schuilen. Maar de frequentie werd minder. Vooral het feit dat hij beter met zijn emoties leerde om te gaan, stond het hemelbed er verloren bij.

Toen kwam er een moment dat het even echt niet meer ging. Zijn hoofd zat zo vol, voor hem was de bedreiging zo dichtbij dat hij wegliep. In eerste instantie, omdat we het niet meer gewend waren, keken we hem de straat uit.  Wat zou hij nou gaan doen?. We hadden geen idee. We overlegden met elkaar en besloten hem een half uur de gelegenheid te geven om zijn hoofd leeg te maken, en dan zouden we gaan zoeken.

Toen kwam er een kippenvel-moment, want terwijl we zaten te wachten ging plotseling mijn telefoon. Het was onze zorgvrager, die sinds kort beschikte over een mobieltje. "Ik wil je even laten weten dat ik op de pakkamer zit" zei hij tegen mij. "Ik wil niet dat jij je ongerust maakt, omdat je niet zou weten waar ik ben. Maar het gaat goed met me en ik wacht wel op de begeleider, als jij die naar mij toe wilt sturen."

maandag 26 september 2016

DE HERFST IS AANGEBROKEN

Wat een prachtig weer is het in de maand september. Tropische temperaturen, gewoon ongelofelijk. Strak blauwe luchten, en het water zo glad als een spiegeltje. We kunnen avonden lang lekker buiten zitten. Zelfs de barbecue heeft zijn dienst bewezen de afgelopen weken. Zomerkleding is geen overbodige luxe. Wat hebben we het toch goed.

Hij staat al met de fiets in de hand. Om naar de dagbesteding te gaan. Keurig op tijd en alles verloopt volgens schema. Hij wil op de fiets stappen, maar komt dan de tuinman tegen. Vrolijk maakt hij een praatje met de tuinman. Ze babbelen over het weer, het wordt vandaag weer ca 25 graden. De tuinman attendeert hem op het feit dat vandaag de herfst is begonnen.

Herfst????? 

De jongen laat zijn fiets staan en spoed zich naar binnen. "De herfst is vandaag begonnen" roept hij met luide stem. "Wat is daarmee dan?" vraagt de begeleider.

"Het is herfst, dus dan moet ik mijn winterjas aan en waar zijn mijn handschoenen en sjaal"?????



donderdag 8 september 2016

JARIG

Als kind kijk je reikhalzend uit naar je verjaardag. Je telt de dagen en de dag ervoor is al spanend. Nog één nachtje slapen en dan....................ben ik jarig. Als je groter wordt verandert dat.
Dan komt de tijd dat de verjaardag in een passend weekend wordt gevierd.

Ook herinner ik me dat ik moest assisteren bij de verjaardagsfeestje van mijn broertje. Mijn moeder kwam vanuit de winkel af en toe kijken of het goed ging. Maar op een dag had ik er genoeg van. De groep was druk en in mijn ogen vervelend. Mijn oplossing was om alle klokken een uurtje vooruit te zetten en ze doodleuk eerder naar huis te sturen.

Maar sommige kinderen hebben helemaal geen feestje. Mogen geen kinderen uitnodigen en krijgen zelfs geen kadootjes. Zo ging het ook bij onze zorgvragers. Toen wij in beeld kwamen, vroegen ze ons of we de verjaardagen konden organiseren. Ze droomden van een leuke verjaardag en het bijbehorende feestje.

Nu ervaren zij hetzelfde als wij vroeger. We maken samen leuke uitnodigingskaarten. Ze tellen al weken hun dagen af. Er is een feestelijk ontbijt en een dagje uit, en de jarige mag kiezen waarheen. Lekker eten, naar keuze en dan begint het feestje om 20.00 uur. We gaan zingen en hebben taart, cadeautjes en hapjes. Na afloop zie je de glunderende gezichten. Geweldig om te zien.

Maar ze hadden nog iets anders erbij bedacht. Om klokslag 00.00 uur gingen ze de jarige alvast feliciteren en een leuke dag toewensen. Ze zitten dan vanaf het warm eten al te kijken hoe laat ze mogen appen. Iedereen wil graag de eerste zijn.

Gisteren was ik aan de beurt. Zelf lig ik vaak eerder in bed, maar ook ik zat in afwachting van de appjes om 00.00 uur. De eerste kwam al ruim voor die tijd. Dan wordt de spanning te hoog en de angst om in slaap te vallen te groot. ( Heb ik ook hoor, want ik moet gewoon een wekker zetten om iemand op dat tijdstip te kunnen feliciteren)

Met de mobiel in mijn hand zit ik af te wachten tot het zover is. Ja, hoor de telefoon begint te trillen.
Dan gaat plotseling de telefoon. Ik kijk en zie de villa pioenroos in het scherm staan. Wie zou dat dan zijn?
Dit jaar meldde de zorgvrager, die niet kan appen zich met de telefoon. Ook om 00.00 uur. Ze wenst me al het goede en geeft aan dat ze niet te lang wil bellen, want de jongens willen appen. Hoe lief is dat. Voor het eerst in 20 jaar belt ze me, om mij te feliciteren.

Even waan ik me weer een meisje van 8, die blij is met alle felicitaties Hier kan geen cadeautje tegen op.

zondag 4 september 2016

WEGLOPEN DEEL 1

In de vorige instelling zat een hek om het terrein heen, waar hij verbleef. Dat was hun oplossing om te voorkomen dat hij verder weg ging lopen en ze hem misschien kwijt zouden raken. Nachtmerrie voor iedere instelling.

Om het te verzachten, had hij een boom aangewezen gekregen, waar hij in kon klimmen als hij de neiging had om weg te lopen. Daar klom hij dan in. Tot het weer leeg was in zijn hoofd.

De boom en het hek, waren middelen om te voorkomen dat hij wegliep. Maar met de oorzaak werd niets gedaan.

Hij wist dus niet anders dan als het even niet meer gaat, dan loop je weg en klim je in de boom.
Bij ons is geen hek, maar bomen des te meer. De Maasduinen is een zeer groot gebied, waar je mooi kunt wandelen, paardrijden en fietsen.

Dus liep hij, toen het even niet meer ging, weg. De hei op. Daar zocht hij een hoge boom. Liefst met kleine takken. Voor dat we hem gevonden hadden, waren we al even verder. Met sjorbanden hesen we hem dan weer naar beneden.

Dat kon op de dagbesteding, maar de zorgwoning lag midden in de woonwijk. Toen het daar even niet ging liep hij weg. De straat kende hij doordat hij er langskwam als hij naar huis ging.
Hij liep en liep en liep.

Door een amber-alert waren we er al binnen een kwartier achter dat hij richting Duitsland aan het lopen was. Dus gingen we die kant op om te zoeken. Het begon al donker te worden en we waren zeer ongerust. Toen kwam het telefoontje. Hij was terecht. Maar wat was er nu gebeurd??

Hij had ontdekt dat hij niet meer in Nederland zat. Want hij kon de mensen niet verstaan. Hij had om de weg gevraagd. Maar het lukte niet. Hij wist de route niet meer precies. Toen het donker begon te worden had hij gezocht naar een oplossing.

In het grensgebied wonen veel Nederlanders, net over de grens. Hij had een auto gezien met een Nederlands kenteken. Dus ging hij ervan uit dat deze mensen hem zouden verstaan. Hij vroeg of hij even mocht bellen. Ze hebben hem binnen gelaten en hij mocht daar wachten, tot ik hem kwam halen.

In de auto terug gaf ik aan dat hij heel slim was, om bij een Nederlands kenteken te kijken of iemand Nederlands kon praten. Hij vond zichzelf niet slim. Hij had blaren op zijn voeten, want hij was op slippers vertrokken. 24 km had hij ongeveer gelopen. Maar zo zei hij zelf, Dit ging hij nooit meer doen. Je kan beter praten, over waarom je het even niet aankan.

Afstanden is moeilijk te schatten, maar deze keer heeft hij iets geleerd. Dit was niet de oplossing.