Ik schenk koffie voor mezelf in, pak de krant van de eettafel en loop richting de bank. Zuchtend plof ik neer en neem een slok van mijn koffie. Even een momentje voor mezelf. Even rust terwijl iedereen bezig is elders in de woning.
Ik sla de pagina om en kom bij de rouwadvertenties. Omdat het een plaatselijk weekblad betreft kijk ik altijd even naar de berichten. Mijn adem stokt. Ik ken iemand ......
en die is nu overleden.
Dorothea Goossens. Wat verschrikkelijk. We noemden haar altijd tante Door. Een markant figuur in Bergen die altijd voor iedereen even tijd had. Een paar maanden geleden hebben we nog zitten keuvelen op het tuinmuurtje voor ons huis. Ze vond de tuin van ons zo mooi.
Tante Door die in mijn zwangerschapstijden altijd even over mijn bolle buik moest aaien. Als hulpverlener in de zorg had ze werkelijk zorg om vele dorpsgenoten. Een lieve vrouw die met haar duidelijke manier van handelen vele gezinnen heeft geholpen.
Ook ons gezin in de zorgwoning heeft ze goed geholpen. Destijds toen de Anneke in verwachting was van de jongste heeft tante Door zich enorm voor hen ingezet. Het is mede aan haar te danken dat Anneke zich heeft laten helpen na de bevalling, zodat het bij deze drie jongens is gebleven.
Het was misschien voor haar een taak die bij haar functie hoorde, maar het was een goede oplossing om meer problemen te voorkomen. We zijn haar dankbaar, voor wat ze voor velen in Bergen heeft betekend. Slaap zacht lieve tante Door.
De tijden zijn veranderd. De maatschappij is tegenwoordig veel harder. Mensen zoals tante Door bestaan nog wel maar de hulpverlening heeft andere waarden en normen. Zo was er iemand die al veel kinderen heeft. Vele al uit huis geplaatst zijn. Zelf zag ze in dat het beter zou zijn om zich te laten helpen, zodat er geen kinderen meer bij kwamen. Maar dat moest ze zelf € 300,= bijleggen. Die had ze niet, dus klopte ze bij de gemeente aan met de vraag of zij die driehonderd wilden betalen.
De gemeente zag het niet als taak om die kosten te dragen. Op naar het volgende kind, die misschien weer beperkingen heeft, veel hulp nodig zal hebben en uiteindelijk ook nog eens uit huis geplaatst moet worden. Volgens mij is dat toch duurder dan de driehonderd euro die zij gevraagd heeft........
of zie ik dat verkeerd?????????????????
woensdag 30 augustus 2017
zondag 27 augustus 2017
WAAR ZIJN DE OPVOEDERS GEBLEVEN ??
Een paar weken geleden werd ik gebeld en was er de vraag of we plek hadden voor een jongeman. Het is een grote instelling, die de jongen kennelijk niet meer willen. Eén van de medewerkers kent ons en dacht dat hij bij ons goed op zijn plek zou zijn. Helaas voor de jongen is er geen plek meer bij ons.
Ik hoorde dat de jongen de boel kort en klein had geslagen en daardoor werd er onmiddellijk een traject opgestart om hem buiten de instelling te plaatsen. De jongen had dit gedrag nog niet eerder vertoond. Toch moest hij weg.
Wij hebben inmiddels een nieuwe jongen, Mulan, die nu ruim acht weken bij ons is. Een nieuweling in de groep betekent aanpassing voor de groep. Deze aanpassing gaat wonderbaarlijk goed. Hij is goed geaccepteerd en doet goed mee. Dat wil zeggen tot eergisteren.
Het is een zware week voor Mulan geweest, de afgelopen dagen. De vakantie is voorbij en het normale leven gaat weer van start. Omdat hij diabeet is moet er op zijn voeding gelet worden. Iets wat hij niet kent, want hij is gewend om zijn eigen gang te gaan. De afgelopen twee jaar.
Nu is er ineens een groep, waar Mulan rekening mee moet houden. Waarin iedereen heel hard zijn best doet op de dagbesteding en de huisregeltjes accepteren. Voor Mulan is de overgang erg groot. Dat uit hij door steeds aan te geven dat hij zo snel mogelijk een vriendin wil hebben en een betaalde baan om dan op zichzelf te willen gaan wonen.
Natuurlijk is dat een mooie wens, maar met zijn verstandelijke beperking zal dat niet haalbaar zijn. In ieder geval is het wennen om nu weer in het dagelijkse gareel te komen. Voor ons is het zichtbaar dat Mulan het daar moeilijk mee heeft.
Gisteren liep de spanning op en gingen ze met elkaar op de vuist. Nadat de begeleiding ze uit elkaar hadden gehaald ging Mulan naar zijn kamer. Hij pakte zijn telefoon en belde 112 en liet zich doorverbinden met de politie. Toen de begeleiding op zijn kamer kwam was hij net heel rustig aan het vertellen dat hij iemand had geslagen. Hij verzocht de politie om hem op te komen halen want bij deze gaf hij zichzelf aan.
Nico greep in en gaf aan dat de escalatie voorbij was en dat hun hulp niet nodig was. Na het verbreken van de verbinding vroeg Nico wat hij aan het doen was.
Heel rustig antwoordde Mulan 'Ik moet toch weg? Want ik heb iemand geslagen.'
'Denk jij nu echt dat jij weg moet?'
Mulan zei 'Dat gaat altijd zo.'
'Maar hier toch niet. Hier word je geleerd dat dit niet goed is en praten we over hoe je een conflict wel kan oplossen.' antwoordde Nico.
Het lijkt erop dat hij de escalatie moedwillig is opgestart, want je slaat gewoon even iemand en dan moet je weg en dan hoop je dat de volgende plaats wel gaat doen wat jij wil.
Alleen wij werken niet zo. Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld om meteen bij de eerste escalatie de zorgvrager maar weer te dumpen. Ik vraag me af waar die jongens dan blijven? Als je al bij een eerste escalatie weg wordt gestuurd, waar is dan de opvoeding gebleven? Is weg sturen dan beter als opvoeden?? Wij geloven in het aanleren van goed gedrag en het beheersbaar maken van jou agressie.
Het lijkt erop dat men bang is geworden voor opvoeden, regeltjes en waarden en normen. Hoe erg is het als je steeds weg wordt gestuurd? Waar blijven deze groep zorgvragers? Dat zou ik wel eens willen weten. Wij doen er in ieder geval niet aan mee!
Ik hoorde dat de jongen de boel kort en klein had geslagen en daardoor werd er onmiddellijk een traject opgestart om hem buiten de instelling te plaatsen. De jongen had dit gedrag nog niet eerder vertoond. Toch moest hij weg.
Wij hebben inmiddels een nieuwe jongen, Mulan, die nu ruim acht weken bij ons is. Een nieuweling in de groep betekent aanpassing voor de groep. Deze aanpassing gaat wonderbaarlijk goed. Hij is goed geaccepteerd en doet goed mee. Dat wil zeggen tot eergisteren.
Het is een zware week voor Mulan geweest, de afgelopen dagen. De vakantie is voorbij en het normale leven gaat weer van start. Omdat hij diabeet is moet er op zijn voeding gelet worden. Iets wat hij niet kent, want hij is gewend om zijn eigen gang te gaan. De afgelopen twee jaar.
Nu is er ineens een groep, waar Mulan rekening mee moet houden. Waarin iedereen heel hard zijn best doet op de dagbesteding en de huisregeltjes accepteren. Voor Mulan is de overgang erg groot. Dat uit hij door steeds aan te geven dat hij zo snel mogelijk een vriendin wil hebben en een betaalde baan om dan op zichzelf te willen gaan wonen.
Natuurlijk is dat een mooie wens, maar met zijn verstandelijke beperking zal dat niet haalbaar zijn. In ieder geval is het wennen om nu weer in het dagelijkse gareel te komen. Voor ons is het zichtbaar dat Mulan het daar moeilijk mee heeft.
Gisteren liep de spanning op en gingen ze met elkaar op de vuist. Nadat de begeleiding ze uit elkaar hadden gehaald ging Mulan naar zijn kamer. Hij pakte zijn telefoon en belde 112 en liet zich doorverbinden met de politie. Toen de begeleiding op zijn kamer kwam was hij net heel rustig aan het vertellen dat hij iemand had geslagen. Hij verzocht de politie om hem op te komen halen want bij deze gaf hij zichzelf aan.
Nico greep in en gaf aan dat de escalatie voorbij was en dat hun hulp niet nodig was. Na het verbreken van de verbinding vroeg Nico wat hij aan het doen was.
Heel rustig antwoordde Mulan 'Ik moet toch weg? Want ik heb iemand geslagen.'
'Denk jij nu echt dat jij weg moet?'
Mulan zei 'Dat gaat altijd zo.'
'Maar hier toch niet. Hier word je geleerd dat dit niet goed is en praten we over hoe je een conflict wel kan oplossen.' antwoordde Nico.
Het lijkt erop dat hij de escalatie moedwillig is opgestart, want je slaat gewoon even iemand en dan moet je weg en dan hoop je dat de volgende plaats wel gaat doen wat jij wil.
Alleen wij werken niet zo. Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld om meteen bij de eerste escalatie de zorgvrager maar weer te dumpen. Ik vraag me af waar die jongens dan blijven? Als je al bij een eerste escalatie weg wordt gestuurd, waar is dan de opvoeding gebleven? Is weg sturen dan beter als opvoeden?? Wij geloven in het aanleren van goed gedrag en het beheersbaar maken van jou agressie.
Het lijkt erop dat men bang is geworden voor opvoeden, regeltjes en waarden en normen. Hoe erg is het als je steeds weg wordt gestuurd? Waar blijven deze groep zorgvragers? Dat zou ik wel eens willen weten. Wij doen er in ieder geval niet aan mee!
woensdag 23 augustus 2017
DE DIERENTUIN
Het laatste uitje van de vakantie gaat richting Rotterdam. We vertrekken vrij vroeg en de weersvoorspelling is wisselend. Maar we hebben er zin in. Bepakt met regenkleding en paraplu's rijden we richting het westen.
Als we zijn aangekomen lopen we door de verschillende landen heen. Bij een mooie loopbrug die aan de ene kant een hele mooie vijver toont kunnen we aan de andere kant een tijger bewonderen. Hij ligt lui in het gras en kijkt ons met lome ogen aan. Het is een stuk lager dan waar wij staat en het terrein is afgezet met een stalen hek met gaas. Op het hek is een groot bord vastgemaakt.
Mulan leest voor wat er opstaat. 'Kijk uit! Schrikdraad'.
Hij bestudeert het bord grondig, kijkt naar de tijger en kijkt me vervolgens aan en vraagt: 'Wie schrikt er dan?'.........
Durk reageert onmiddellijk en zegt: 'Plas er maar even tegen aan.'
Mulan kijkt me vragend aan. Hij heeft dus nog nooit van schrikdraad gehoord. Daar sta je helemaal niet bij stil.
'Doe maar even niet.' zeg ik.
Als we zijn aangekomen lopen we door de verschillende landen heen. Bij een mooie loopbrug die aan de ene kant een hele mooie vijver toont kunnen we aan de andere kant een tijger bewonderen. Hij ligt lui in het gras en kijkt ons met lome ogen aan. Het is een stuk lager dan waar wij staat en het terrein is afgezet met een stalen hek met gaas. Op het hek is een groot bord vastgemaakt.
Mulan leest voor wat er opstaat. 'Kijk uit! Schrikdraad'.
Hij bestudeert het bord grondig, kijkt naar de tijger en kijkt me vervolgens aan en vraagt: 'Wie schrikt er dan?'.........
Durk reageert onmiddellijk en zegt: 'Plas er maar even tegen aan.'
Mulan kijkt me vragend aan. Hij heeft dus nog nooit van schrikdraad gehoord. Daar sta je helemaal niet bij stil.
'Doe maar even niet.' zeg ik.
zondag 20 augustus 2017
SLIMME JONGENS
Als je onder bewindvoering zit is dat niet altijd even leuk, of helemaal niet leuk. Je hebt dan vaak niet veel te zeggen over jouw geld en jouw bankrekening. Het zou goed zijn als bewindvoerders zich meer inleven in hun cliënten. Maar heel vaak is dat jammer genoeg niet het geval. Ze krijgen te weinig betaald, voor het werk dat ze moeten doen. Hierdoor moeten ze veel cliënten hebben om alles draaiende te houden. Voor veel cliënten betekent dat helaas weinig tijd voor de individu. Het contact laat dus te wensen over.
Onze jongens denken dat als je in het bezit bent van een bankpas, je de macht in handen hebt. Want geld hebben staat gelijk aan macht. Ze denken dat je met een bankpas naar de bank kan gaan, om de bewindvoerder eruit te gooien. Maar dat is natuurlijk niet zo.
Met een bankpas kun je ook via internet iets kopen. Door het niet hebben van een bankpas, heb ik in het verleden veel voor hen besteld. Maar met de komst van de cadeaubonnen is daar een eind aan gekomen.
Ze zijn dus toch slimmer dan je zou vermoeden. Ze kopen van hun weekgeld cadeaubonnen en dan kunnen ze via internet zelfstandig inkopen doen. Met een beetje hulp van ons, hebben ze diverse accounts en bestellen ze erop los.
De plaatselijke Primera heeft aan hen een goede klant, met veel omzet. De jongens vinden het helemaal geweldig. De pakketjes worden ook nog eens thuis bezorgd. Inmiddels hebben ze gelukkig vertrouwen in de begeleiding gekregen, dat die de pakjes niet openmaken.
Ze hadden flink gespaard, dus de afgelopen weken hebben ze voor circa elfhonderd euro aan cadeaubonnen gekocht en hadden we dagelijks bezoek van de bezorgingsdiensten.
Een mooi voorbeeld als het gaat om de zelfredzaamheid van zorgdragers.
Onze jongens denken dat als je in het bezit bent van een bankpas, je de macht in handen hebt. Want geld hebben staat gelijk aan macht. Ze denken dat je met een bankpas naar de bank kan gaan, om de bewindvoerder eruit te gooien. Maar dat is natuurlijk niet zo.
Met een bankpas kun je ook via internet iets kopen. Door het niet hebben van een bankpas, heb ik in het verleden veel voor hen besteld. Maar met de komst van de cadeaubonnen is daar een eind aan gekomen.
Ze zijn dus toch slimmer dan je zou vermoeden. Ze kopen van hun weekgeld cadeaubonnen en dan kunnen ze via internet zelfstandig inkopen doen. Met een beetje hulp van ons, hebben ze diverse accounts en bestellen ze erop los.
De plaatselijke Primera heeft aan hen een goede klant, met veel omzet. De jongens vinden het helemaal geweldig. De pakketjes worden ook nog eens thuis bezorgd. Inmiddels hebben ze gelukkig vertrouwen in de begeleiding gekregen, dat die de pakjes niet openmaken.
Ze hadden flink gespaard, dus de afgelopen weken hebben ze voor circa elfhonderd euro aan cadeaubonnen gekocht en hadden we dagelijks bezoek van de bezorgingsdiensten.
Een mooi voorbeeld als het gaat om de zelfredzaamheid van zorgdragers.
woensdag 16 augustus 2017
NIEUWE TAFELPOTEN
Het is al enige tijd geleden dat Jeroen in een vlaag van verstandsverbijstering de poten onder zijn tafel heeft afgebroken. Niet erg slim, maar omdat hij grote muziekboxen heeft, dienden die voortaan als tafelpoten. Met de bedoeling om nieuwe poten te gaan halen.
Het moment van halen en kopen is aangebroken. Samen met Nico gaat Jeroen naar de Multimate. Alle aanwezige poten worden bekeken. Zoals altijd wil hij de grootste. Dat zijn poten bedoeld voor een sta-tafel met een hoogte van één meter tien. Niet echt comfortabel om aan te eten, legt Nico uit.
Jeroen vindt dat geen probleem, want dan maken we gewoon een verlaagd blad die we aan het grote blad kunnen hangen, waar een bord op past. Met de fantasie van Jeroen is niets mis. Nico stimuleert hem om toch maar de gewone hoogte te kiezen. Zo gezegd, zo gedaan. Met vier witte poten vertrekken ze weer naar huis.
Het is de bedoeling om de poten vandaag onder het blad te schroeven. Tijdens het ontbijt begint Jeroen over de poten. 'Jij hebt gisteren de poten betaald toch?' vraagt Jeroen. 'Dat klopt.' zegt Nico. 'Ik vind dat ik die moet betalen, want ik heb zelf de tafel kapot gemaakt.' geeft Jeroen aan.
'Daar heb je wel gelijk aan, dat zou je dus kunnen doen.' zegt Nico. Jeroen zit in gedachten en na een tijdje zegt hij 'Hoe gaan we dat dan oplossen?' 'Jij kan mij het geld geven voor die poten en dan heb jij betaald.'
'Oké, oké dan, dan zal ik jou het geld betalen en dan is het probleem opgelost.' zegt Jeroen.
Na een paar happen boterham zegt Jeroen ineens 'Maar dat kan helemaal niet.' Nico kijkt verbaast 'Waarom kan dat niet?'
' Als ik jou nu ga betalen zijn de poten tweedehands en die hoef ik niet. '
Het moment van halen en kopen is aangebroken. Samen met Nico gaat Jeroen naar de Multimate. Alle aanwezige poten worden bekeken. Zoals altijd wil hij de grootste. Dat zijn poten bedoeld voor een sta-tafel met een hoogte van één meter tien. Niet echt comfortabel om aan te eten, legt Nico uit.
Jeroen vindt dat geen probleem, want dan maken we gewoon een verlaagd blad die we aan het grote blad kunnen hangen, waar een bord op past. Met de fantasie van Jeroen is niets mis. Nico stimuleert hem om toch maar de gewone hoogte te kiezen. Zo gezegd, zo gedaan. Met vier witte poten vertrekken ze weer naar huis.
Het is de bedoeling om de poten vandaag onder het blad te schroeven. Tijdens het ontbijt begint Jeroen over de poten. 'Jij hebt gisteren de poten betaald toch?' vraagt Jeroen. 'Dat klopt.' zegt Nico. 'Ik vind dat ik die moet betalen, want ik heb zelf de tafel kapot gemaakt.' geeft Jeroen aan.
'Daar heb je wel gelijk aan, dat zou je dus kunnen doen.' zegt Nico. Jeroen zit in gedachten en na een tijdje zegt hij 'Hoe gaan we dat dan oplossen?' 'Jij kan mij het geld geven voor die poten en dan heb jij betaald.'
'Oké, oké dan, dan zal ik jou het geld betalen en dan is het probleem opgelost.' zegt Jeroen.
Na een paar happen boterham zegt Jeroen ineens 'Maar dat kan helemaal niet.' Nico kijkt verbaast 'Waarom kan dat niet?'
' Als ik jou nu ga betalen zijn de poten tweedehands en die hoef ik niet. '
zondag 13 augustus 2017
DISCRIMINATIE..... OF TOCH NIET?????????
Na een lange rit vanuit het schone Limburgse land zijn we aangekomen in onze hoofdstad Amsterdam. De weersvoorspellingen zijn gunstig. Mooi wandel of slenterweer. We parkeren altijd bij de Zeebrug en vertrekken dan met de tram om in het hartje van Amsterdam te gaan winkelen. Bij de automaat koop ik extra kaartjes en we lopen over het spoor naar de overkant waar de halte is voor de binnenstad.
De tram is net vertrokken en daarom moeten we vijf minuten wachten. Langzaam stroomt het perron vol met vooral vakantiegangers. Jongeren die vlakbij op een camping hebben gestaan en nu bepakt met een tent het centrum in willen gaan.
Eén man loopt rond met zijn neus bijna op de grond. We kijken wat hij aan het doen is. Muntjes zoeken. Kennelijk verliezen mensen op deze plek kleingeld uit hun jassen, of tassen. Regelmatig raapt hij een muntje van de stoep.
Anneke heeft nog net tijd om een sigaretje te roken. Zo staan we te kijken naar de mensen om ons heen. Mulan begint te roepen: 'Zie je die vrouw daar?' Hij wijst naar de overkant, waar het perron is die in tegengestelde richting gaat dan de onze. Daar staan twee mensen met elkaar te praten. Een man en een vrouw. 'Zie je dat, die vrouw?' vraagt hij nogmaals. Ik kijk en heb geen idee wat hij bedoeld. Ik zie gewoon twee mensen. 'Wat is er met die vrouw?' vraag ik.
'Die vrouw is lelijk zeg' roept hij. Meerdere mensen kijken nu naar de overkant. We bestuderen de vrouw, voor zover dat mogelijk is. Want ik kan op die afstand toch echt niet beoordelen of het om een mooie of lelijke vrouw gaat. Haar gezicht staat vriendelijk en ze amuseert zich goed met de man.
'Waarom vind jij die vrouw lelijk?' vraag ik hem.
Onze Somalische Mulan zegt vol overtuiging: ' Die vrouw is zwart !! Zie je dat dan niet? Ik hou niet van zwarte vrouwen. Geef mij maar een Hollands blond meisje.'
Vol verbazing kijk ik van de ene zwarte mens naar de andere. Ik vraag me af of dit nou ook onder discriminatie valt. Hij heeft er waarschijnlijk nog nooit van gehoord.
De tram is net vertrokken en daarom moeten we vijf minuten wachten. Langzaam stroomt het perron vol met vooral vakantiegangers. Jongeren die vlakbij op een camping hebben gestaan en nu bepakt met een tent het centrum in willen gaan.
Eén man loopt rond met zijn neus bijna op de grond. We kijken wat hij aan het doen is. Muntjes zoeken. Kennelijk verliezen mensen op deze plek kleingeld uit hun jassen, of tassen. Regelmatig raapt hij een muntje van de stoep.
Anneke heeft nog net tijd om een sigaretje te roken. Zo staan we te kijken naar de mensen om ons heen. Mulan begint te roepen: 'Zie je die vrouw daar?' Hij wijst naar de overkant, waar het perron is die in tegengestelde richting gaat dan de onze. Daar staan twee mensen met elkaar te praten. Een man en een vrouw. 'Zie je dat, die vrouw?' vraagt hij nogmaals. Ik kijk en heb geen idee wat hij bedoeld. Ik zie gewoon twee mensen. 'Wat is er met die vrouw?' vraag ik.
'Die vrouw is lelijk zeg' roept hij. Meerdere mensen kijken nu naar de overkant. We bestuderen de vrouw, voor zover dat mogelijk is. Want ik kan op die afstand toch echt niet beoordelen of het om een mooie of lelijke vrouw gaat. Haar gezicht staat vriendelijk en ze amuseert zich goed met de man.
'Waarom vind jij die vrouw lelijk?' vraag ik hem.
Onze Somalische Mulan zegt vol overtuiging: ' Die vrouw is zwart !! Zie je dat dan niet? Ik hou niet van zwarte vrouwen. Geef mij maar een Hollands blond meisje.'
Vol verbazing kijk ik van de ene zwarte mens naar de andere. Ik vraag me af of dit nou ook onder discriminatie valt. Hij heeft er waarschijnlijk nog nooit van gehoord.
woensdag 9 augustus 2017
WITTEBROODSWEKEN VOORBIJ
Mulan is blij, want hij heeft een nieuwe woonplek. De afgelopen acht maanden zat hij op de verkeerde plek, maar er was nergens plaats voor hem. Totdat iemand zijn lot aantrok. De beste man klom in de telefoon en stelde de vraag of er nog plek is bij ons.
Wij hebben plek en wij spreken af voor een kennismaking. Die verloopt goed. Hij is aardig en beseft heel goed dat hij een beperking heeft. Hij loopt een paar keer mee, om te kijken of de 'klik' er is. Wij denken dat hij goed past in de groep. We krijgen een overdracht van twee kantjes. Het grootste deel bestaat uit medische informatie en een klein deel uit informatie over Mulan. Het is heel summier en beslaat alleen een verslag van de afgelopen twee jaar.
Een jongen gevlucht uit Somalië. Hierbij heb ik een heleboel beelden. Van de televisie, waar je vooral op dit moment bootjes ziet met heel veel mensen aan boord. De verschrikkelijkste beelden komen voorbij. Oorlog en verwoestingen, doden en gewonden. Daar word je niet vrolijk van. Maar van Mulan weten we nauwelijks iets. Door die verschrikkelijke beelden durf ik nauwelijks iets te vragen. We wachten maar af, tot hij komt met verhalen. Het enige wat we weten is dat hij geen enkele contact met zijn familie wil.
Zoals bij elke nieuweling gedraagt hij zich voorbeeldig. Hij is vriendelijk, beleeft, spreekt met twee woorden en is afwachtend en kijkt vooral de kat uit de boom. Regelmatig zeggen we tegen elkaar, wacht maar tot de wittebroodsweken voorbij zijn.
Mulan is erg behulpzaam en wil graag mee om de boodschappen te halen en ook loopt hij graag mee om Blacky uit te laten. Tijdens het winkelen begint hij ineens te vertellen. Over zijn moeder, die hij niet meer wil zien omdat ze veel te streng is en bovendien heel gelovig. Mulan geeft aan dat hij niets met het geloof te maken wil hebben, omdat hij het er niet mee eens is. Ik vraag waarom hij zo denkt. Hij lacht en zegt dat de vrouwen hoofddoekjes moeten dragen en je alleen hun ogen kunt zien. 'Dan weet je niet of het knappe vrouwen zijn en ik val op blond.' zegt hij.
Het is even stil. Dan zegt Mulan 'Weet je dat ze in Somalië de meisjes ook besnijden?' 'Ja dat heb ik wel eens op de televisie gezien.' antwoord ik. 'Ik ben ook besneden, maar ik voel daar niets van. Maar bij de meisjes is het heel erg.'
Ik zwijg en wacht af wat er gaat komen. 'De meisjes worden besneden en moeten dan gelijk weer rond gaan lopen. Dan lopen ze dus bloedend op straat. Ik vind dat echt niet kunnen.'
Ik zie het voor me, beelden die ik nog nooit op de televisie heb gezien. De rillingen lopen over mijn rug. Afschuwelijk. Mulan staart voor zich uit. We zeggen even niets. Wat heeft hij toch allemaal meegemaakt? Dit is nog maar het begin.
Als we vandaag gaan ontbijten heeft Mulan corvee. Hij heeft moeite met de tafel te dekken. Weet niet zo goed wat er allemaal uit de koelkast moet komen en schijnt veel verkeerd te doen. De anderen corrigeren steeds. Je hoort de irritatie, van beide kanten. Hij moet nog veel leren. Maar het valt vandaag niet zo goed.
Als we klaar zijn is Nico samen met Kees aangeschoven en wil met hem ontbijten. Dit wijkt af van de dagelijkse gewoonten. Mulan geeft aan dat ze maar op hun eigen kamer moeten gaan zitten. Hij moet de tafel opruimen en schoonmaken. Maar ze blijven zitten. Hij begint te mopperen en loopt boos naar de kamer, ploft op de bank en zegt dat het veel te lang duurt. Hij heeft even niet meegekregen dat Nico het gaat opruimen, en dat hij nu klaar is. 'Ben je boos?'vraag ik als ik de kamer binnen loop en hem boos zie kijken. 'Ja ik ben heel boos.' is zijn antwoord. Ik probeer het uit te leggen, maar het komt niet binnen. Later praat Nico nog even met Mulan. Maar het is moeilijk voor hem.
De wittebroodsweken zijn voorbij. De ware Mulan laat zich zien. We zijn benieuwd wat ons te wachten staat. Een nieuwe bewoner is een nieuwe uitdaging. deze keer geen oer-Hollandse uitdaging, maar een uitdaging met een gekleurd tintje.
zondag 6 augustus 2017
CAMERA ZOEK
Ik lig onderuitgezakt naar de televisie te kijken. Nog even rust, voordat we naar de zorgwoning gaan. Na een paar daagjes rust lig ik totaal ontspannen met de telefoon in mijn hand. Ik voel de telefoon trillen. Een berichtje. Ik open de Whats-app en zie een foto van de camera van Kees. In het volgende appje wordt de vraag gesteld : Heb geen beeld, jullie een tip om dit te verhelpen. Het volgende berichtje geeft aan dat de camera ook piept.
Ik denk na wat het zou kunnen zijn, en kan maar één ding bedenken. Ik app terug: Ik denk dat Kees de stekker van de camera eruit heeft getrokken. Vervolgens wacht ik af.
De telefoon gaat, het is Ineke. Ik neem op. 'Hij heeft inderdaad de stekker eruit gehaald, en vervolgens heeft hij de camera verstopt. Ik schiet in de lach. Dat is nu weer typisch Kees. De hele dag is hij al tegendraads geweest. Dus is dit een logische vervolg, op de gebeurtenissen van de dag.
'Wat doen we nu?' vraagt ze. 'Maak hem zelf verantwoordelijk.' geeft ik als antwoord. 'Dat heb ik al gedaan.' zegt ze. 'Ik heb aangegeven dat ik hem dan in de nacht niet kan helpen, als hij een epilepsie aanval krijgt. Ik dacht dat de camera nog boven in de hoek hing, maar dat was niet het geval en Kees gaf heel duidelijk aan dat hij niet ging vertellen waar hij de boel verstopt heeft. Even afwachten dus.'
Ineke verbreekt het contact en denkt na wat ze vervolgens moet gaan doen. Het is natuurlijk heel vervelend als het in een dergelijke nacht iets fout zou gaan. Ze pakt een deken en loopt naar boven. Kees ligt nog steeds in bed en kijkt over de rand van de deken naar Ineke. 'Wat kom je doen?' vraagt hij. Ineke installeert zich op zijn bureaustoel en legt de deken over haar heen. 'Doe niet zo gek' zegt Kees.
'Ik kan je niet zien als ik in bed lig en ik wil niet dat er iets gebeurt vannacht, dus ik heb besloten dat ik dan maar op jou stoel ga slapen.' Kees begint te grommen. Dit was zijn bedoeling natuurlijk niet. Er gaan een paar minuten voorbij. Plotseling gooit hij zijn deken aan de kant en zegt 'Oké dan ik zal zeggen waar het ligt.' Hij stapt uit zijn bed en opent een la van zijn ladekast. Daar haalt hij zijn kabel uit. Vervolgens haalt hij de camera uit de hoek van zijn kamer naast de kledingkast. Hij sluit alles weer netjes aan. Gaat in bed liggen en zegt dat Ineke naar bed kan gaan en wenst haar een hele goede nacht, met mooie dromen.
Ik denk na wat het zou kunnen zijn, en kan maar één ding bedenken. Ik app terug: Ik denk dat Kees de stekker van de camera eruit heeft getrokken. Vervolgens wacht ik af.
De telefoon gaat, het is Ineke. Ik neem op. 'Hij heeft inderdaad de stekker eruit gehaald, en vervolgens heeft hij de camera verstopt. Ik schiet in de lach. Dat is nu weer typisch Kees. De hele dag is hij al tegendraads geweest. Dus is dit een logische vervolg, op de gebeurtenissen van de dag.
'Wat doen we nu?' vraagt ze. 'Maak hem zelf verantwoordelijk.' geeft ik als antwoord. 'Dat heb ik al gedaan.' zegt ze. 'Ik heb aangegeven dat ik hem dan in de nacht niet kan helpen, als hij een epilepsie aanval krijgt. Ik dacht dat de camera nog boven in de hoek hing, maar dat was niet het geval en Kees gaf heel duidelijk aan dat hij niet ging vertellen waar hij de boel verstopt heeft. Even afwachten dus.'
Ineke verbreekt het contact en denkt na wat ze vervolgens moet gaan doen. Het is natuurlijk heel vervelend als het in een dergelijke nacht iets fout zou gaan. Ze pakt een deken en loopt naar boven. Kees ligt nog steeds in bed en kijkt over de rand van de deken naar Ineke. 'Wat kom je doen?' vraagt hij. Ineke installeert zich op zijn bureaustoel en legt de deken over haar heen. 'Doe niet zo gek' zegt Kees.
'Ik kan je niet zien als ik in bed lig en ik wil niet dat er iets gebeurt vannacht, dus ik heb besloten dat ik dan maar op jou stoel ga slapen.' Kees begint te grommen. Dit was zijn bedoeling natuurlijk niet. Er gaan een paar minuten voorbij. Plotseling gooit hij zijn deken aan de kant en zegt 'Oké dan ik zal zeggen waar het ligt.' Hij stapt uit zijn bed en opent een la van zijn ladekast. Daar haalt hij zijn kabel uit. Vervolgens haalt hij de camera uit de hoek van zijn kamer naast de kledingkast. Hij sluit alles weer netjes aan. Gaat in bed liggen en zegt dat Ineke naar bed kan gaan en wenst haar een hele goede nacht, met mooie dromen.
woensdag 2 augustus 2017
WAT WIL IK LATER WORDEN, OF EIGENLIJK DIRECT
Nadat Kees zijn zelf geschreven brief, die hij heeft opgesteld samen met een begeleider van de GGZ, heeft voorgelezen, kijkt hij me aan. 'Mooi hé?' zegt hij. Hierin stond geschreven waarom hij is opgenomen bij de GGZ. 'Maar ik heb nog een vraag aan jou.' terwijl hij met zijn vinger mijn kant op wijst.
'En dat is?' vraag ik.
'Ik wil bakker worden, kan jij me helpen om dat te regelen?' 'Bakker????' herhaal ik. Ik vraag me af waar dit vandaan komt, want zijn lichaamshouding geeft dat niet aan. Een bakker moet hard werken en deze energie is niet te vinden bij de jongen die tegenover me zit. Het is een jongen uit Somalië die als vluchteling in Nederland is neer gestreken. Donker getint, met een bolle buik , met een verstandelijke beperking waarbij getallen, maten en hoeveelheden hem niets zeggen. Dus meel afwegen, dat gaat hem niet lukken.
'Waarom wil jij bakker worden?' vraag ik. 'Dat vind ik gewoon leuk, dus jij kan me helpen daarbij toch, misschien morgen?' zijn ongeduld is duidelijk merkbaar. 'Dan zullen we dat eens gaan onderzoeken als je bij ons woont.' geef ik aan. 'Oké, onderzoeken als ik bij jullie woon, maar dan gaan we gelijk kijken hé?'
Als klein meisje wist ik al vroeg wat ik wilde worden. Die droom heb ik kunnen verwezenlijken in een diploma en aansluitend een mooie internationale carrière. Wie heeft hierover geen droom ? Het begint vaak dat je wilt worden wat je vader of moeder voor beroep heeft. Ook bijzondere mensen hebben dromen. Kijk maar op de televisie, waar diverse programma's zijn om dromen te laten uitkomen. Ik denk maar aan Johnny de Mol. Bijzondere mensen met mooie dromen.
Ook daar gaat het wel eens mis. Want bijzondere mensen kunnen geen hotelmanager worden. Wel voor één dagje, maar niet je hele leven lang. Na het draaien van het programma, komt de werkelijkheid als een mokerslag aan. Want je droom is niet voor één dagje en eigenlijk is de droom nu voorbij en hebben ze geen droom meer. Dat is hard.
Toch zullen wij ook hen erop moeten voorbereiden dat ze niet naar een school kunnen om hotelmanager te worden, of zoals bij ons Kees die bakker wil worden.
Vanaf het moment dat hij bij ons is stelt hij keer op keer die vraag. Ook de begeleiders doen dan steeds hun best om uit te leggen waarom dat heel moeilijk is.
Vandaag komt hij weer met de vraag wanneer ik hem nu ga helpen. 'Heb jij al een diploma dat je kan laten zien dat je op een school hebt gezeten?' vraag ik. 'Nee dat heb ik niet, ik heb maar even op een school gezeten.' zegt hij. Kees denkt hierover na en komt een dag later bij me.
'Ik wil geen bakker meer worden, ik ga model worden zodat ik over een catwalk kan lopen. Ik laat mijn haar groeien ( nu heeft hij een kaal hoofd), mijn buikje moet afvallen en ik heb alvast wat foto's van mezelf opgestuurd bij de aanmelding.'zegt hij. Weer dat ongeduld.
'Waarom wil je dat worden?' vraag ik.
'Daar heb je geen diploma voor nodig. Dus kunnen we morgen even naar Amsterdam? Want daar heb ik me opgegeven en kunnen we een afspraak maken wanneer ik daar kan beginnen.'
We zullen nog wat geduld moeten hebben om hem uit te leggen dat dromen mooi zijn, maar dat niet elke droom uitkomt. Ik kan ook geen minister president worden.
'En dat is?' vraag ik.
'Ik wil bakker worden, kan jij me helpen om dat te regelen?' 'Bakker????' herhaal ik. Ik vraag me af waar dit vandaan komt, want zijn lichaamshouding geeft dat niet aan. Een bakker moet hard werken en deze energie is niet te vinden bij de jongen die tegenover me zit. Het is een jongen uit Somalië die als vluchteling in Nederland is neer gestreken. Donker getint, met een bolle buik , met een verstandelijke beperking waarbij getallen, maten en hoeveelheden hem niets zeggen. Dus meel afwegen, dat gaat hem niet lukken.
'Waarom wil jij bakker worden?' vraag ik. 'Dat vind ik gewoon leuk, dus jij kan me helpen daarbij toch, misschien morgen?' zijn ongeduld is duidelijk merkbaar. 'Dan zullen we dat eens gaan onderzoeken als je bij ons woont.' geef ik aan. 'Oké, onderzoeken als ik bij jullie woon, maar dan gaan we gelijk kijken hé?'
Als klein meisje wist ik al vroeg wat ik wilde worden. Die droom heb ik kunnen verwezenlijken in een diploma en aansluitend een mooie internationale carrière. Wie heeft hierover geen droom ? Het begint vaak dat je wilt worden wat je vader of moeder voor beroep heeft. Ook bijzondere mensen hebben dromen. Kijk maar op de televisie, waar diverse programma's zijn om dromen te laten uitkomen. Ik denk maar aan Johnny de Mol. Bijzondere mensen met mooie dromen.
Ook daar gaat het wel eens mis. Want bijzondere mensen kunnen geen hotelmanager worden. Wel voor één dagje, maar niet je hele leven lang. Na het draaien van het programma, komt de werkelijkheid als een mokerslag aan. Want je droom is niet voor één dagje en eigenlijk is de droom nu voorbij en hebben ze geen droom meer. Dat is hard.
Toch zullen wij ook hen erop moeten voorbereiden dat ze niet naar een school kunnen om hotelmanager te worden, of zoals bij ons Kees die bakker wil worden.
Vanaf het moment dat hij bij ons is stelt hij keer op keer die vraag. Ook de begeleiders doen dan steeds hun best om uit te leggen waarom dat heel moeilijk is.
Vandaag komt hij weer met de vraag wanneer ik hem nu ga helpen. 'Heb jij al een diploma dat je kan laten zien dat je op een school hebt gezeten?' vraag ik. 'Nee dat heb ik niet, ik heb maar even op een school gezeten.' zegt hij. Kees denkt hierover na en komt een dag later bij me.
'Ik wil geen bakker meer worden, ik ga model worden zodat ik over een catwalk kan lopen. Ik laat mijn haar groeien ( nu heeft hij een kaal hoofd), mijn buikje moet afvallen en ik heb alvast wat foto's van mezelf opgestuurd bij de aanmelding.'zegt hij. Weer dat ongeduld.
'Waarom wil je dat worden?' vraag ik.
'Daar heb je geen diploma voor nodig. Dus kunnen we morgen even naar Amsterdam? Want daar heb ik me opgegeven en kunnen we een afspraak maken wanneer ik daar kan beginnen.'
We zullen nog wat geduld moeten hebben om hem uit te leggen dat dromen mooi zijn, maar dat niet elke droom uitkomt. Ik kan ook geen minister president worden.
Abonneren op:
Posts (Atom)