Elf jaar was hij toen hij met zijn familie naar Nederland vluchtte. Vader, moeder en negen kinderen. Vanuit Somaliƫ. Een jongen met een verstandelijke beperking is in zijn moederland een schande voor de familie. Vaak worden ze verstoten en schaamt de familie zich.
Toch hebben ze hem meegenomen, want zij vinden dat hem niets mankeert. Als het uit de hand loopt, komt hij in een medische molen terecht. Met tegenwerking van de familie, want hij had echt geen medicatie nodig. Hoe vervelend moet dan voor de jongen zijn? In Nederland, geen sociaal netwerk en een familie die het laat afweten.
Daar zit hij dan, al acht maanden in de voorruimte van de isoleercel, omdat hij niet in de groep past. Hij is opgevangen door de GGZ. Zit op een zware afdeling psychiatrie. Maar hoort daar niet, vanwege zijn beperking. Maar er was geen andere plek. Acht maanden "eenzame opsluiting".
Dan komt er een mail van ons. Wij zijn nog steeds opzoek naar een nieuwe zorgvrager. We hebben van alles bedacht om een geschikte kandidaat te vinden. Adverteren, oproep bij MEE woonwinkel, Per Saldo, mentoren en zorgkantoren. De laatste geeft aan dat ze niemand weten. Terwijl een paar weken terug Nieuwsuur aandacht besteedde aan het probleem dat er ca 500 zorgvragers zijn die maar geen plekje kunnen vinden. Maar wij vinden die personen niet.
Uiteindelijk hebben we een mail naar alle GGZ instanties in de nabije omgeving gestuurd. Binnen vierentwintig uur belde iemand op. Hij had een mogelijke kandidaat. We maken kennis met hem. Hij had samen met de begeleiding een brief geschreven voor ons. Waarin hij vertelt hoe stout hij is geweest. Hij komt een paar keer bij ons, maakt kennis met de groep. Voor iedereen is dit verschrikkelijk spannend. Wat de wereld verandert, als hij bij ons komt wonen.
Hij kan niet afwachten. Maar voor we groen licht hebben, kunnen we niets plannen. Steeds komt hij bij me of belt me. Hij wil zo graag komen. Als ik aangeef dat we nog geen bed hebben antwoordt hij dat hij wel op de grond gaat slapen.
We hebben groen licht. Vandaag gaan we een bed kopen en hopelijk nog een tafel en een kast. Want de jongen heeft weinig. Alles staat al ingepakt. Als ik dan vraag wat, geeft hij aan: een deken, kussen, een koffer met kleren en een map voor zijn documenten.
Ik realiseer me dat wij in Nederland toch rijk zijn. Als wij verhuizen hebben we een vrachtwagen nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten