woensdag 8 november 2017

WOON-WERKVERKEER

Ik start de auto en rijd alvast achteruit totdat ik goed op de weg sta. Het is mijn beurt om Jeroen naar huis te begeleiden. Jeroen stapt op zijn fiets. Het is half oktober. De winter komt eraan en dus worden er een aantal voorzieningen getroffen zodat hij niet kan bevriezen onderweg.

Hij draagt op zijn hoofd eerst een oor-band, die zijn oren moeten beschermen tegen de kou. Daaroverheen zit een skimuts, dun van stof maar bedekt zijn haar. Over de muts zit een skihelm. Niet zo maar één, maar na een aantal te proberen is deze als beste uit de bus gekomen, wat betreft Jeroen.
Over zijn helm zit een grote skibril, want zijn ogen moeten ook beschermd worden. Een stevige sjaal bedekt zijn hals, want daar mag natuurlijk geen zuchtje wind doorheen komen. De zware oranje gekleurde winterjas zit met een rits en knopen dicht. Zijn handen zitten in skihandschoenen, waarvan de ingang helemaal in de mouw van de jas is gestopt. Dit om te voorkomen dat ook daar geen wind naar binnen kan kruipen. Laat nu maar de winter komen.

Als Jeroen gaat fietsen dan is hij super voorzichtig. Schuin, voorover gebogen alsof we al een westerstorm hebben fiets hij voorop en ik rijd er langzaam achteraan. Hij kan heel goed fietsen en op de meeste dagen zou hij het geheel zelfstandig kunnen doen. Maar...... we kunnen medeweggebruikers niet voorspellen. Daar zit het probleem en gevaar. Jeroen kan niet vooruitzien en beoordelen wat ze gaan doen. Een toeter kan hem al van slag brengen.

Dus rijden wij op gepaste afstand achter hem aan. Elk kruispunt, stopt hij en gaat hij met beide benen op de grond staan. Hij gaat pas rijden als er nergens meer verkeer te zien is. Dan pas steekt hij over.

Alsof hij zo de berg af kan skiën stapt hij weer op de fiets, op naar het volgende kruispunt. Hoe geweldig is dat, om op die manier een stukje zelfredzaamheid op korte afstand te mogen aanschouwen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten