zondag 19 november 2017

IN ROOK OPGEGAAN

'Ik kan maar niet slapen, ik heb steeds nachtmerries' Jos kijkt me hopeloos aan. Het is niet de eerste keer dat hij dit zegt. Zijn wereld is veranderd. Hij woont sinds kort bij ons in de zorgwoning. 2010 zal een gedenkwaardig jaar worden. De stap van zelfstandig wonen naar begeleid wonen is heel groot.

'Ik ben zo moe.' gaat Jos verder. Dat kan je ook aan hem zien. Donkere wallen onder de ogen. Ogen die verdrietig staan. Hangende schouders van lusteloosheid. Terwijl je eigenlijk zou verwachten dat het er nu beter op zou worden.

Ondanks dat ik weet waarom hij niet kan slapen stel ik hem toch weer dezelfde vraag als anders. Het is namelijk heel belangrijk dat ze leren praten. Al pratende kan je vaak het leven wat makkelijker maken. 'Waar gaan die dromen dan over?'

'Vannacht heeft oma weer op de rand van mijn bed gezeten. Want oma waakt over mij in de hemel. Alleen komt ze steeds in de nacht.' Jos zucht 'Waarom kan ze gewoon niet overdag komen, dan ben ik toch al wakker?' Hij zucht nog een keer.

Het is een terugkerend verhaal. Het lijkt erop dat hij de dood van zijn oma maar moeilijk kan verwerken. Hij was het lievelingetje van oma. Kreeg altijd de meeste snoepjes.

'Ik wil zo graag aan haar vertellen dat ik nu gelukkig ben. Dat jullie goed voor mij zorgen, en dat oma zich dus geen zorgen meer hoeft te maken over mij.' Je ziet de worsteling van Jos.

Ook bijzondere mensen hebben rouw. Zijn verdrietig en huilen ook. Ook zij moeten er mee leren leven. Ik merk dat bij hen het rouwproces precies zo verloopt als bij ons.

Eerst was er het ongeloof, oma kan niet dood zijn. Want dat is onmogelijk. Oma zou toch altijd voor ons blijven zorgen? Dan komt de boosheid. Want nu kan oma niet meer voor ons zorgen.

De fase waar Jos in blijft hangen is de depressie. Hij is nog niet toe aan de aanvaarding. Hij is verdrietig omdat hij oma niets kan vertellen over hoe het nu met hem gaat. Ik probeer hem hierin te ondersteunen. Ik merk bij hem de sterke wens dat oma moet weten hoe het nu met hem gaat.

Ik stel daarom het volgende voor, Jos gaat een mooie tekening maken van de samenstelling van het gezin op dit moment en de woning waarin ze nu wonen. Jos gaat onmiddellijk beginnen. Tekenen is voor hem een manier om de ander iets te vertellen, wat hij met woorden niet goed kan.

Als de tekening af is stel ik hem voor om een brief te schrijven aan oma. 'Maar dat kan ik niet.' zegt Jos. 'Ja wel, want het maakt niet uit hoe je iets schrijft, oma zal je altijd begrijpen.' Dit antwoord is voor hem voldoende om aan de slag te gaan met het schrijven van een brief. Hij schrijft hoe blij hij is en dat er goed voor hem wordt gezorgd. Hij geeft aan dat hij oma mist en af en toe nog moet huilen. Hij wenst dat oma nu rust krijgt en dat de nachtmerries stoppen.

Met de brief en de tekening gaan we naar het kerkhof. We zoeken het graf van oma. Als we er zijn open ik mijn tas. Ik heb een blik mee gebracht, met wat spiritus en lucifers. Ik doe de spiritus in het blik. We rollen de papieren op en stoppen ze ook in het blik. Jos mag van mij een lucifer aansteken en er ontstaat een vuurtje in het blik.

Heel langzaam zie je een zwarte rook van de verbranding. De rook stijgt op naar de hemel.
'Kijk...' zeg ik. Nu zie je de brief en tekening omhoog gaan naar de hemel. En daar staat oma te wachten tot ze de brief kan lezen en jou mooie tekening kan zien.

Jos kijkt de rookwolk na, statig gaat de wolk naar de hemel..........................................

Jos is in de laatste fase gekomen en kan accepteren dat oma daar boven is.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten