zondag 30 juli 2017

STILTE VOOR DE STORM

Nog even een paar daagjes rust. Voordat het begint. Een paar daagjes, uitblussen, uitwaaien en uitrusten. Op de boot is het rustig en stil. Even weg van de hectiek en de drukte. We zitten in de stilte voor de storm.

Morgen gaat het team met vakantie, voor een welverdiende rust na een periode die zich kenmerkt door afscheid nemen en verwelkomen. Afscheid nemen van de vader, waar we in de loop der jaren ons aan gehecht hebben. Verwelkomen van een nieuwe jongen met  nieuwe uitdagingen.

Morgen om precies te zijn arriveren we om acht uur om voor de eerste drie weken niet meer weg te gaan. Vierentwintig uur zorg, drie weken lang.

Vakantie, onze zorgvragers hebben vakantie. Al weken zijn ze aan het aftellen. Kijken ze waar ze heen zullen gaan als er een uitje is. De laatste werkdag, dan moet er gevierd worden dat de vakantie begint. Met een hapje en een drankje en vooral de taart mag niet missen. De laatste dag, dan wordt alles opgeruimd en schoongemaakt, om de komende drie weken niet op de dagbesteding te komen.

Voor autisten is een vakantie vaak moeilijk. Want al doe je nog zo je best, het is anders. Het ritme is anders, de dagen vullen zich anders.  Maar na zoveel jaren is hier ook een ritme ingekomen. Want op de eerste dag gaan we met z'n allen om de tafel zitten. Dan hebben we een grote kalender met drie weken erop. Dan gaan we voor drie weken plannen wat we gaan doen. Ieder heeft zijn eigen inbreng. Ze mogen aangeven waar ze naar toe willen, als we met onze bus rond gaan reizen.

Als de kalender klaar is, is er weer rust voor hen. Want dan is het heel duidelijk wat er gaat gebeuren de komende weken. Nou maar hopen dat we het weer mee hebben.

woensdag 26 juli 2017

NACHTELIJKE ESCAPADE

De dienst zit erop voor Anna. Ze loopt door de gangen van het oude gebouw. Het is er muisstil. Alleen de hakjes van haar schoenen klinken galmend door de gang. Iedereen ligt eindelijk in bed. Allen gedoucht en gepoetst. De gang is slecht belicht. Hier en daar zijn er lampen kapot. Die moeten nodig vervangen worden. Anna neemt zich voor om morgenvroeg als eerste de technische dienst te bellen.

Er is een bries merkbaar. Anna krijgt het koud, want het is herfst en bij de grote voordeur is het glas van een raampje gebroken. Het tocht er altijd. De wind is guur en de oude boom slaat met zijn diep hangende takken op de dakpannen. Het lijkt alsof het extra duister is, want de maan zit achter de donkere wolken.

Anna loopt naar het kantoor en pakt haar jas. Wil die aandoen en ziet dan nog een briefje liggen. Ze pakt het briefje en leest hardop voor wat er staat: 'Hallo Anna, wil jij nog even kijken bij Berend voor je weggaat. Hij was nogal druk vanavond en we willen even weten of de onrustband nog op de juiste plaats zit. Alvast bedankt. Groetjes Wilma.'

Daar gaan we weer, denkt Anna. Altijd als je denkt naar huis te kunnen moet er nog iets gebeuren. Ze gooit haar jas geërgerd over de stoel en loopt de gang weer in. Tiktak, tiktak hoor je van de hakjes, snel en met korte stapjes loopt ze richting Berend zijn kamer. Berend is één van de twee bewoners die in de nacht opgesloten slaapt in zijn kamer en vanwege zware escalaties slaapt hij met een onrustband.

Anna draait de sleutel om in het slot en kijkt door een kier naar binnen. Dit is altijd een spannend moment. Soms lukt het Berend om uit te breken en staat je achter de deur op te wachten. Omdat ze nu helemaal alleen is in het gebouw is ze voorzichtig.

Het licht van de gang valt op het bed. Ze ziet dat Berend slaapt, maar de band zit niet goed. Ze zucht, nu kost het nog meer tijd en komt ze nog later thuis. Dat is vervelend, want ze wil, voor ze naar bed gaat, nog even met de benen omhoog en een lekker wijntje drinken. Snel loopt ze naar binnen om de band goed te zetten. Poef, met een zware zucht valt de deur dicht.

Ze draait zich onmiddellijk om. Oh nee toch, de deur....
Ze grijpt naar haar jaszak en realiseert zich dat die op kantoor op de stoel is gegooid. Ze kijkt naar haar handen of ze werkelijk denkt wat ze denkt. De deur is dicht gevallen met de sleutel aan de buitenkant in het slot. De deur kan van binnenuit niet worden geopend, uit veilheidsredenen. Maar die veiligheidsredenen zorgen er nu voor dat ze er niet uit kan. In de kamer is geen nachtlampje. Je ziet alleen de lichtgevende knopjes van de lichtknop, maar als je de grote lamp aandoet dan wordt Berend zeker wakker. Haar ogen moeten wennen aan het duister.

Ze probeert logisch na te denken en niet in paniek te raken. Ze kijkt vlug naar Berend, die rustig ademt. Gelukkig die slaap nog. Wat nu??

Buiten hoort ze twee mensen praten. Dat zijn vast de begeleiders van de andere twee blokken. Die willen ook naar huis. Ze probeert of ze bij de bovenraampjes kan komen. Op haar tenen reikt ze met haar hand naar boven. Helaas ze kan er niet bij. Ze doet een schoen uit en probeert zo bij het raampje te komen. Het gaat net. Ze tikt met de hak op het raampje. Snel kijkt ze achterom of Berend wakker wordt. Het gaat goed, maar ze durft niet te hard te tikken. Stel dat hij wakker wordt. Het zweet breek haar uit. Ze probeert rustig te blijven en klopt nog een keer op het raampje.

Ze staat stil, haalt geen adem en probeert te luisteren of haar collega's haar horen. Ze hoort ze lachen en ze merkt dat het geluid zachter wordt. Dit gaat dus niet werken. Wat nu...wat nu....???

Ze kijkt nog een keer naar Berend. Die slaapt er door heen. Gillen of schreeuwen heeft geen zin want er is niemand meer in het hele gebouw. Ze wordt moe en de paniek loert om de hoek. Ze kan niet eens even zitten, want de kamer is leeg behalve een bed.

De camera, dat is het.....
Ze zoekt op het plafond naar de camera. In de nacht is er een kijk- en uitluistersysteem. Verderop op het terrein staat het hoofdgebouw. Daar is de afdeling bewaking, waar twee collega's waken in de nacht. Alle afdelingen in diverse gebouwen vallen onder hun verantwoordelijkheid. Via camera's kunnen ze uitluisteren en indien nodig meekijken. Bij Berend kunnen ze allebei, vanwege het extreme gedrag en de zorg die hij nodig heeft.

Ze pakt haar schoen weer en loopt naar de camera. Ze begint met de schoen te zwaaien. Nogmaals en nogmaals.....
Anna wacht af. Heeft geen idee van tijd. Ze loopt op de tenen heen en weer en probeert vooral geen lawaai te maken. Haar collega's hebben haar natuurlijk wel gezien, maar moeten zeker tien minuten lopen om bij haar te komen. Ze wacht en wacht. Ze hoort haar hart kloppen en een lichte hoofdpijn steekt de kop op. Nu vooral rustig blijven vermaant ze zichzelf. Een hele tijd staat ze stil en probeert geluiden van buiten op te vangen. Niets, ze hoort niets en er gebeurt niets. Ze zwaait weer met haar schoen.... en nog eens ..........en nog eens.

Dit duurt wel erg lang.... Ze gaat toch maar de gok wagen en begint zacht te roepen. Direct kijkt ze om naar Berend. Die slaapt rustig door. Ze voelt dat haar oksels nat zijn en baalt, nu stinkt ze ook nog. Ze roept nog een keer.....

In de bewakingskamer zitten Geert en Wies te lachen. Ze hebben schik, en zijn moppen aan het tappen. Af en toe kijken ze even op alle beeldschermen. Zien niets verontrustend en kletsen verder, gezellig met een kopje warme chocolademelk. Heel even lijkt er beweging op een beeldscherm, ze zetten het geluid wat harder. Och, dat is Berend die snurkt weer een keer. Ze hervatten hun gesprek. Een hele tijd later horen ze weer wat. Ze zetten het geluid nog iets harder. Wies vraagt Geert : 'Berend kan toch niet praten? Toch hoor ik iemand praten. Het geluid wordt nu op volle sterkte gezet. Het piept en kraakt maar ze horen toch een stem. Geerts staat op, pakt zijn jas en geeft aan dat hij polshoogte gaat nemen.

Anna is heel blij en spoed zich naar huis.

Bij ons gaat het anders. Wij hebben een slaapdienst, op kantoor staat een bed. Met de camera op de achtergrond en we kunnen ook uitluisteren. Maar we zijn dichtbij. Als iemand op de noodknop drukt zijn we binnen een minuut bij hen. Dat geeft veel vertrouwen. We sluiten niemand op en iedereen kan met een draaiknop zijn eigen deur van binnen open maken.

Of we wel eens buitengesloten worden? Echt wel. Als je uit je slaap gewekt wordt en met spoed naar boven rent, dan wil het wel eens gebeuren dat je zonder sleutel naar boven gaat. Je komt dus niet meer bij jou bed. Helaas moet je dan toch een collega wakker bellen of wachten tot het ochtendgloren het begin van de dag aankondigt.

zondag 23 juli 2017

HET PROJECT VAN DE DAG

Werken, werken, werken, altijd maar werken. Totdat zomaar op een dag het brein besluit dat het genoeg heeft gehad. Ga je dat analyseren dan is er toch al veel aan vooraf gegaan. Het lichaam zit fantastisch goed in elkaar, alleen we kunnen het nog niet helemaal lezen.

We spoeden ons naar de spoedeisende hulp. Het hart is totaal van slag en aan de rees. Hartritmestoornissen volgen elkaar op. Niets te zien bij de hartkatheterisatie. Toch een behandeling in het kader van een hartaanval. Inclusief hartrevalidatie.  Stress wordt als grote factor gezien. Klinkt eenvoudig, gewoon even rustig aandoen.

Toch gebeurt er een heleboel in dat lichaam. Ons brein is geschapen voor korte stressperioden. Stress werkt als een turbo diesel voor onze hersenen. Oververhitting is het gevolg als we voortdurend in de stress zitten. Stress helpt ons functioneren en snel reageren. Maar teveel stress werkt averecht.

Dan komt er een dag dat het brein zegt dat het genoeg is geweest. Het systeem moet worden gereset. Afkoelen. Stresshormonen hebben een krimpende werking op de zenuwen. Door de krimpende werking ontstaat er ruimte tussen de zenuwen. Het lijkt op een mobiele telefoon die slecht bereik heeft. Het brein heeft rust nodig, om te herstellen. Dat gebeurt voornamelijk in de nacht. Maar als je de stress niet vermindert is de kans op herstel gering. Je komt in een visuele cirkel, doordat je slecht slaapt. Je gaat moe naar bed en staat moe weer op.

Het brein geeft aan dat het genoeg is en dwingt je om het rustiger aan te doen. Hierdoor wordt je belemmerd in je doen. Een pak boter halen in de winkel wordt het project van de dag. Je leert om de activiteiten in een ladeblok te doen. Per lade één project. En je mag er steeds maar één openen.
Herstellen kost tijd. Veel tijd.

Onze zorgvragers maken hetzelfde mee. Op een ander level, maar het werkt precies hetzelfde. Een nieuwe bewoner geeft zoveel stress dat ook hier stresshormonen vrijkomen. We constateren dat "oud gedrag" weer terug komt. Weglopen is daar één van.

En dan ineens wordt "een boterham eten" het project van de dag. Dat is moeilijk voor de begeleiding, maar de hersenen zijn even in staking. Die hebben rust nodig, maar omdat hij slecht slaapt komt die rust er niet. Dat zijn de moeilijke momenten van begeleiden. Normaal heb je al veel geduld nodig. Maar in deze dagen heb je extreem veel geduld nodig.

Werk met een ladeblok. Verdeel de activiteiten over het ladeblok. Per lade één. Zorg ervoor dat er rust komt. Open dan één lade en maak daar het project van de dag van. Morgen is er weer een nieuwe dag, met nieuwe kansen. Hopelijk door de nacht een beetje herstel.

Voor ons als begeleiders heb je tijdens je werk jou eigen project van de dag, namelijk heel veel geduld opbrengen.

woensdag 19 juli 2017

VERRASSING....

Als ik op kantoor kom ligt er een verrassing op mijn bureau.  HOE LIEF !!!!!!!!!!!

zondag 16 juli 2017

VAN BOVEN AF

Je kunt op twee manieren begeleiden. Van onderen af, zoals wij dat doen. Je pakt ze bij de hand en neemt ze serieus en laat ze de wereld begrijpen. Maar de andere kant is begeleiden van bovenaf. Jij doet wat ik zeg want anders....

We zitten tv te kijken, naar een documentaire van de spoedeisende hulp in een ziekenhuis in Londen.  Regelmatig hebben ze daar dezelfde personen die menen spoedeisende hulp nodig te hebben. De zorg is in Engeland iets anders geregeld, dan bij ons in Nederland.

Er komt een man aan bij de spoedeisende hulp. Hij heeft iets aan zijn voet, en wil dat er een dokter naar komt kijken. Je kijkt als toeschouwer mee met het personeel in het ziekenhuis. Die laten ons zien hoe zij het ervaren. Ze zien de man aankomen en hebben al een oordeel over de man. Daar komt hij weer aan, voor de zoveelste keer. Zuchtend loopt de verpleegkundige naar de man toe. Hij geeft aan dat hij pijn heeft aan zijn voet. Zij antwoordt daarop dat het de zoveelste keer is en dat ze snel wil kijken en dat hij dan weer net zo snel weg moet gaan. Met de klemtoon op snel.

Hij loopt met haar mee en gaat op een stoel zitten. Hij doet zijn schoen uit, verwijdert de sok en houdt zijn been omhoog, zodat ze kan zien wat er aan de hand is.  Zij doet latex handschoenen aan en pakt zijn been, kijkt hooguit een minuut, laat het been weer zakken en geeft aan niets te zien en dat hij zijn sok en schoen weer aan kan doen. Het is dan de bedoeling dat terwijl de man zijn sok en schoen aantrekt, zij naar de volgende patiënt gaat. In de camera geeft ze aan dat het wel weer zal gaan onweren, als de man weigert weg te gaan, zoals elke keer weer.

De man voelt zich niet serieus genomen en gaat amok maken. Hij vindt dat er een arts naar moet kijken en begint dus te roepen. Onmiddellijk komt de verpleegkundige terug en begint tegen hem te schreeuwen dat hij op moet schieten, dat er geen dokter naar gaat kijken en dat als hij nog steeds doorgaat met aandacht vragen dat ze de bewaking gaat oppiepen.

De man schiet in de verdediging en zegt dat hij echt pijn heeft en wil dat er iemand naar kijkt. Boos en demonstratief drukt de verpleegkundige op een alarmknop die ze in haar hand houdt.

Als kijker naar het programma word je meegenomen naar de afdeling bewaking. Daar zitten twee mannen vierentwintig uur op camera's te kijken en er lopen vier man rond die oproepbaar zijn. Dat zijn geen gewone mannen, dat zijn zwaar bewapende mannen gekleed in zwarte kleding met kogelvrije vesten, wapens in de riem, aan de andere kant een stroomstootwapen. Hiermee kunnen ze een belager tijdelijk uitschakelen, omdat een dergelijke stroomstoot de spieren van jou lichaam tijdelijk verlamd. Daarnaast hebben ze oortjes in de oren en een grote walky-talky  op de borst hangen. Met een beschermende helm op het hoofd en zwaar gespierde armen van de fitness. Als ze lopen met al die toeters en bellen, lopen ze net als bavianen , borst vooruit en een arm langs het lichaam slingerend en de andere op het wapen rustend.

Er komen twee van de mannen aanlopen, terwijl de verpleegkundige nog steeds staat te schreeuwen en de man rustig op de stoel zit. Nu met die twee kerels achter haar geeft ze nogmaals aan dat hij weg moet en als hij dat niet doet deze twee heren hem wel even een handje helpen. De man komt niet in actie, vraagt alleen om een dokter. De twee bewakers pakken hem bij de armen en sleuren hem richting de uitgang. Dat begint de man wilt te bewegen. Weer gaat de alarmbel en komen er nog twee van die beveiligers aan. Met z'n vieren springen ze boven op de man. Zo blijven ze enkele minuten liggen. De man verroert zich niet meer.

Ze pakken hem op en zetten hem weer op zijn benen. Het is dus de bedoeling dat hij het ziekenhuis verlaat. Ze zetten hem met twee man buiten de schuifdeuren. Wachten nog even, kijken toe hoe de man weg schuifelt van de deuren. De mannen keren voldaan terug naar hun afdeling. Alles bij elkaar genomen zijn er vijfenveertig minuten verstreken, van toen de man kwam en weer vertrok. In die vijfenveertig minuten zijn er vijf mensen van het ziekenhuis direct betrokken bij dit incident. Wat zou dit gekost hebben? ............

Twee minuten later staat de man weer bij de SEH. De man gaat gewoon weer op dezelfde stoel zitten. De verpleegkundige zit met de handen in het haar. Hier hebben ze geen tijd voor. Er komt toevallig een bewaker langslopen. Een vrouwelijke wel te verstaan. Ze knielt neer bij de man en vraagt wat het probleem is. De man geeft aan dat zijn voet zeer doet. Ze vraagt of ze even mag kijken. Hij laat de voet zien. De vrouw vraagt een stukje verband aan de verpleegkundige. Ze doet het verband om zijn voet. Helpt hem met het aantrekken van de schoen. Reikt hem de hand, die hij gewillig vastpakt. Samen lopen ze naar de uitgang. Ze geeft als tip dat hij een paar straten verderop onderdak kan krijgen. Ze geeft hem een hand, een schouderklopje en wenst hem een goede nacht. Hij draait zich om en verdwijnt in het donker, om niet meer terug te keren die nacht. De bewaakster loopt naar haar afdeling. Al met al heeft dit ongeveer tien minuten geduurd en de man is blij vertrokken. Tien minuten met één persoon en iemand die even een stukje verband pakt.

Volgens mij is van onderen af toch goedkoper, meelevender en menswaardiger!



donderdag 13 juli 2017

GEWAARBORGDE HULP

Ik word gebeld door een mentor van een zorgvrager, die bij ons woont. Ze heeft geprobeerd te bellen met het zorgkantoor, om een afspraak te maken voor een huisbezoek. Als reactie krijgt ze van het zorgkantoor te horen dat zij niet geregistreerd staat om een gesprek te mogen voeren. Ze staan haar gewoon niet te woord.

Ik had onlangs een vergelijkbare ervaring, waar het zorgkantoor aangaf alleen wat te kunnen betekenden voor een zorgvrager als er een gewaarborgde hulp is benoemd. Onze zorgvragers hebben allemaal een bewindvoerder en een mentor die zijn aangewezen door de rechter. Dat noemen ze wettelijke vertegenwoordigers.

Wat is hier aan de hand? Ongeveer vanaf begin juni, bereiken ons berichten dat de zorgkantoren een gewaarborgde hulp eisen om iets te regelen voor de zorgvrager. Wat is een gewaarborgde hulp? Het zorgkantoor verwijst naar de wetgeving. In de wet Regeling Langdurige Zorg wordt gesproken over een gewaarborgde hulp, maar de zorgkantoren geven daar een eigen invulling aan. Deze wet dateert van 1 januari 2015. In artikel 5.6 staat: Tenzij de verzekerde ( lees zorgvrager ) beschikt over gewaarborgde hulp, wordt een persoonsgebonden budget niet verleend aan een zorgvrager die krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op bepaalde zorgprofielen. Onze zorgvragers vallen daar dus onder. 

Ik ben er altijd van uit gegaan dat een mentor die is benoemd door de rechter een gewaarborgde hulp is. Eén rechter heeft in zijn uitspraak zelfs benoemd dat het haar taak is om toe te zien dat de zorg die in het zorgplan is opgenomen ook wordt verleend. In de genoemde wet wordt geen uitleg gegeven wat een gewaarborgde hulp is en wat de taken zijn. De bewindvoerder heeft sinds 2015 nauwelijks meer te maken met het PGB want dat loopt via de SVB.

De zorgkantoren komen met een eigen uitleg omtrent gewaarborgde hulp. Daarin verschilt het ook nog per zorgkantoor. Er staat niet in de wet hoeveel zorgvragers een gewaarborgde hulp mag hebben. De zorgkantoren hebben ook hier zelf een aantal aan verbonden. Bij de een zijn het drie zorgvragers, bij de ander tien. Daarnaast geven ze aan dat gewaarborgde hulp regelt dat de zorgvrager de zorg krijgt die er nodig is. Zij ondersteunen bij het beheren van het PGB. Houden in de gaten dat het PGB goed wordt besteed. Ze moeten bij het bewust-keuze gesprek en bij het huisbezoek aanwezig zijn.

Overkoepelende organisaties van de bewindvoerders vinden dat het niet hun taak is om toe te zien of de zorg wordt geleverd die nodig is.  De mentoren vinden dat zij de aangewezen personen zijn, maar ze mogen er maar drie vertegenwoordigen. Hiermee wordt hun taak ondermijnd.

Voor 80% van de zorgvragers is dit geen probleem. Zij hebben familie om zich heen en een sociaal netwerk. Dus die kunnen altijd wel iemand vragen om gewaarborgde hulp te worden. Echter ook hier ontstaan problemen. Iemand die alleen af en toe hulp nodig heeft bij het voeren van een telefoongesprek, raakt haar zelfredzaamheid kwijt op het moment dat er een gewaarborgde hulp wordt geregistreerd. Vanaf dat moment mag de zorgvrager niet meer zelf handelen.

Voor 20% waar onze zorgvragers onder vallen zijn er wel problemen. Onze zorgvragers hebben geen familie om zich heen en al helemaal geen sociaal netwerk.  Ze hebben daardoor een bewindvoerder en mentor als wettelijke vertegenwoordigers. Maar de bewindvoerders willen niet en de mentoren kunnen niet, want alleen wij al hebben zes zorgvragers. Dat betekent minimaal twee gewaarborgde hulpen. Als zorgverleners kunnen we dus eigenlijk geen zorgvrager opnemen in onze groep, omdat er geen gewaarborgde hulp aangewezen kan worden. Hij heeft toch helemaal niemand om zich heen. Alleen de GGZ waar hij is opgenomen in een crisisafdeling, en waar hij een heel duur bed bezet houdt. Niemand onderneemt iets en hij zit er al acht maanden. ( kijk eens wat dat kost)

Hij zit dus de hele dagen alleen, op een gesloten afdeling, waar hij niet thuis hoort. Dat kan toch niet? Terwijl wij een leeg bed hebben en hij bij ons past. Het zorgkantoor geeft aan dat er alleen iets geregeld kan worden als er een gewaarborgde hulp is geregistreerd. Ik vraag nog of er een lijst is van mensen, waaruit we kunnen kiezen. Maar er is geen lijst. Er worden ook geen eisen gesteld aan een gewaarborgde hulp. Dus pluk maar iemand van de straat en laat het formulier maar ondertekenen. Gelukkig hebben wij mensen om ons heen die de jongen deze plek gunnen en we hebben dus een gewaarborgde hulp gevonden, met veel ervaring in groepen zoals de onze.

Maar waar gaat het nu eigenlijk over? Het gaat allemaal om geld, er wordt niet gekeken naar de zorgvrager, maar naar de geldstroom. Men denkt hiermee dat het PGB fraudebestendiger gaat worden. Zeker als in de toekomst de gewaarborgde hulp aansprakelijk gesteld kan worden als het geld niet goed besteed wordt. 

Ik ben van mening dat, zodra dat wordt ingevoerd, er niemand meer een gewaarborgde hulp wil zijn, voor onze zorgvragers zonder familie en sociaal netwerk. Want als gewaarborgde hulp kan je niet dag en nacht naast de zorgvrager zitten om te controleren of ze de hulp wel krijgen die is afgesproken.

Er kan maar één aansprakelijk gesteld worden, degene die de zorg verleent. In ons geval ben ik dat als zorgondernemer. Ik heb de verantwoording om te zorgen dat we de zorg leveren die is afgesproken.

Als ik het zorgkantoor hierover bel en aangeef dat op het moment dat de gewaarborgde hulp aansprakelijk wordt gesteld, ik onmiddellijk een verklaring zal opstellen dat de persoon in kwestie niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de zorg die wij leveren geeft het zorgkantoor aan dat dat een goede oplossing is. Ik heb het zelfs nu al in de contracten staan, dat als achteraf blijkt dat iets is verkeerd gegaan, waardoor er terugbetaald moet worden dat de Pioenroos hiervoor zorg draagt. Ik vind het een schande dat mensen de hulp niet krijgen waar ze recht op hebben, omdat de zogenaamde zorgondernemers er met het geld vandoor gaan. Nog erger is dat dan de zorgvragers/budgethouders aansprakelijk zijn, op dit moment, en het geld moeten terugbetalen. 

Voor mij lijkt de huidige oplossingen die bedacht worden in Den Haag, fraudegevoeliger zal worden, met een gewaarborgde hulp die zomaar van de straat geplukt is.

Nog vreemder vind ik het feit dat dit op dit moment door het hele land speelt en dat er in de media nauwelijks aandacht voor is. Maar ja, onze zorgvragers vallen maar in de 20% categorie, dus waarom zou er hiervoor aandacht zijn??????????????





zondag 9 juli 2017

RARE VLAGGEN

We rijden door een dorp. De weg is erg smal en ik moet goed uitkijken dat ik de stoepranden niet raak met de autobanden. De huizen en winkels zijn vlak aan de straat gesitueerd. Hij kijkt uit het raam. Ziet weer van alles.

Het is juni en dat betekent dat er veel scholieren en studenten examens hebben gedaan. De resultaten is te zien in het straatbeeld. Onze zorgvrager heeft daar nooit iets van meegemaakt.  Terwijl we daar rijden wijst hij naar een vlag : "Wat een rare vlag is dat, wat betekent dat?"
Ik begrijp eerst niet wat hij bedoeld, want ik zie gewoon een rood-wit-blauwe vlag. "Dat is de Nederlandse vlag." geef ik aan.

"Dat weet ik ook wel, maar wat is dat zwarte dan?" vraagt hij.
"Bedoel je de rugzak die aan de stok hangt?" "Ja."
Ik leg uit dat er dan iemand woont die geslaagd is voor zijn eindexamens. "Oké, die zijn dus geslaagd." herhaalt hij.

Vanaf dat moment wijst hij elke vlag die er maar hangt aan en vertelt trots dat daar iemand woont die geslaagd is. Weer wat geleerd.

zaterdag 8 juli 2017

JUBILEUM 12,5 JAAR

Het is alweer twaalf en een half jaar geleden dat Dorothé Sanders bij ons kwam werken. Om dat te vieren hebben we haar tijdens onze teamdag in het zonnetje gezet. Van harte Dorothé op naar  het volgende jubileum !!!!  Bedankt voor jou inzet.

woensdag 5 juli 2017

GRAANVELDEN

Onze nieuwe zorgvrager komt misschien van ver (Somalië) , maar heeft nog niet veel van Nederland gezien. Hij valt van de ene verbazing in de andere. Als we onderweg zijn om meubeltjes te kopen, raakt hij niet uitgevraagd. Hij wil alles weten.

Zo rijden we langs goud gekleurde graanvelden. Schijnbaar heeft hij dit nog nooit gezien en vraagt wat het is, omdat hij de kleur zo mooi vindt.
"Dat zijn graanvelden." zeg ik.
"Oké graanvelden, graanvelden, graanvelden."zegt hij me na.
"Wat zijn dat graanvelden?" vraagt hij
"Van graan bakt de bakker brood." antwoord ik.
"Oké, van graan bakken ze brood, van graan bakken ze brood, van graan bakken ze brood " blijft hij herhalen.

Op de terugweg komen we weer langs de graanvelden.
Hij wijst met zijn vinger naar de velden en zegt: "Dat zijn garnalen hé? Daar bakken ze toch brood van?"