donderdag 24 mei 2018

ACCU PROBLEMEN

Jassen aan, tassen mee en vol goede moed stappen we in onze bus. Het is vandaag Hemelvaart en er is er ook nog eentje jarig. De zon schijnt volop en het beloofd een mooie dag te worden. Op naar een jaarmarkt in Zuid-Limburg. Voor mij erg vroeg om nu al te gaan rijden, maar de anderen kunnen heerlijk nog wat dutten in de bus.

Als we allemaal zitten start ik de motor. Hij slaat aan, maar heel even, want dan slaat het af. Oké, het is een beetje vroeg, dus ik start opnieuw. Te vergeefs. Ik hoor het al aan het geluid. Ik kijk meteen naar de knop voor de verlichting en ja hoor de stadslampen staan aan. Die hebben ervoor gezorgd dat de accu's leeg zijn. Ik probeer het nog een keer. Inmiddels wordt de groep onrustig.
Gelukkig is pake erbij. Die heeft startkabels in zijn auto zitten.

Hij rijdt met zijn auto langs de bus en de boy's stappen ook uit om te helpen. Met veel moeite krijgen ze de motorkap open.  Het aansluiten van de startkabels op de bus is een makkie. Maar dan die bijzondere Volkswagen. Waar zitten de accu's eigenlijk??????????

Met z'n drieen duiken ze onder de kap van de auto. Er wordt van alles los gemaakt. Xander doet ook zijn best om mee te kijken. Hij staat het verst af van de auto en houdt in zijn handen de uiteinden van de startkabel. Hij kan het niet goed zien en duikt nog wat dieper onder de motorkap. Ineens zie ik vuurwerk. De vonken schieten alle kanten op. De uiteinden blijven aan elkaar plakken en Xander trekt met volle kracht de twee klemmen van elkaar. Aan zijn gezicht te zien is hij enorm geschrokken. Maar het lukt, de motor slaat aan.

Opgelucht stapt iedereen weer in de auto. We zijn op weg naar het zuiden.
Na een tijdje zie ik Xander voor zich uit te staren, in plaats van dutten. Ik vraag of hij is geschrokken.
Hij knikt: 'Ik ben zo geschrokken dat ik meteen helemaal klaar wakker ben.'


Ik denk dat het niet weer zal gebeuren. En voor de zekerheid hebben we startkabels maar achter in de bus gelegd.

zondag 6 mei 2018

goed voorbeeld doet goed volgen


We hebben pauze. Ook als we een dagje weggaan moeten we natuurlijk lunchen.  Als er iemand jarig is mag die kiezen waar we dat doen.


Inmiddels is in de steden waar we vaker komen de leukste tentjes wel bekend. Ook als je uit eten gaat zijn er tafelmanieren. Je ziet dan ook vaak dat ze eerst even kijken wat ik doe, om vervolgens hetzelfde te doen. Dat is een vorm van veiligheid. Zo begaan ze geen blunders.

Nou is dat niet altijd zo. Vaak als we een milkshake halen, vind ik dat de siroop niet goed wordt gemend met het ijs. Daar nemen ze te weinig tijd voor. Immers tijd is geld.

Het gevolg is dat ik dan de deksel eraf haal, om even goed te roeren. Dit doe ik best vaak, achteraf gezien. Maar ineens viel het me op dat als ik dat had gedaan, iedereen ineens de deksel eraf haalden.

Ik nam me voor om eens te experimenteren. Dus de eerst volgende keer dat we aan de milkshake zaten haalde ik de dop er af. En ja hoor binnen enkele minuten gingen de deksels bij de anderen er ook af.

De keer erop bedacht ik me dat ik het nu maar eens niet ging doen. Je zag in de groep dat er twijfel was en dus ging bij de één de deksel eraf en bij de ander niet. De keer daarop deed ik weer de deksel eraf en ja hoor iedereen volgde.

Dit is een interessant gegeven. Want je bent dus gewoon een levend voorbeeld. Ik ging dus testen of dat je dat ook op andere dingen zou kunnen toepassen. Soms in het weekend zijn er broodjes. Die zijn niet zo groot. De kaasplakken daartegen zijn wel groot.

Bij het eerste broodje pakte ik de kaas. Deed de plak door de helft en belegde mijn broodje, zonder daar iets bij te zeggen. In no time volgde de rest. Zo werd dit een gewoonte, zonder een afspraak hierover. Het leuke is dat er op een geven moment een nieuwe begeleider aanschoof bij het ontbijt. Die pakte een broodje en een plak kaas en vouwde die tussen het broodje.

'oh, dat mag niet.' werd er onmiddellijk geroepen. Wij mogen er maar een halve plak kaas op doen, dus jij ook.'

En dat, terwijl ik er nooit iets over heb gezegd. Hoe machtig is het gegeven dat je een voorbeeld moet zijn voor anderen. Ik wou dat dit meer gebeurde, dan zag de wereld er misschien toch iets anders uit.


donderdag 3 mei 2018

IN DE HEMEL

Ik zit aan tafel om samen met Jeroen te ontbijten. Er hangt een vreemde stilte. Je hoort de vork over de broodplank schrapen. Geluiden van het kauwen op de boterham. Mijn hoofd voelt duf. Ik wrijf erover, maar het helpt niet. Er spookt van alles in mijn hoofd. Het te kort aan slaap breekt me op. Maar ja, het is niet anders.

Al een paar dagen heeft Jeroen een psychose. Dat is heel heftig om van dichtbij mee te maken. De pillen die hij voorgeschreven kreeg maken hem zeer agressief. Gecombineerd met de extreme verwardheid maakt dat we in een achtbaan zitten die voor mijn gevoel wel honderd keren over de kop gaat. Terwijl ik hoogtevrees heb en mijn maag dus van slag raakt.

Hij wil maar niet gaan slapen, want dan wordt hij niet meer wakker. Wij kunnen niet slapen want hij spookt door het hele huis. Om de groep rust te geven hebben we hem een paar dagen geleden meegenomen naar ons huis. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt.

Ik kijk hoe hij zijn boterhamstukjes aan de vork prikt. Geconcentreerd alsof hij één is met de broodstukjes. Nadat het stukje brood aan de vork is geprikt, kijkt hij of er iets achter is gebleven op de broodplank. Hij prikt net zo lang tot alle kruimels aan het brokje zijn vastgeplakt. Hij steekt de vork in de mond en kijkt me aan.

"Wat doe jij nou hier?" vraagt hij zeer verbaasd.
"We zijn samen aan het ontbijten en ik ben al klaar."

"Maar dat kan helemaal niet want jij bent allang dood." Aan zijn gezicht zie ik dat hij dit echt meent.
"Nou ik ben er toch echt hoor, zal ik je even knijpen?"

"Dat kan helemaal niet." hij draait zijn hoofd rond en kijkt de kamer rond, alsof hij iets zoekt. Voor hem is deze beleving echt. Je ziet dat hij het niet begrijpt en zegt "Zouden we dan samen in de hemel zitten?"
Hij kijkt weer om zich heen en merkt op dat dit niet de hemel is. Tja, dan zal het wel niet kloppen.

Ik beaam dat en geef aan dat hij maar beter met de boterham bezig kan zijn. Hij knikt zijn hoofd en prikt het volgende brokje aan zijn vork............