Langzaam draai ik de snelweg op. Naast me zit Geert. Hij zit voor zich uit te staren. We zitten midden in een overgang. Na een gezellig weekje logeren is het moment gekomen dat ik hem naar huis breng. Hij heeft veel plezier gehad. Dat is logisch want hij was bij gelijkgezinde bijzondere mensen.
Hij is goed opgenomen in de groep. Ze hadden samen veel herkenning. De ene autist begrijpt de andere. Dat is leuk om te zien. Het verbroedert. Maar nu is het weer tijd om naar huis te gaan. Hij wil dolgraag weer naar huis. Maar........................
Dit is een overgang. Autisten hebben vaak moeite met overgangen. Dat komt omdat hun wereld op zo'n moment verandert. Met een dergelijke grote verandering heeft Geert moeite. Voor hem duurt de overgang heel lang, want zijn thuis ligt anderhalf uur verderop. En anderhalf uur lang in een auto zitten is ook heel lang. Ik probeer het op te delen in stukjes. Van plaats naar plaats en hij kan dan kijken of we al bij de volgende plaats zijn, want dat kan je op de verkeersborden zien. Dat helpt.
Als we bij Boxmeer zijn bedenk ik me ineens dat ik een fotoboek ben vergeten. Dat boek is heel belangrijk en dus leg ik Geert uit dat we even terug rijden om het boek te halen. Op zich reageert hij hier goed op. Het duurt nu nog langer voor hij thuis is, maar hij wil ook graag dat het fotoboek mee gaat.
We gaan van de snelweg af, over de snelweg naar de andere kant van de snelweg en we rijden terug. Ik heb de Tomtom aanstaan omdat ik het laatste stuk van de route nog niet zo goed ken. Omdat ik terug rijd reageert de Tomtom dat ik verkeerd rij. Ze probeert me steeds om te laten keren. Dan vraag ze steeds ; 'Probeer om te draaien, lukt dat?' Een grappige vraag, waar ik in het begin om moest lachen. Maar Geert vindt het na een aantal keren helemaal niet grappig. Hij ergert zich aan de stem en vindt het heel vervelend dat ze er steeds tussendoor praat. Ik herken dat want Jeroen heeft er ook heel veel moeite mee. Daar zet ik bijna nooit de Tomtom aan. Geert reageert ook hetzelfde, want na een tijdje gaat de middelvinger omhoog en roept hij dat ze haar mond moet houden.
Als we het boek hebben gaan we opnieuw vertrekken. Op dit moment heeft Geert er minder last van, immers we zijn weer op de goede weg. Dan komen we op de stuk rijksweg, waar veel rotonde's zijn.
Stil kijkt Geert om zich heen. Als we weer bij een rotonde komen wordt hij ineens verwart.
'Snapt dat mens het nog steeds niet.' roept hij. Ik kijk langs me en zie dat hij zich opwindt.
'Die mevrouw zegt steeds: rechtdoor over de rotonde, tweede afslag.'
'Dat kan toch helemaal niet, want dan moet je dwars over die planten rijden.' hij wijst naar de ronde begroeiing in het midden. Het is maar goed dat we niet alles letterlijk opvatten. Geert vindt haar maar dom.
zondag 29 oktober 2017
dinsdag 24 oktober 2017
DE BOSGROEP KOMT KOFFIE DRINKEN.
Ik kijk vanuit mijn raam zo op het natuurgebied de Maasduinen. Vrachtwagens rijden af en aan. Nog meer werk en kant en klare orders komen voorbij. Ik zie een busje stoppen voor de dagbesteding. Het is de bosgroep, vanuit een nabij gelegen instelling.
Geregeld komen ze langs. Wij hebben door ons werk veel afvalstukken van plaatmateriaal. Het meeste gaat de container in en wordt afgevoerd naar de stort. Soms komen er mensen langs die wat restafval willen hebben, voor verschillende doeleinden. Er komen mensen die vogelhuisjes willen maken voor een jaarmarkt, er zijn mensen die het als stookhout gebruiken voor het kweken van orchideeën en zo komt ook de bosgroep om restafval te halen.
Meestal zitten er twee begeleiders in de bus met een aantal zorgvragers. Samen lopen ze naar de container en halen ze steeds één stuk eruit en brengen die dan naar de aanhanger, alwaar het netjes wordt opgestapeld. Maar vandaag zijn ze zonder aanhanger. Een jongen stapt uit. Het is Karel.
Karel komt altijd even bij mij op kantoor. Terwijl zijn vrienden het hout laden maakt hij een praatje met mij. Hele verhalen houdt hij, over waar hij woont en zijn zus en familie. In de loop der tijd ken ik een beetje hoe het hem toegaat. Dat geeft inmiddels voor hem een veilig gevoel, want hij blijft steeds langer zitten.
Er wordt op mijn deur geklopt en ik geef aan dat Karel binnen mag komen.
'Weet je wat voor dag het vandaag is?' vraagt hij vrolijk.
'Volgens mij is het woensdag vandaag.'
'Ja deuheu dat weet ik ook wel, maar ik bedoel iets anders' Hij klopt op zijn voorhoofd met het teken dat hij niet gek is.
'Nou, dan weet ik het niet, ik geef het op.' zeg ik.
'Ik ben vandaag jarig....' Hij loopt op mij af, zodat ik hem kan feliciteren.
'Dat is geweldig mooi, van harte gefeliciteerd Karel' en ik geef hem een hand.
'En nou kom ik met jou koffie drinken.' Hij zet zichzelf op één van mijn bezoekersstoelen en kijkt me afwachtend aan.
'Dan zal ik maar even koffie voor je gaan halen.' Ik loop naar de kantine en kom terug met twee bakjes koffie.
Ik merk op, dat als ik uit het raam kijk, dat iedereen in het busje zit en nog geen hout aan het halen zijn. 'Ze zijn nog niet aan het laden.' zeg ik tegen Karel, terwijl ik zijn koffie voor hem zit.
'Nee dat klopt, want we hebben geen hout nodig vandaag.'
Ik ben verbaast en trek mijn wenkbrauwen op. Hij ziet dat en zegt meteen 'We zijn hier omdat ik jarig ben.' 'Omdat je jarig bent?' herhaal ik en kijk nogmaals naar buiten. Ik tel twee begeleiders en nog vier jongens. 'Maar waarom zijn zij dan allemaal meegekomen?'vraag ik.
'Als je jarig bent mag je een wens doen en die gaan ze voor jou organiseren, en mijn wens was dat ik bij jou op de koffie mocht.' antwoord hij trots.
Ik voel me vereerd. Er zit dus buiten een groep mensen, met de handen over elkaar en met de neuzen op het raam, die geduldig wachten op hem tot hij klaar is met koffiedrinken.
Ik breng hem nadat zijn kopje leeg is weer naar het busje. Eén van de groepsleiders knipoogt naar mij en zegt: 'We konden hem niet op andere gedachten krijgen en hij bleef maar doorgaan. Dus zijn we maar naar jullie gereden en heeft hij zijn kopje koffie gehad. Karel zit te glunderen en is gelukkig. Wat wil je nog meer wensen, het kan zo simpel zijn. Ik waardeer de groepsleiders enorm, die toch met een moeilijke groep, moeten wachten in een busje tot Karel zijn koffie heeft opgedronken.
Karel zijn dag kon niet meer stuk.
Geregeld komen ze langs. Wij hebben door ons werk veel afvalstukken van plaatmateriaal. Het meeste gaat de container in en wordt afgevoerd naar de stort. Soms komen er mensen langs die wat restafval willen hebben, voor verschillende doeleinden. Er komen mensen die vogelhuisjes willen maken voor een jaarmarkt, er zijn mensen die het als stookhout gebruiken voor het kweken van orchideeën en zo komt ook de bosgroep om restafval te halen.
Meestal zitten er twee begeleiders in de bus met een aantal zorgvragers. Samen lopen ze naar de container en halen ze steeds één stuk eruit en brengen die dan naar de aanhanger, alwaar het netjes wordt opgestapeld. Maar vandaag zijn ze zonder aanhanger. Een jongen stapt uit. Het is Karel.
Karel komt altijd even bij mij op kantoor. Terwijl zijn vrienden het hout laden maakt hij een praatje met mij. Hele verhalen houdt hij, over waar hij woont en zijn zus en familie. In de loop der tijd ken ik een beetje hoe het hem toegaat. Dat geeft inmiddels voor hem een veilig gevoel, want hij blijft steeds langer zitten.
Er wordt op mijn deur geklopt en ik geef aan dat Karel binnen mag komen.
'Weet je wat voor dag het vandaag is?' vraagt hij vrolijk.
'Volgens mij is het woensdag vandaag.'
'Ja deuheu dat weet ik ook wel, maar ik bedoel iets anders' Hij klopt op zijn voorhoofd met het teken dat hij niet gek is.
'Nou, dan weet ik het niet, ik geef het op.' zeg ik.
'Ik ben vandaag jarig....' Hij loopt op mij af, zodat ik hem kan feliciteren.
'Dat is geweldig mooi, van harte gefeliciteerd Karel' en ik geef hem een hand.
'En nou kom ik met jou koffie drinken.' Hij zet zichzelf op één van mijn bezoekersstoelen en kijkt me afwachtend aan.
'Dan zal ik maar even koffie voor je gaan halen.' Ik loop naar de kantine en kom terug met twee bakjes koffie.
Ik merk op, dat als ik uit het raam kijk, dat iedereen in het busje zit en nog geen hout aan het halen zijn. 'Ze zijn nog niet aan het laden.' zeg ik tegen Karel, terwijl ik zijn koffie voor hem zit.
'Nee dat klopt, want we hebben geen hout nodig vandaag.'
Ik ben verbaast en trek mijn wenkbrauwen op. Hij ziet dat en zegt meteen 'We zijn hier omdat ik jarig ben.' 'Omdat je jarig bent?' herhaal ik en kijk nogmaals naar buiten. Ik tel twee begeleiders en nog vier jongens. 'Maar waarom zijn zij dan allemaal meegekomen?'vraag ik.
'Als je jarig bent mag je een wens doen en die gaan ze voor jou organiseren, en mijn wens was dat ik bij jou op de koffie mocht.' antwoord hij trots.
Ik voel me vereerd. Er zit dus buiten een groep mensen, met de handen over elkaar en met de neuzen op het raam, die geduldig wachten op hem tot hij klaar is met koffiedrinken.
Ik breng hem nadat zijn kopje leeg is weer naar het busje. Eén van de groepsleiders knipoogt naar mij en zegt: 'We konden hem niet op andere gedachten krijgen en hij bleef maar doorgaan. Dus zijn we maar naar jullie gereden en heeft hij zijn kopje koffie gehad. Karel zit te glunderen en is gelukkig. Wat wil je nog meer wensen, het kan zo simpel zijn. Ik waardeer de groepsleiders enorm, die toch met een moeilijke groep, moeten wachten in een busje tot Karel zijn koffie heeft opgedronken.
Karel zijn dag kon niet meer stuk.
zondag 15 oktober 2017
ONDER DE GROND
Pesten, ik zie het regelmatig op Facebook voorbij komen. Mensen die worden gepest en mensen die pesten. In wat voor wereld leven we? Maar als ik eerlijk ben was het vroeger er, helaas, ook al.
Ik weet nog dat ik als brugpieper geconfronteerd werd met pestende kinderen. Nee, ik werd niet gepest, maar een jongen uit mijn klas wel. Rieks was zijn naam. Ik kon daar niet goed tegen, dus nam ik het voor hem op. Zo ontstond er een clubje, waarvan je dacht: dat zijn vrienden.
Tot op een dag je op school kwam en te horen kreeg dat Rieks om het leven was gekomen. Door zelfdoding. Hij kon de scheiding van zijn ouders niet verwerken. Een scheiding was toen nog uitzondering. Wij, zijn "vrienden".....wisten niet eens wat er in de jongen omging. Hoe erg is dat?
Ik weet nog dat we naar de aula van een crematorium gingen. Ik had geen idee wat ons te wachten stond. De schrik was enorm, toen we in de kist gingen kijken. Dat beeld staat nog steeds op mijn netvlies. Een puber met heel veel jeugdpuistjes, die door verstikking een vervelende kleur had. Alle puistjes waren daardoor nog beter zichtbaar. Voor mij een drama, ik had nog nooit een dode gezien.
De volgende schok kwam toen de kist, die op een rails stond langzaam werd weggereden. Schuifdeuren gingen open en ik was zo naïef om te denken dat achter de schuifdeuren het "grote vuur" was. Net zoals ik wel eens op de televisie had gezien. Dus nogmaals een schok voor mij. Maar gelukkig was dat niet zo.
Ik was zo van slag, ik had zoiets nog nooit meegemaakt. Mijn ouders bedachten toen dat ik maar eens een paar keer mee moest , naar begrafenissen van mensen uit onze kerk. Onder begeleiding van mijn moeder. Zo kon ik eraan wennen, dat het niet eng is en onderdeel van het leven is.
Mulan heeft net te horen gekregen dat zijn oma is overleden. Je merkt dat hij worstelt met het idee van doodgaan. Hij geeft aan dat hij het niet goed begrijpt. Wat betekent doodgaan. Nico probeert uit te leggen dat de ziel uit het lichaam gaat. Dat alleen het lichaam overblijft en dat we het lichaam dan begraven of cremeren. Mulan probeert de uitleg te begrijpen.
'Als je dood bent dan ga je in een kist liggen, toch?' vraagt hij ter bevestiging.
'Daar word je ingelegd, want dat kan de dode persoon niet zelf meer.' antwoordt Nico.
'Daarna wordt de kist in een gat in de grond gestopt, toch?' hij kijkt Nico vragend aan.
'Dat is één mogelijkheid, of je wordt gecremeerd.' Nico denkt dat Mulan het begint te snappen.
'Dat onder de grond, hé , dat lijkt me zó vervelend' zegt Mulan.
'Vervelend???' vraagt Nico, die hem even niet begrijpt.
'Als je in die kist ligt, in een gat in de grond en dan onder de zoden, in het donker...............
Dan zie je toch helemaal niets meer?......................
Ik weet nog dat ik als brugpieper geconfronteerd werd met pestende kinderen. Nee, ik werd niet gepest, maar een jongen uit mijn klas wel. Rieks was zijn naam. Ik kon daar niet goed tegen, dus nam ik het voor hem op. Zo ontstond er een clubje, waarvan je dacht: dat zijn vrienden.
Tot op een dag je op school kwam en te horen kreeg dat Rieks om het leven was gekomen. Door zelfdoding. Hij kon de scheiding van zijn ouders niet verwerken. Een scheiding was toen nog uitzondering. Wij, zijn "vrienden".....wisten niet eens wat er in de jongen omging. Hoe erg is dat?
Ik weet nog dat we naar de aula van een crematorium gingen. Ik had geen idee wat ons te wachten stond. De schrik was enorm, toen we in de kist gingen kijken. Dat beeld staat nog steeds op mijn netvlies. Een puber met heel veel jeugdpuistjes, die door verstikking een vervelende kleur had. Alle puistjes waren daardoor nog beter zichtbaar. Voor mij een drama, ik had nog nooit een dode gezien.
De volgende schok kwam toen de kist, die op een rails stond langzaam werd weggereden. Schuifdeuren gingen open en ik was zo naïef om te denken dat achter de schuifdeuren het "grote vuur" was. Net zoals ik wel eens op de televisie had gezien. Dus nogmaals een schok voor mij. Maar gelukkig was dat niet zo.
Ik was zo van slag, ik had zoiets nog nooit meegemaakt. Mijn ouders bedachten toen dat ik maar eens een paar keer mee moest , naar begrafenissen van mensen uit onze kerk. Onder begeleiding van mijn moeder. Zo kon ik eraan wennen, dat het niet eng is en onderdeel van het leven is.
Mulan heeft net te horen gekregen dat zijn oma is overleden. Je merkt dat hij worstelt met het idee van doodgaan. Hij geeft aan dat hij het niet goed begrijpt. Wat betekent doodgaan. Nico probeert uit te leggen dat de ziel uit het lichaam gaat. Dat alleen het lichaam overblijft en dat we het lichaam dan begraven of cremeren. Mulan probeert de uitleg te begrijpen.
'Als je dood bent dan ga je in een kist liggen, toch?' vraagt hij ter bevestiging.
'Daar word je ingelegd, want dat kan de dode persoon niet zelf meer.' antwoordt Nico.
'Daarna wordt de kist in een gat in de grond gestopt, toch?' hij kijkt Nico vragend aan.
'Dat is één mogelijkheid, of je wordt gecremeerd.' Nico denkt dat Mulan het begint te snappen.
'Dat onder de grond, hé , dat lijkt me zó vervelend' zegt Mulan.
'Vervelend???' vraagt Nico, die hem even niet begrijpt.
'Als je in die kist ligt, in een gat in de grond en dan onder de zoden, in het donker...............
Dan zie je toch helemaal niets meer?......................
woensdag 11 oktober 2017
VERLIEFD, VERLOOFD, GETROUWD....
Ik was gisteren op een congres voor woon-initiatiefnemers. Ik heb daar zeer waardevolle informatie gekregen en daar ga ik vast meer over schrijven. Allemaal zorgondernemers bij elkaar. Veel herkenning en ook veel gespreksstof.
Onder het genot van een kopje koffie vertelt een collega een leuk verhaal, die aansluit op mijn vorige blog. Deze wil ik jullie niet onthouden. Zij was door de ouders van de twintig jongvolwassene bewoners gevraagd om eens te peilen hoe ver de bewoners waren in hun ontwikkeling op gebied van seksualiteit. Een onderwerp die in instellingen bijna behoort tot de dagelijkse kost, is voor ouders niet altijd even gemakkelijk. Juist doordat ze zo dichtbij hun kinderen blijven staan. Toch willen ze graag weten hoe ver de jongeren hierin zijn en wat er nodig is om een juiste voorlichting te geven. Ter voorbereiding op de onderzoek avond had ze een paar dia's uitgezocht, om op het onderwerp seks te komen.
Tijdens de inleiding komen de hartjes voorbij, die de verliefdheid moeten aangeven. Verliefd en dan wat? Dan krijg je verkering. Zo gaat het haast bij iedereen en ook deze jongvolwassenen hebben het ideaal plaatje van huisje boompje beestje.
Ze laat een dia zien van een verliefd stelletje die op een bankje in het park zit. Ze laat de dia even inwerken op de bewoners en vraagt aan hen: 'Wie kan mij vertellen wat je op het plaatje ziet?'
Eén van de jongens steekt zijn hand op en zegt: 'Het zal wel weer over seks gaan, maar daar weet ik onderhand alles al van en heb het al heel veel geoefend."
Dit had ze even niet zien aankomen,
Maar hij gaat verder: "Maar wat ik nu zo graag wil weten.......
Ja?????....................
Hoe kom ik op dat bankje?'......................
Onder het genot van een kopje koffie vertelt een collega een leuk verhaal, die aansluit op mijn vorige blog. Deze wil ik jullie niet onthouden. Zij was door de ouders van de twintig jongvolwassene bewoners gevraagd om eens te peilen hoe ver de bewoners waren in hun ontwikkeling op gebied van seksualiteit. Een onderwerp die in instellingen bijna behoort tot de dagelijkse kost, is voor ouders niet altijd even gemakkelijk. Juist doordat ze zo dichtbij hun kinderen blijven staan. Toch willen ze graag weten hoe ver de jongeren hierin zijn en wat er nodig is om een juiste voorlichting te geven. Ter voorbereiding op de onderzoek avond had ze een paar dia's uitgezocht, om op het onderwerp seks te komen.
Tijdens de inleiding komen de hartjes voorbij, die de verliefdheid moeten aangeven. Verliefd en dan wat? Dan krijg je verkering. Zo gaat het haast bij iedereen en ook deze jongvolwassenen hebben het ideaal plaatje van huisje boompje beestje.
Ze laat een dia zien van een verliefd stelletje die op een bankje in het park zit. Ze laat de dia even inwerken op de bewoners en vraagt aan hen: 'Wie kan mij vertellen wat je op het plaatje ziet?'
Eén van de jongens steekt zijn hand op en zegt: 'Het zal wel weer over seks gaan, maar daar weet ik onderhand alles al van en heb het al heel veel geoefend."
Dit had ze even niet zien aankomen,
Maar hij gaat verder: "Maar wat ik nu zo graag wil weten.......
Ja?????....................
Hoe kom ik op dat bankje?'......................
zondag 8 oktober 2017
ONDERONSJE......
Langzaam haal ik de vork naar mijn mond, en neem de hap die er op ligt. Ik zit aan tafel met een bord warm eten voor me. Tegenover mijn bord staat het bord van Jeroen. Er ligt nog niets op zijn bord, maar naast zijn bord staat een magnetronbak. Het eten is al een keer opgewarmd, maar Jeroen is er nog niet aan toe.
Jeroen staat in een hoek. Hij kwam binnen met een druppel aan zijn neus, dus dat heeft nu zijn prioriteit. Hij wil zijn neus snuiten. Dat is inmiddels een nieuw ritueel geworden. Omdat hij de begeleider niet wil aansteken, gaat hij in de hoek staan. Met zijn rug naar ons toe. Zijn voeten moeten altijd op de juiste plaats staan, dus daar kijkt hij nu naar. Als hij staat kan hij zijn neus snuiten. Terwijl hij dat doet gaat er ergens een alarm af. Jeroen raakt geïrriteerd. Met zijn voet probeert hij zijn tas te raken. De tas die mee is geweest naar de dagbesteding. Hij stopt met zijn neus te snuiten. Gooit de keukenrol-papier in zijn prullenbak.
Uit zijn tas haalt hij zijn mobiele telefoon. Daar komt het geluid vandaan. Ik eet rustig door en begrijp dat hij er nog even niet aan toe is om te gaan eten. Ik wil mijn eten niet koud laten worden, dus ga gewoon door.
Jeroen gaat aan tafel zitten en moppert. 'Vandaag geen alarmen' zegt hij. Voor elke vaste handeling op een dag heeft hij een alarm gezet, zodat hij eraan herinnert wordt dat hij iets moet doen. Zo blijft hij in zijn ritme. Hij zet de alarmen af voor de rest van de dag en ik kan eindelijk zijn eten opscheppen.
Ik ben inmiddels klaar met eten en schuif mijn bord aan de kant
'Ik ben sinds kort tante en heb er twee neefjes en een nichtje bij gekregen' zeg ik. Hij kijkt op van zijn bord. 'Hoezo?' vraagt hij. 'Mijn broer is toch getrouwd?' 'Ja dat weet ik al.' hij kijkt me aan met een gezicht van: vertel eens wat nieuws. 'Nu heb ik een neefje die net als jullie heel bijzonder is, en die komt binnenkort bij ons logeren.' Jeroen eet door. 'Dat neefje wil heel graag jou ontmoeten.' ga ik verder. Hij kijkt weer op en krijgt een glimlach. Hij wordt nu echt nieuwsgierig. 'Hoe ziet hij er dan uit?' vraagt hij.
Ik pak mijn mobiel en zoek tussen de foto's. Terwijl ik aan het zoeken ben kom ik bij een foto van Jelle, mijn oudste zoon. Op de foto staat hij samen met zijn vriendin. 'Kijk' zeg ik 'Jelle heeft een vriendin.' Ik draai het scherm zo dat hij mee kan kijken. Bij het woord "vriendin" is hij super geïnteresseerd. Hij bestudeert de foto.
'Waar heeft Jelle zijn vriendin ontmoet dan?' vraagt hij.
'In Utrecht, waar Jelle woont' antwoord ik.
Hij blijft naar het beeldscherm kijken en denkt ondertussen na.
'Dus...... hij heeft zijn vriendin....... gevonden in Utrecht?'
Ik knik bevestigend. Hij kijkt ineens heel blij, begint met zijn arm te zwaaien om de woorden die hij wil gaan zeggen kracht bij te zetten. Hij heeft iets bijzonders ontdekt...............
'Dan moet ik naar Utrecht gaan verhuizen, want daar zijn dus de vriendinnen te vinden en ik wil er ook één."
Jeroen staat in een hoek. Hij kwam binnen met een druppel aan zijn neus, dus dat heeft nu zijn prioriteit. Hij wil zijn neus snuiten. Dat is inmiddels een nieuw ritueel geworden. Omdat hij de begeleider niet wil aansteken, gaat hij in de hoek staan. Met zijn rug naar ons toe. Zijn voeten moeten altijd op de juiste plaats staan, dus daar kijkt hij nu naar. Als hij staat kan hij zijn neus snuiten. Terwijl hij dat doet gaat er ergens een alarm af. Jeroen raakt geïrriteerd. Met zijn voet probeert hij zijn tas te raken. De tas die mee is geweest naar de dagbesteding. Hij stopt met zijn neus te snuiten. Gooit de keukenrol-papier in zijn prullenbak.
Uit zijn tas haalt hij zijn mobiele telefoon. Daar komt het geluid vandaan. Ik eet rustig door en begrijp dat hij er nog even niet aan toe is om te gaan eten. Ik wil mijn eten niet koud laten worden, dus ga gewoon door.
Jeroen gaat aan tafel zitten en moppert. 'Vandaag geen alarmen' zegt hij. Voor elke vaste handeling op een dag heeft hij een alarm gezet, zodat hij eraan herinnert wordt dat hij iets moet doen. Zo blijft hij in zijn ritme. Hij zet de alarmen af voor de rest van de dag en ik kan eindelijk zijn eten opscheppen.
Ik ben inmiddels klaar met eten en schuif mijn bord aan de kant
'Ik ben sinds kort tante en heb er twee neefjes en een nichtje bij gekregen' zeg ik. Hij kijkt op van zijn bord. 'Hoezo?' vraagt hij. 'Mijn broer is toch getrouwd?' 'Ja dat weet ik al.' hij kijkt me aan met een gezicht van: vertel eens wat nieuws. 'Nu heb ik een neefje die net als jullie heel bijzonder is, en die komt binnenkort bij ons logeren.' Jeroen eet door. 'Dat neefje wil heel graag jou ontmoeten.' ga ik verder. Hij kijkt weer op en krijgt een glimlach. Hij wordt nu echt nieuwsgierig. 'Hoe ziet hij er dan uit?' vraagt hij.
Ik pak mijn mobiel en zoek tussen de foto's. Terwijl ik aan het zoeken ben kom ik bij een foto van Jelle, mijn oudste zoon. Op de foto staat hij samen met zijn vriendin. 'Kijk' zeg ik 'Jelle heeft een vriendin.' Ik draai het scherm zo dat hij mee kan kijken. Bij het woord "vriendin" is hij super geïnteresseerd. Hij bestudeert de foto.
'Waar heeft Jelle zijn vriendin ontmoet dan?' vraagt hij.
'In Utrecht, waar Jelle woont' antwoord ik.
Hij blijft naar het beeldscherm kijken en denkt ondertussen na.
'Dus...... hij heeft zijn vriendin....... gevonden in Utrecht?'
Ik knik bevestigend. Hij kijkt ineens heel blij, begint met zijn arm te zwaaien om de woorden die hij wil gaan zeggen kracht bij te zetten. Hij heeft iets bijzonders ontdekt...............
'Dan moet ik naar Utrecht gaan verhuizen, want daar zijn dus de vriendinnen te vinden en ik wil er ook één."
woensdag 4 oktober 2017
REGELS ZIJN REGELS EN AFSPRAAK IS AFSPRAAK
De spanning is te snijden. Het is maandagochtend en iedereen komt zwijgend de keuken in voor het ontbijt. Het is spannend omdat vandaag het zorgkantoor komt voor een huisbezoek. Zij wil ook graag even met de budgethouders praten. En dat is nu net hét dingetje.
Ze komt rond tien uur in de ochtend en ze willen helemaal niét met haar praten. Gisterenavond heb ik de mentor al op de hoogte gesteld, dat dit verschrikkelijk moeilijk is voor hen. Bij het vorige bezoek is Durk zo ontploft dat hij balken en platen door de fabriek gooide en oerkreten brulde.
Ze schuiven allemaal aan en beginnen met het ontbijt. Durk pakt de vleeswarenschaal en haalt de deksel eraf. Hij bekijkt de deksel en constateert dat die vies is want hij ziet schimmel. Hij smijt de deksel achterover richting het aanrecht. Met een klap valt de deksel op het paarse keukenblad.
De begeleiding geeft aan dat dit niet netjes is en dat hij de volgende keer beter even kan opstaan en het gewoon netjes wegleggen. Dit valt natuurlijk niet goed vandaag. Durk bromt en zegt dat ze zich er niet mee moet bemoeien. Tja, weer een dingetje. Ook dat is weer niet netjes. Vervolgens gaat Mulan ook nog eens benadrukken dat hij zich ook moet gedragen. 'Dus dat geldt ook voor jou, Durk!'
Alles is vandaag moeilijk. Durk blijft boos en de spanningen lopen bij iedereen op. Ondanks dat zij allemaal bij de dagbesteding zijn en het zorgkantoor vijf kilometer verderop in de woning zit te praten met de mentor.
In eerste instantie krijg ik een half verhaal te horen. Kort gezegd en gesproken: Mulan en Durk hebben ruzie met elkaar. Het is lastig te begrijpen, maar zodra de begeleiding, in een later stadium, uitleg geeft dat zij als eerste iets heeft gezegd, word het me duidelijk. Grootste oorzaak is natuurlijk het huisbezoek, maar de spanning blijft ook nadat ze zeker weten dat de dame in kwestie allang is vertrokken.
De spanning moet eruit. Ik loop naar Durk en probeer een gesprekje aan te gaan. Hij staat met zijn rug naar me toe en sleutelt aan een spuitmachine. Hij is nog niet van plan om te luisteren. Tot het moment waarop ik ( zoals vaker) zeg dat hij me even aan moet kijken. Dat doet hij en ik weet uit ervaring als er echt oogcontact is dat ik een gesprek kan voeren.
'We gaan even naar mijn kantoor.'zeg ik. Durk sjokt achter me aan. Schouders omlaag, rug gebogen alsof er kilo's zand op liggen. Hij gaat zitten en ik vraag wat er aan de hand is. Hij moet even bijkomen en geeft aan dat het aan Mulan ligt, want die bemoeit zich overal mee.
'Volgens mij sla je een stukje over.' zeg ik.
Hij kijkt me aan en wekt de indruk dat hij geen idee heeft wat ik bedoel. Ik help hem even door te vertellen dat er een deksel door de lucht vloog en de begeleiding hier iets van zei.
Er valt een stilte. Door zijn korte termijn geheugenverlies duurt het altijd even voordat de informatie is verwerkt. Ik houd mijn mond en kijk hem afwachtend aan.
'O, dat bedoel je.'zegt hij.
'ja en????????????'
'Ja maar dat kan ik uitleggen, dat heeft niets met de spanning te maken of het zorgkantoor.' zegt hij met klem.
'O, maar waar heeft dat dan mee te maken?' vraag ik nieuwsgierig.
'Nou dat weet je toch wel?' Hij kijkt me aan en vervolgt zijn betoog: 'Ik houd me aan de regels en regel 1 aan tafel tijdens het eten is dat je absoluut niet van tafel mag lopen. En die deksel was heel vies en moest weg van de tafel. Dus ik kon alleen maar gooien, want ik mag niet opstaan.'
Tja, regels zijn regels en afspraak is afspraak. Probeer daar maar iets tegenin te brengen.
Ze komt rond tien uur in de ochtend en ze willen helemaal niét met haar praten. Gisterenavond heb ik de mentor al op de hoogte gesteld, dat dit verschrikkelijk moeilijk is voor hen. Bij het vorige bezoek is Durk zo ontploft dat hij balken en platen door de fabriek gooide en oerkreten brulde.
Ze schuiven allemaal aan en beginnen met het ontbijt. Durk pakt de vleeswarenschaal en haalt de deksel eraf. Hij bekijkt de deksel en constateert dat die vies is want hij ziet schimmel. Hij smijt de deksel achterover richting het aanrecht. Met een klap valt de deksel op het paarse keukenblad.
De begeleiding geeft aan dat dit niet netjes is en dat hij de volgende keer beter even kan opstaan en het gewoon netjes wegleggen. Dit valt natuurlijk niet goed vandaag. Durk bromt en zegt dat ze zich er niet mee moet bemoeien. Tja, weer een dingetje. Ook dat is weer niet netjes. Vervolgens gaat Mulan ook nog eens benadrukken dat hij zich ook moet gedragen. 'Dus dat geldt ook voor jou, Durk!'
Alles is vandaag moeilijk. Durk blijft boos en de spanningen lopen bij iedereen op. Ondanks dat zij allemaal bij de dagbesteding zijn en het zorgkantoor vijf kilometer verderop in de woning zit te praten met de mentor.
In eerste instantie krijg ik een half verhaal te horen. Kort gezegd en gesproken: Mulan en Durk hebben ruzie met elkaar. Het is lastig te begrijpen, maar zodra de begeleiding, in een later stadium, uitleg geeft dat zij als eerste iets heeft gezegd, word het me duidelijk. Grootste oorzaak is natuurlijk het huisbezoek, maar de spanning blijft ook nadat ze zeker weten dat de dame in kwestie allang is vertrokken.
De spanning moet eruit. Ik loop naar Durk en probeer een gesprekje aan te gaan. Hij staat met zijn rug naar me toe en sleutelt aan een spuitmachine. Hij is nog niet van plan om te luisteren. Tot het moment waarop ik ( zoals vaker) zeg dat hij me even aan moet kijken. Dat doet hij en ik weet uit ervaring als er echt oogcontact is dat ik een gesprek kan voeren.
'We gaan even naar mijn kantoor.'zeg ik. Durk sjokt achter me aan. Schouders omlaag, rug gebogen alsof er kilo's zand op liggen. Hij gaat zitten en ik vraag wat er aan de hand is. Hij moet even bijkomen en geeft aan dat het aan Mulan ligt, want die bemoeit zich overal mee.
'Volgens mij sla je een stukje over.' zeg ik.
Hij kijkt me aan en wekt de indruk dat hij geen idee heeft wat ik bedoel. Ik help hem even door te vertellen dat er een deksel door de lucht vloog en de begeleiding hier iets van zei.
Er valt een stilte. Door zijn korte termijn geheugenverlies duurt het altijd even voordat de informatie is verwerkt. Ik houd mijn mond en kijk hem afwachtend aan.
'O, dat bedoel je.'zegt hij.
'ja en????????????'
'Ja maar dat kan ik uitleggen, dat heeft niets met de spanning te maken of het zorgkantoor.' zegt hij met klem.
'O, maar waar heeft dat dan mee te maken?' vraag ik nieuwsgierig.
'Nou dat weet je toch wel?' Hij kijkt me aan en vervolgt zijn betoog: 'Ik houd me aan de regels en regel 1 aan tafel tijdens het eten is dat je absoluut niet van tafel mag lopen. En die deksel was heel vies en moest weg van de tafel. Dus ik kon alleen maar gooien, want ik mag niet opstaan.'
Tja, regels zijn regels en afspraak is afspraak. Probeer daar maar iets tegenin te brengen.
zondag 1 oktober 2017
RONSELEN ?????
We lopen in Amsterdam. In de Kalverstraat. Het is druk. Je kan bijna over de koppen lopen. Ik ben niet zo lang, dus ik kan niet over de mensen heen kijken. Vandaar dat ik achteraan in onze groep loop. Zo hou ik een beetje overzicht en raak ik ze minder snel kwijt. Het is drukkend warm, en in die mensenmassa is het niet echt prettig winkelen. Je kan nauwelijks de etalages zien. Je loopt met z'n allen in het zelfde tempo als een kudde achter elkaar aan. Soms gaat het iemand te langzaam en wordt je aan de kant geduwd.
Blacky ons hondje is ook mee. Tussen al die slenterende benen lopen dus ook honden. Ons hondje is niet zo groot, maar hij loopt keurig mee. Dat kan ik van vele honden niet zeggen. Het is ook begrijpelijk. Want die honden zien alleen maar benen en voeten. Ze zijn onrustig en blaffen regelmatig. In een dergelijke drukke stad zou je de honden eigenlijk thuis moeten laten. Stel er raakt paniek uit, die honden worden dan gewoon in de mensenmassa vertrapt.
We lopen al een tijdje en ik heb de indruk dat door de drukte niemand zin heeft om een winkel in te gaan. Inmiddels is Mulan naast me komen lopen. Ook hij vindt het druk. Hij loopt met de oordoppen in om naar muziek te luisteren. Op die manier neemt hij een beetje afstand tot de drukte. Voor ik er erg in heb spreekt een jongeman Mulan aan en gaan ze langzamer lopen.
Ze praten niet in het Nederlands, maar in het Somalisch. Ik kan dus niet begrijpen wat hier gezegd word. Ik heb de taal nog nooit eerder gehoord, maar je kan er niets van maken. Ik merk aan mezelf dat ik dat vervelend vind. Je verliest hierdoor een bepaalde controle. Wat zou die jongen zeggen, ik zie dat hij met de koran in de hand loopt en er mee loopt te zwaaien. Ik kan er niets aan doen, maar mij bekruipt het gevoel dat het niet in orde is. Mulan is door zijn beperkingen een gewild slachtoffer. Je hoort tegenwoordig zoveel over ronselen. Ronselen is het, meestal onvrijwillig, oproepen van mensen voor onder andere de oorlog.
Ik houd nauwlettend de jongen in de gaten. Ik zie dat hij het doorheeft. De lichaamstaal van hem doet mij besluiten dat ik aan de andere kant van Mulan ga lopen. Zo dicht mogelijk in de buurt en ik laat duidelijk merken dat hij bij mij hoort. Al snel houdt de jongen het voor gezien en loopt snel door.
Ik vraag Mulan wat hij allemaal heeft gezegd. Hij geeft een warrig antwoord, waaruit blijkt dat de jongen over de koran sprak, maar dat Mulan er niets van snapt. Zo gebeurt dat dus. Ze spreken jongeren aan op straat. Ogenschijnlijk lijkt het heel vriendelijk, maar ondertussen.
Wat zou er met Mulan gebeuren als hij geen bescherming had? Ik durf het haast niet uit te spreken.....
Blacky ons hondje is ook mee. Tussen al die slenterende benen lopen dus ook honden. Ons hondje is niet zo groot, maar hij loopt keurig mee. Dat kan ik van vele honden niet zeggen. Het is ook begrijpelijk. Want die honden zien alleen maar benen en voeten. Ze zijn onrustig en blaffen regelmatig. In een dergelijke drukke stad zou je de honden eigenlijk thuis moeten laten. Stel er raakt paniek uit, die honden worden dan gewoon in de mensenmassa vertrapt.
We lopen al een tijdje en ik heb de indruk dat door de drukte niemand zin heeft om een winkel in te gaan. Inmiddels is Mulan naast me komen lopen. Ook hij vindt het druk. Hij loopt met de oordoppen in om naar muziek te luisteren. Op die manier neemt hij een beetje afstand tot de drukte. Voor ik er erg in heb spreekt een jongeman Mulan aan en gaan ze langzamer lopen.
Ze praten niet in het Nederlands, maar in het Somalisch. Ik kan dus niet begrijpen wat hier gezegd word. Ik heb de taal nog nooit eerder gehoord, maar je kan er niets van maken. Ik merk aan mezelf dat ik dat vervelend vind. Je verliest hierdoor een bepaalde controle. Wat zou die jongen zeggen, ik zie dat hij met de koran in de hand loopt en er mee loopt te zwaaien. Ik kan er niets aan doen, maar mij bekruipt het gevoel dat het niet in orde is. Mulan is door zijn beperkingen een gewild slachtoffer. Je hoort tegenwoordig zoveel over ronselen. Ronselen is het, meestal onvrijwillig, oproepen van mensen voor onder andere de oorlog.
Ik houd nauwlettend de jongen in de gaten. Ik zie dat hij het doorheeft. De lichaamstaal van hem doet mij besluiten dat ik aan de andere kant van Mulan ga lopen. Zo dicht mogelijk in de buurt en ik laat duidelijk merken dat hij bij mij hoort. Al snel houdt de jongen het voor gezien en loopt snel door.
Ik vraag Mulan wat hij allemaal heeft gezegd. Hij geeft een warrig antwoord, waaruit blijkt dat de jongen over de koran sprak, maar dat Mulan er niets van snapt. Zo gebeurt dat dus. Ze spreken jongeren aan op straat. Ogenschijnlijk lijkt het heel vriendelijk, maar ondertussen.
Wat zou er met Mulan gebeuren als hij geen bescherming had? Ik durf het haast niet uit te spreken.....
Abonneren op:
Posts (Atom)