Ik kijk naar buiten. Wat een mooie heldere blauwe lucht. Zo achter het glas lijkt het wel zomer. Maar we hebben net de winter gehad. Buiten fluiten de vogeltjes. Er worden alweer nestjes gemaakt. Veel te vroeg natuurlijk, want in mei leggen alle vogeltjes een ei. Of de vogels weten niet meer in welke maand we zitten, of de natuur weet niet meer hoe de winter eruit ziet, laat staan de lente. De wereld op zijn kop.
Het weer trekt me naar buiten. Ik bedenk voor mezelf dat ik wel even boodschappen kan gaan doen. Gewoon om er even uit te zijn. Toch is dat de wereld op zijn kop. Daar waar ik normaal niet veel zin heb om boodschappen te doen, ga ik nu wel naar buiten. Zou dat komen omdat het bijna niet meer mag. Ik zeg bewust bijna. Wij leven in een land die het landbeleid nog niet zo op slot heeft dat het verboden is om op straat te komen tenzij.......
Maar alles wat verboden is is leuk. Kijk maar hoeveel mensen naar het strand gaan of boswandelingen maken. Kijk maar naar de jongeren die samenscholen. Normaliter zitten ze toch thuis op de zolder achter hun laptop? Nee nu niet. Nu lekker naar buiten.
Als ik bij de supermarkt kom loop ik naar de winkelwagentjes. Ik zoek in mijn zak een muntje. Terwijl ik het muntje in de gleuf steek roept dat onmiddellijk een vraag op.
Wie heeft hiervoor deze winkelwagen aangeraakt?? Was die besmet??
Ik trek de wagen uit de rij en zie een bonnetje in de kar liggen. Normaliter zou ik het bonnetje er even uithalen, want ik sta naast de prullenbak. Maar ja? Wie heeft daar aangezeten??
Terwijl ik naar de ingang loop komt er een mevrouw die onmiddellijk wegschiet. Zou die nou denken dat ik besmet ben??
Op de deur staat een protocol. Betalen met de pin, geen handen schudden, 1,5 m afstand houden......
Ik vergeet naar de producten te kijken, zo druk heb ik het, met te kijken of ik me kan houden aan die regeltjes.
Ik pak iets beet....... denk na...... leg het weer terug.........bedenk me dan dat ik het heb aangeraakt. Misschien denkt die persoon, die nou staat te kijken wat ik doe, wel dat ik besmet ben........
Ineens is het boodschappen doen helemaal niet meer leuk. Ik durf niets meer aan te raken.
Bij de kassa krijgen we nog net geen ruzie. Daar waar de één netjes op een anderhalve meter afstand houdt, denkt de ander: hé daar is een gaatje daar kan ik gaan staan. Gevolg.... de één die gromt en de ander biedt zijn verontschuldigingen aan. Pffffffffffffff..............dat ging net goed zeg.
Bij de kassa hangt een bordje dat er niet meer met contant geld betaald mag worden. Voor mij geen probleem, want ik heb een bankpas.
Ik rijd weer terug. Zak in een stoel en denk na. Ondanks het mooie weer, de heldere zon en de fluitende vogeltjes staat de wereld op z'n kop. Dit is zó beangstigend. Waar gaat dit naar toe????
Terwijl ik zit komt Xander naar me toe. De schouders laag hangend, zwarte ogen en eigenlijk radeloos. "Ik wou dat die rot ziekte naar een ander land vertrok."
Een jongen met een verstandelijke beperking. Wat snapt hij er nou van?
Heeft niet in de gaten dat ons wereldje niet de enige is met die Corona virus.
Hij begrijpt niet dat er met zijn verjaardag geen bezoek mag komen.
Waarom zitten de restaurants dicht, want wat moeten we eten op zijn verjaardag??
Waarom mag ik niet een bankpas, zodat ik gewoon kan betalen?
Er zijn zoveel mensen die geen bankpas mogen hebben en nu in de problemen komen.
De wereld op zijn kop, en dat zal nog wel even duren.......................
Geen opmerkingen:
Een reactie posten