zondag 25 juni 2017

DE TENNISBAL

Het is broeierig weer. De tuin heeft dringend water nodig. Op deze laatste dag van juli, in 2007, loop ik door de tuin. Het is rustig. De buren zijn nog met vakantie, dus even geen spelende kinderen op straat. Ik hoop op een bui, zodat de planten water krijgen. Maar het zit er niet in. Al weken niet. Het weerjournaal wordt saai. Hier en daar pluk ik wat onkruid weg. Gooi het in de emmer die naast me op de grond staat. Misschien wordt dit wel de heetste en droogste zomer ooit.

Ik pak de tuinslang en draai de kraan open. Ik richt de straal op de perken, die rondom het huis liggen in geometrische vormen. Steeds een paar minuten op de zelfde perk en dan de volgende. Terwijl ik naar de straal zit te kijken die mooie druppels maakt op de groene bladeren van de plant, zie ik iets geels.

Ik ga in de perk staan, want ik wil zien wat dat is. Ik raap het op en heb een tennisbal in de hand. De eerste reactie is dat het wel van de kinderen hierlangs zal zijn. Maar al gauw kom ik tot een andere conclusie. De bal is open gesneden en staat bol van de inhoud, wat met een stukje tape afgeplakt moest worden. De tape zit nog maar aan een puntje vast aan de bal. Ik ben nieuwsgierig en peuter de inhoud los. Het is een zakdoekje, maar daaronder zitten allemaal afgebroken stukjes lucifer. Allemaal rode punten. De zakdoek is deels zwart. Het ziet er naar uit dat de zakdoek in brand heeft gestaan.

Ik stap uit de perk en bedenk me dat dit geen grapje is. Ik sta namelijk voor ons huis en als ik naar boven kijk zie ik onze slaapkamerramen, die half openstaan. Ik bedenkt me dat dit een poging was om de bal brandend bij ons in de slaapkamer te gooien. Dat het niet gelukt is komt omdat we achter de raamopeningen een horrengaas hebben geplaatst, wat aan de buitenkant niet te zien is. Dus als de bal al in de opening gegooid zou zijn, dan is de bal terug geketst op het gaas. Wat een geluk.

Ik neem de bal mee naar binnen. Er is dus iemand die een poging heeft gewaagd. Wie zou dat kunnen zijn? Al pratende komen we tot de conclusie, dat de kans groot is dat het door een of meerdere van de zorgvragers is gedaan. Alle materialen die we in handen hebben, zijn in hun woonhuis aanwezig. We zijn de begeleiding voor hen opgestart, en voor hen zijn dat spannende tijden. Ze weten heel goed dat er nu naar een oplossing gezocht wordt dat ze begeleid kunnen gaan wonen. Omdat we hun wereld aan het veranderen zijn, ontstaat er een angst. Logisch, want we weten niet hoe het gaat verlopen. Maar we moeten uitkijken om zomaar iemand te beschuldigen.

We besluiten om de bal langs onze tv, in het zicht te zetten. Elke dag komt er één van de zorgvragers, om te oefenen en te wennen aan het nieuwe leven binnen een wooninitiatief. We hebben vijf zorgvragers en omdat elke dag een andere komt, willen we zien of ze reageren op de bal. Want we hopen dat de maker misschien wel gaat reageren. Elke dag wachten we af. Maar zelfs na een paar weken komt er geen enkele reactie. Ze vragen niet eens wat het is, terwijl ze dat bij andere voorwerpen wel doen. De bal wordt doodgezwegen. Wij kunnen er niets mee en op een gegeven moment hebben we de bal weggegooid. Wetende dat één van hen gezwegen heeft.

Zeven jaar later zitten we gezamenlijk met z'n allen in de tuin van de zorgwoning. Het is lekker zomers en de zorgvragers genieten van hun welverdiende vakantie. Na het avondeten gaan we altijd gezellig even buiten koffie drinken. Iedereen is goed gehumeurd. Grapjes vliegen over en weer. Ze hebben waterballonnen gekocht en zijn nu naar elkaar aan het gooien. De meesten zijn al kletsnat. Plotseling zegt er een : "Het zou leuk zijn als we echte bommetjes hadden."
De zorgvrager die altijd in is voor spannende dingen vraagt hoe je dat moet maken.
"Kijk." zegt de jongen " Je neemt een tennisbal en snijdt daar een gleuf in. Dan vul je de bal met de kopjes van de lucifers, een zakdoekje erbij als lont en dan plak je de gleuf weer dicht met tape. Zo makkelijk is dat." Hij heeft zelfs een kleur op zijn wangen van spanning.

Nico en ik kijken elkaar aan. Nu weten we hoe het zit. Inmiddels zijn ze allemaal blij met het plekje in de woning. We hopen dus maar dat het idee niet nog eens wordt uitgevoerd. Heel duidelijk hebben we aangegeven dat waterballonnen leuk zijn, maar dat we geen bommen gaan maken van tennisballen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten