woensdag 30 maart 2016

DE DIËTISTE

Afbeeldingsresultaat voor pot jamDe hulpverleners hadden geregeld dat ze elke maand naar een diëtiste moest. Dat zou goed zijn voor de strijd tegen diabetes. Elke maand ging ze zelfstandig op haar fietsje daar naar toe. Het gaf haar het gevoel dat ze belangrijk was, want ze moest ergens heen. Had dus een afspraak en dat klonk belangrijk. Want andere mensen hebben ook afspraken en moeten ook steeds ergens heen.

Toen ik er weer bij betrokken werd, vroeg ik haar wat ze daar dan ging doen." Ik moet daar vertellen wat ik allemaal eet." Ze vroeg of ik met haar mee ging. Ik was wel nieuwsgierig, want die waarden van haar lagen gemiddeld tussen de twintig en de dertig, met uitschieters naar 35.
Ik had altijd begrepen dat die mensen dan in het ziekenhuis belandden en dat daar er dan voor werd gezorgd dat het weer op normaal niveau ingesteld werd.

Nu wist ik dat ze tijdens de bemoeizorg ook eens in het ziekenhuis heeft gelegen en daar opnieuw was ingesteld. Maar daar zag je nu niets meer van terug. Ik was wel benieuwd wat de rol van een diëtiste was. De eerste maanden dat ik mee ging, heb ik alleen geobserveerd. Ik wilde weten wat daar gebeurde. Iedere maand gebeurde hetzelfde.

Ze zit op de gang te wachten tot ze aan de beurt is. Ze wordt opgeroepen, doordat de diëtiste haar komt halen en ze mag gaan zitten. De diëtiste pakt een map, en begint te schrijven en te vragen:
"Hoe gaat het " antwoord : "Goed"
"Heb je goed je best gedaan afgelopen maand?" antwoord: "Ja"
"Wat eet je zoal op een dag?" antwoord: "'s Morgens twee snee mik met jam, 's middags twee snee mik met vlees en 's avonds drie piepers, schepje groente en vlees."
"Keurig hoor en ben je ook aangekomen?" antwoord: "Dat weet ik niet "
"Dan zullen we maar even wegen, kom hier maar op de weegschaal staan"
Ze gaat op de weegschaal staan en de diëtiste noteert het gewicht bij de net opgeschreven antwoorden. "Toch weer een beetje aangekomen, dat is nou jammer, je weet toch dat die aardappelen maar zo groot mogen zijn?" en ze maakt met haat hand een cirkeltje om de grootte van de aardappel aan te geven. "Ja hoor dat weet ik heel goed" "Nou dan zie ik je weer over een maand, tot dan."
De diëtiste brengt haar naar de deur en ze mag vertrekken.

Zo ging het maand in maand uit. Het gewicht nam gestadig toe en het enige wat ze er kwam doen is vragen beantwoorden met sociaal gewenste antwoorden. De diëtiste ging nooit ergens op in, gaf nooit echt raad en eigenlijk was dit verspilde tijd. Want die antwoorden klopten natuurlijk voor geen meter.
Ik zag dus ook totaal het nut er niet van in. Dus werd het een ander gesprek toen ik me ermee ging bemoeien.

we zitten op de gang te wachten tot ze aan de beurt is. Ze wordt opgeroepen, doordat de diëtiste haar komt halen en we mogen gaan zitten. De diëtiste pakt een map, en begint te schrijven en te vragen:
"Hoe gaat het " antwoord : "Goed"
"Heb je goed je best gedaan afgelopen maand?" antwoord: "Ja"
"Wat eet je zoal op een dag?" antwoord: "'s Morgens twee snee mik met jam, 's middags twee snee mik met vlees en 's avonds drie piepers, schepje groente en vlees."

"Ik wil hier even op inhaken" zeg ik " hebt u wel eens gevraagd hoeveel ze op haar brood doet, als we het hebben over de jam?" De vrouw kijkt me verbaast aan. "Ik ga ervan uit dat ze weet hoeveel"zegt ze. "O ja ze weet precies hoeveel, maar hebt u zich nooit afgevraagd waarom ze steeds een beetje aankomt, want met hetgeen ze opsomt zou ze juist moeten afvallen." geef ik aan. De vrouw raakt van slag en vraagt haar "Hoeveel doe je er op?" antwoord: "een bietje" zegt ze in het dialect. "Nou"zegt de vrouw en kijkt mij triomfantelijk aan. "Dat is toch helemaal goed" "Klopt" zeg ik "Als het waar zou zijn, maar hebt u nou nog niet door dat hier continu sociaal gewenste antwoorden worden gegeven?" "Daar behoort u naar te kijken, want ze komt aan en u bent een diëtiste.  "Hoeveel doet ze er dan op? "vraagt ze. "Ze gebruikt ca 4 potten grote jam per week, dus reken maar uit"zeg ik.
Verschrikt kijkt ze me aan. "En dan heb ik het nog niet over de rest." Ik kijk haar aan en vraag "Kunt u mij uitleggen wat voor betekenis het heeft dat ze elke maand hier komt?" Ze loopt rood aan en kan me geen fatsoenlijk antwoord geven.

"Kom" zeg ik tegen haar "Hier zie ik het nut niet van in, behalve het spekken van een bankrekening, terwijl jij geen cent te makken hebt. Ik wens u nog een goede middag, maar dit was de laatste keer dat we hier zijn geweest. Bedankt voor de medewerking en tot ziens." We verlaten de ruimte om er nooit weer terug te keren.





zondag 27 maart 2016

KLUWENGEZIN


Afbeeldingsresultaat voor bollen wolOnze familie zorgvragers vormden al heel wat jaren geleden een kluwengezin. In een kluwengezin zijn de onderlinge banden van alle familieleden zeer hecht. Ze voelen zich zeer nauw met elkaar betrokken. Als gezin treden ze als een blok op naar de buitenwereld.

Op overdreven wijze doen ze alles samen. Zo kennen de burgers van Bergen hen ook. Ze gaan samen boodschappen doen en samen winkelen. Wie kent niet het beeld van de gebroeders samen over straat lopend. Ze gingen samen naar het voetbalveld om te voetballen. Alhoewel dit minder vaak voor kwam als ze je doen geloven. Wie kent niet het beeld van samen op de fiets en pa achter in een kar die vast zat aan de fiets. Want ja hij was niet in staat om te fietsen.

Er was nauwelijks sprake van een individuele handeling. Er was nauwelijks sprake van een opvoedingsgedrag, maar ze waren allemaal gericht op het in stand houden van de familieband.
Doordat de ouders niet in staat waren om hun kinderen op te voeden, nam de oudste zoon deze verantwoording over. Gevolg in een dergelijke situatie is dat vooral de jongste hierdoor het meest afhankelijk werd van de oudste. Er was geen ontwikkeling om te komen tot een zelfstandig individu.

Deze vorm van kluwengezin werd nog eens versterkt toen jeugdzorg de twee jongsten uit huis haalden en zich ging proberen te bemoeien met de opvoeding in het gezin. Juist deze actie heeft er toe geleid dat ze elkaar niet meer wilden loslaten.De kluwen raakte in de knoop Toen de jongste 18 werd keerden de beide jongens terug naar het ouderlijk huis. Het was de hulpverlening niet gelukt om deze jongens los te weken van de rest van de familie.

De middelste jongen wou eigenlijk niet uit de instelling, maar hij werd gedwongen te kiezen tussen het gezin en de instelling en door de sterke band kreeg hij schuldgevoelens en durfde hij uiteindelijk toch niet voor zichzelf te kiezen.

Buitenstaanders waren niet welkom. Ze deden er alles aan om ze te weren. Door de deurbel van de deur te slopen, hadden ze al veel bereikt. Zelfs een vriendinnetje moest goedgekeurd worden door de hele familie. Resultaat was uiteindelijk dat geen vriendinnetje voldeed aan de voorwaarden om binnen het kluwengezin te verblijven. Hierdoor geraakte het hele gezin in een isolement.

De oudste zoon nam de honneurs waar, was "de baas" in huis en beheerde het geld. In zijn portemonnee zat alles wat er per week gehaald werd. Ik heb wel eens gevraagd hoe hij uit elkaar kon houden van wie het geld was. "Nou dat is heel simpel" zei hij en liet me de beurs zien. "Er zitten twee vakjes in en het vakje met het meeste geld is van mij en in het andere vakje is van de rest." Daar zat trouwens niet veel in. Maar hij bepaalde samen met de broers wat er gehaald moest worden en hij betaalde. Voor hem was het heel moeilijk toen hij bij ons kwam om het geld te moeten loslaten.

De middelste broer was het meest toegankelijk naar de buitenwereld. Dus hij werd door de hulpverleners gebruikt als contactpersoon. Als men moest weten wat er binnen het gezin gebeurde, dan werd hij hierbij betrokken. Maar door de sterke kluwenband , was hij goed in staat om te manipuleren en hield hij de hulpverlening vaak voor de gek. Voor hem was het heel moeilijk toen hij bij ons kwam, dat die functie kwam te vervallen.

De jongste was verschrikkelijk afhankelijk van de oudste. Durfde niet zelfstandig iets te ondernemen of te beslissen. Uiteindelijk durfde hij niet eens meer buiten de deur te komen. Voor hem was het heel moeilijk toen hij bij ons kwam om voor zichzelf op te komen.

De vader heeft een enorm schuldbesef, wat hij de kinderen heeft aangedaan in de tijden dat hij nooit nuchter was. Zijn leven was altijd uitzichtloos en hij heeft daarbij ook nog een karakter die neerslachtig is.  Voor hem was het heel moeilijk toen hij bij ons kwam, dat hij niet al zijn geld hoefde af te staan aan de kinderen, om zijn schuld af te kopen.

De moeder is het minst begaafd van het hele gezin. Kan niet lezen en schrijven en is totaal afhankelijk van de rest. Als ze 1 euro kreeg van zoonlief, dacht ze dat ze rijk was. Dus ze werd behoorlijk voor de gek gehouden. Voor haar was het een bevrijding toen ze bij ons kon komen wonen.

Ondanks het kluwengezin, heb je met één ruzie dan heb je met ze allemaal ruzie, zijn wij in staat geweest de afgelopen jaren om de kluwen iets minder strak opgerold te krijgen.
Maar uit de knoop is het nog lang niet.

vrijdag 25 maart 2016

TOETJE OVER DATUM


Afbeeldingsresultaat voor pakken vla

"Je denkt toch niet dat ik dit op eet?" zegt één van de zorgvragers. "Hoezo wat is er mis mee?" vraagt de begeleider. "Jullie willen ons vergiftigen hé?" zegt hij. "Ik eet dit echt niet." en hij schuift demonstratief zijn schaaltje naar voren.

Ze zijn aan het eten, en als laatste krijgen ze een toetje. Verschillende smaken en soorten worden er dan op de tafel gezet. Ze mogen dan eentje kiezen, waar ze zin in hebben.
De begeleider kijkt op de verpakkingen. Houdbaar tot 21 maart, staat er op. "Ik zie het probleem niet, hoor"zegt ze.

De jongen kijkt op de verpakking en vervolgens naar de kalender die in de keuken op de muur hangt.
"Zie je dat dan niet, kijk eens goed op de kalender, het is vandaag 28 maart." roept hij en kijkt de begeleider aan, alsof die een zonde begaat.
De begeleider kijkt ook op de kalender en nogmaals naar het pak in haar handen.

Oké, ze zijn af en toe slim, maar hier klopt iets niet. Ze pakt haar mobiel, zet die aan en controleert de datum. "Wat geeft jou telefoon aan?"vraagt ze.
De jongen pakt zijn mobiel uit de broekzak en zet hem aan. "Het is vandaag 21 maart " zegt de jongen. "Precies" zegt de begeleider. Wat zou er nou niet kloppen?

De jongen kijkt van zijn mobiel naar de kalender in de keuken. Kijkt nog eens, en kijkt vervolgens de begeleider vragend aan. Iets klopt er niet, maar hij heeft nog niet door wat er niet klopt.
"Wat is het nu vandaag?"vraagt ze nogmaals. 21 maart zegt hij.
"En wat geeft de kalender aan?" vraagt ze nogmaals. 28 maart zegt hij.

"Wat is nu juist?" vraagt ze. 21 maart zegt hij. Maar waarom staat de kalender dan een week verkeerd? Er begint iemand anders te lachen. Hij is 29 maart jarig en wil graag dat de tijd wat sneller gaat. Dus had hij de kalender alvast een week opgeschoven.

Tja, en dan denken ze dat wij ze willen vergiftigen, omdat eentje graag sneller jarig hoopt te zijn.

woensdag 23 maart 2016

BLOEMETJES WEGGEVEN DOET WONDEREN



Elk jaar hebben we weer Moederdag. Op de lagere school een mooi thema om werkjes te maken. Maar vanaf de pubertijd begint de commercie zich ermee te bemoeien en voelt het als een verplichting.

Wat zijn de moeders blij met de zelfgemaakte kadootjes. Zelf heb ik er steeds foto's van gemaakt, zodat je ook nog laten kan zien wat ze geknutseld hebben. Dat leek me fijner, in plaats van alles op zolder te zetten en er nooit meer naar omkijken.

Voor onze vrouwelijke zorgvrager is Moederdag ook iets speciaals. Ze heeft toch vier kinderen op de wereld gezet. waarvan er eentje dood geboren is. Als ze praat over de kinderjaren van haar kinderen, zie je haar ogen glanzen. Ondanks alle ellende die ze meemaakten. Toen der tijd was er ook hulpverlening, die ervoor gezorgd hebben dat er niets meer bij kwam na de derde jongen.

Toch is het voor haar een speciale dag. Een aantal jaren geleden had Bemoeizorg de zorg overgenomen. Die zich ernstig hebben vergist in de klus die er lag. Uiteindelijk hadden ze haar bij de jongens weggehaald. samen met de politie zijn ze haar komen halen. Ze werd overgeplaatst naar een crisiscentrum in Gennep.

Ze was verschrikkelijk verdrietig. Maar de zus die haar wou helpen, zag geen andere oplossing dan die werd ingegeven door bemoeizorg. Het werd haar zonen verboden om haar op te zoeken en ze mocht geen contact meer met ze.

Aan de ene kant was de aandacht die ze daar kreeg wel gewenst. Maar toen de witte broodweken voorbij waren wilde ze terug naar huis. De agressie nam toe. Ze gooide met tafels en stoelen en uiteindelijk kreeg ze een appartement in een flat, waar allemaal probleemgevallen zitten.

Ik kwam haar tegen, vlak voor een Moederdag. In de winkels lagen diverse lekkernijen om aan moeder te geven. Ook in de bloemenstalling stonden mooie grote bossen bloemen, met kaartjes eraan.
Ze stond daar te kijken. Ik sprak haar aan en vroeg hoe het ging. Ze was verdrietig, want de jongens mochten niet met Moederdag komen. Ik had medelijden met haar. Want eigenlijk had ze niets meer over. Geen man meer, geen gezin meer en geen kinderen meer.

Ik besloot ter plekke haar een bos bloemen te geven. "Zet die maar mooi in je huisje" zei ik. Ze ging beduusd, maar blij naar huis. Een klein gebaar, maar wel fijn.

Afgelopen kerst stond ik weer bij diezelfde bloemenkraam. Nu stonden er kerststukjes, van verschillende maten. Ik wilde er eentje uitzoeken voor thuis.

"He, ga je er eentje voor mij uit zoeken?" riep iemand achter mij. Ik draaide me om en zag de vriendelijke man staan. Hij zou zo graag bij ons op de dagbesteding willen komen, maar krijgt hiervoor geen toestemming omdat hij een niet aangeboren hersenafwijking heeft. Maar al jaren maakt hij vriendelijk een praatje en geeft steeds aan dat hij bezig is met het regelen van dagbesteding.
Ik besluit ter plekke om een kerststukje voor hem te kopen.
"Welke zou je willen hebben?"vraag ik. "Nee, ik maak maar een grapje" zegt hij.
"Maar ik niet, dus welke zullen we nemen" en ik kies er ééntje uit waar hij langer plezier van kan hebben. En zet het bij hem in het wagentje. "Fijne feestdagen"

"Waarom doe je dit nou?"vraagt de man. Ik geef aan dat ik weet dat hij het niet zo breed heeft en ook wel eens een keer iets positiefs mag krijgen zonder dat hij moet betalen. "Ik weet niet wat ik moet zeggen"zegt de man. "Dat hoeft ook niet" Hij loopt beduusd de winkel uit. Ik sta in de rij om te betalen.

Als ik buiten kom staat hij me op te wachten. "Dit heb ik nog nooit meegemaakt" zegt hij. "Ik weet gewoon niet hoe ik je kan bedanken". Ik lach en zeg"geeft maar en knuffel en een kus op de wang en ga maar lekker thuis genieten."
Nadat dit is gebeurd kom ik hem nog regelmatig tegen en iedere keer bedankt hij me weer. Vorige week zei hij dat het jammer was dat er een kerstplaatje op zat. Want straks is het Pasen.
Nou dat hebben we simpel opgelost. Een paassticker eroverheen en voila we hebben een paasstukje.

Ik wens iedereen een vrolijk Pasen.

zondag 20 maart 2016

NET ALS IN DE FILM.......


"Ik bel je zo terug" snel gooi ik de hoorn erop en loop naar de dagbesteding. Er moet iemand naar de woning toe, het gaat daar mis.
De begeleider komt in actie. Is helaas op de fiets, waardoor kostbare minuten verloren gaan.

Ik bel terug. Ze is naar kantoor gegaan. Regel één bij een escalatie, eigen veiligheid staat voorop.
"Hoor je dat? " vraagt ze me. Het geluid komt vanuit de keuken. Het is moeilijk vast te stellen, wat er werkelijk gebeurd. "Oh, hij slaat de hele keuken kort en klein" roept ze ontzet. Voor de zekerheid laat ik nog iemand er naar toegaan.

Moeilijke situatie, Je bent wachtende op hulp. Eén van de honderdvijftig moeilijkste jongeren van Nederland gaat uit zijn dak. Bijna twee meter lang, schoenmaat 52 en hele grote handen. Hij is behoorlijk sterk. Eens in de zoveel tijd gaat het een keer mis. Zijn ziekenhuisopname heeft sporen nagelaten, maar ook zijn verjaardag ligt in het verschiet. Allemaal stressfactoren, die zomaar kunnen opspelen.

Als de hulp aanwezig is, wordt de jongen uit zijn situatie gehaald. Vreemde ogen dwingen, dat werkt als er ineens een andere begeleider het overneemt. Ik besluit om ook even pols hoogte te gaan nemen.
Ik loop het huis binnen en hoor allemaal geluiden van scherven die bij elkaar geveegd worden.

In de woonkamer zie ik al scherven liggen. Als ik de keuken in loop is de grond bezaaid met scherven, scherven en nog eens scherven. In de pakkamer hetzelfde aanblik. Alleen hier heeft hij nog staan dansen op een vol pak chocolademelk. Met het gevolg dat delen van de muur en de spierwitte vitrage vol met spetters zitten van chocolademelk.

Ik haal opgelucht adem, het valt mee. Dat wil zeggen hij heeft het hele servies kapot gemaakt. En één glazen deurtje van de keuken in geslagen. Hierbij heeft hij wat sneetjes in zijn hand opgelopen, en nadat alles wat in die kast stond aan gort was, is hij gestopt.

"Jammer dan," geef ik aan. Ik was bang dat hij de kasten  kapot zou maken, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Servies kan je sneller vervangen.

De volgende dag zit hij op de dagbesteding. Is er weer beter aan toe en heeft enorme spijt van wat hij had gedaan. "Wanneer krijg ik nieuwe schoenen?" vraagt hij aan mij als ik binnen kom.
"Ik heb net weer een nieuw servies gehaald, mijn portemonnee is leeg." geef ik als reactie.
"Sorry, sorry "zegt hij met de bijbehorende handgebaren. "Dat snap ik ook wel."

Boos worden heeft geen zin, want vaak gebeuren dergelijke dingen in een vlaag van verstandsverbijstering. Zeggen dat je beurs leeg is heeft meer effect. Of de gordijnen even laten hangen, zodat hij er aan herinnerd wordt, dat heeft een betere uitwerking dan boos worden.

Als ik weer op kantoor zit, wordt er op mijn deur geklopt. Daar staat hij met een schuldig snuitje en in zijn handen zijn portemonnee. "Mag ik binnen komen?"' vraagt hij timide. Na drie keer bevestigd te hebben dat dat mag, stapt hij symbolisch over een hele grote drempel die er niet is. Maar dat is een drempel, omdat ze niet zo maar steeds op kantoor mogen komen.

"Ik kom even afrekenen, met jou. Ik vind het wel zo netjes om het nieuwe servies te betalen. Ik heb er  heel veel spijt van." Ik kijk hem aan en weet dat er net in de keuken gesproken was over zijn verjaardag en dat mijn portemonnee dan nog wel steeds leeg zou zijn. Dus dat hij geen cadeautje van mij hoefde te verwachten.

Hij attendeert mij erop dat ik nog niets alles vervangen heb. Ik heb nog een hele kast met kopjes, glazen, puddingschaaltje en theeglazen over het hoofd gezien. Als hij eerlijk is dan is het ook compleet.  Ik ben nieuwsgierig waarom hij het steeds per stuk heeft gebroken en niet in één keer de hele stapel. Dus ik vraag hem daarnaar.

"Weet je dat dan niet??" vraagt hij verbaast. Dat doen ze bij de Kameleon ook. Dus ik deed het net als in de film.................

woensdag 16 maart 2016

DE KLEENEX HULP

Afbeeldingsresultaat voor kleenex doos ontwerpen



Wie kent ze niet. Volgens mij heeft iedereen wel zoiets in huis. Maar volgens mij heeft ook iedere professional ze staan.

Ik zit onrustig op de stoel. Als ik naar rechts kijk, zie ik twee laaiende donkere ogen. M'n ex. We zitten bij een professional op verzoek van de rechter, om over de kinderen te praten. We moeten wachten. Terwijl ik rondkijk zie ik een kamer, waar twee schermen staan om afscheidingen te maken. Achter de één staat een bureau en de andere een behandeltafel. Wij zitten in het "praathoekje".
Een lage tafel, met comfortabele zitfauteuils. Op de tafel staat een glaasje met suikerzakjes, een glaasje met  koffiemelk zakjes en er staat een doosje met papieren zakdoeken. Ik probeer te bedenken waar die voor zijn. Zie even de logica niet. Ben ook nog nooit in een dergelijke ruimte geweest.

Dat verandert later als ik in tranen zit en de psycholoog me de doos toeschuift. Oké, daar zijn die dus voor. Handig denk ik nog.

Probleemdrinkers kunnen van de drank af als je hun problemen weet op te lossen. Dit riepen we al jaren en al jaren werd er tegen in gegaan dat dat een onmogelijkheid was.
Maar we losten de problemen op, en kijk aan: inmiddels is hij al bijna 9 jaar sober. Geen druppel meer gedronken. Toen hij daar voor koos, kwamen we bij een GGZ psycholoog terecht. Want volgens hen moest hij praten. Praten over de problemen. Maar voor iemand die bijzonder is en door epilepsie ook nog een aantal hersenbeschadigingen had opgelopen, was praten geen ding. Maar ja, je moet een traject in dus zaten we wekelijks bij iemand die wou praten.

Het is weer een kamertje, waar een lage tafel met lage stoelen staan. Op het tafeltje staat een glaasje met suikerzakjes, een glaasje met koffiemelk, een glaasje met roersstaafjes en je raad het al een doos met papieren zakdoekjes. En die hebben we nodig. Want in de gesprekken komt toch wel wat emoties los. Dus wordt weer het doosje zakdoeken naar hem toegeschoven. Maar gespreksstof is er niet veel. Hij kan alleen maar huilen en de één na de andere zakdoek wordt uit het doosje getrokken.

Uiteindelijk werd er besloten om hem te testen. Die uitkomst hadden we ook nodig om te kijken of hij recht had op een plekje in de zorgwoning. De andere familie leden waren al getest en konden in de zorgwoning. Bij hem was dat moeilijk in te schatten. Want ja, we kenden hem alleen onder invloed.
We hadden geen idee. Omdat we zijn handelen altijd hebben gerelateerd aan de dronkenschap wist je eigenlijk niet wat er op een nuchtere situatie uit zou komen.
Een beetje schrik hadden we wel. Want stel dat zijn IQ boven de zeventig zou uitkomen. Dan kon hij niet in de zorgwoning wonen. Dan hadden we dus een big probleem.

We worden gebeld door een GGZ medewerkster, die een afspraak wil om de testuitslag toe te lichten.
Dus we zitten voor de zoveelste maal in een kamertje aan een tafel, met suiker en melk en natuurlijk het doosje. Ze begint te stotteren. Vindt het zichtbaar moeilijk om ons het mee te delen. Ik heb de indruk dat ze elk moment in tranen uit kan barsten. Dus duw ik het doosje met zakdoeken haar kant op.  Ze snuit haar neus en stottert verder. Ik begin een vermoeden te krijgen wat de uitkomst is. Probeer me in haar situatie voor te stellen, hoe het is om iemand die al 50 jaar als "normaal" door het leven gaat nu te moeten vertellen dat je verstandelijk beperkt bent. Dat is moeilijk. Kennelijk heeft ze schrik voor de reacties. Ik weet niet wat ze al heeft meegemaakt, maar erg zeker is ze niet.

Wat ze niet weet is dat wij heel erg hopen dat zijn IQ onder de zeventig zit. Het is misschien de wereld op z'n kop. Ik begrijp ook alle ouders die een dergelijke uitspraak voor hun kiezen krijgen honderd keer moeten slikken. Maar in onze situatie met een zorgwoning op het oog, om de familie weer samen te voegen, zou het heel erg zijn als de vader er niet bij mag komen wonen.

Ik ga haar helpen. We moeten iets negatiefs ombuigen naar iets positiefs. Terwijl zij met moeilijke woorden de test probeert te omschrijven val ik haar in de rede. "Het enige wat we willen weten is zijn IQ" geef ik aan. Ze begint nog harder te stotteren. Ze probeert het antwoord te omzeilen door uit te gaan leggen dat er twee soorten zijn. "Ja dat weet ik wel, ik lees het rapport later wel door en als ik vragen heb dan bel ik wel. Dit is niet het eerste rapport en ik weet hoe het werkt. Dus kom nu maar met het IQ, want dat is wat we nu willen weten" een beetje geërgerd ben ik wel.
Ze is echt bang. Ze draait het rapport mijn kant op en laat me zien wat het gemiddelde is. Ze durft het niet hardop te zeggen. Ik heb medelijden met haar.

Hij kijkt van de één naar de ander. Snapt er helemaal niets van. Ik heb hem wel uitgelegd dat alles afhankelijk is van deze uitslag of hij bij ons mag wonen of niet. Zijn grote ogen kijken me vragend aan. "Jippie" roept ik blij: "je mag bij ons komen wonen. Het zit onder de zeventig."
Hij vraagt nogmaals om de bevestiging dat hij bij ons mag komen wonen. Het gezin weer compleet. Hij begint te juichen. Steekt zijn handen in de lucht. "Echt waar?"roept hij steeds heel blij.

De mevrouw is volledig de weg kwijt. Dit had ze natuurlijk niet verwacht. Ze weet het niet meer. Terwijl wij de ruimte verlaten, duw ik haar de doos papieren zakdoekjes in de hand.
"Kom maar even bij" zeg ik vriendelijk. "Dit maak je nooit meer mee." Ze is sprakeloos.....





zondag 13 maart 2016

DIABETES PILLEN

Het kon natuurlijk niet uitblijven. Al dat vele eten en vooral dat ongezonde eten veroorzaakte een enorme obesitas probleem. Meerdere personen in het gezin ontwikkelden obesitas.

Moeder die werd hierdoor diabetes patiënt. Hiervoor werden in eerste instantie pillen voorgeschreven. Zonder enige hulp moest ze die gaan slikken. De doosjes vond je gewoon op de tafel.

Waarden tussen de 25 en 35 werden voor haar normaal. Van het hele systeem rondom meten en wegen begreep ze niets. Volgens haar waren het een soort slaappillen, want ze meende er goed op te kunnen slapen.

Dit kwam tot uiting toen ze een keer iets vertelde, want nog nooit iemand had gehoord, behalve binnen het gezin. Ze hadden een methode om de altijd maar dronken pa uit de running te krijgen. Want pa deed wel erg zijn best om door de week niet te veel drinken, maar in het weekend haalde hij de achterstand in.

Een van de redenen waarom wij altijd zeiden dat het een probleemdrinker was. De hele zondag dronk hij niet, want hij wilde zoveel mogelijk nuchter op zijn "werk" verschijnen als het maandag werd. Afhankelijk van de problemen die zich dan voordeden in de lopende week die kwam, dronk hij veel of weinig. Naarmate het weekend naderde werd de hoeveelheid wel meer.

Dan werd het vrijdag avond en ging hij los. Tot en met de zaterdag nacht haalde hij de schade weer in. Het vervelende voor de familie was, dat hij zich steeds zieliger ging vinden, naar mate er meer was gedronken. Hij werd compleet depressief en zag de wereld vergaan. Ook werd hij agressief.
Maar een zwalkende vader door het huis, met meerdere trappen was niet fijn. Iedereen vond het verschrikkelijk. Maar deed naar buiten toe het voordoen als : O, dat valt wel mee.

Moeder had, als het drama groot werd en ze het niet meer konden handelen, een oplossing bedacht.
Ze gooide een paar van haar medicijnen bij hem in de koffie. "Proefde hij toch niet en wij hadden rust" zei ze dan lachend. Niet doorhebbende waar ze mee bezig waren.

Dit gebeurde gewoon. Zonder dat iemand het in de gaten had. Steeds meer werd het me duidelijk dat deze mensen dringend hulp nodig hadden. Dit kan toch niet!

woensdag 9 maart 2016

DE 24KITCHEN VAN BERGEN

Zelf hou ik enorm van koken en experimenteren met recepten. Maar de maaltijden die zij nuttigden zagen er heel anders uit.

Als moeder niet kan lezen en schrijven, hoe moet ze dan weten hoe je iets klaar moet maken. De tv zender 24kitchen bestond toen nog niet. Dus kon je het niet namaken.
Dat werkte als volgt. Als je iets maar lang genoeg kookt in water dan wordt het vanzelf gaar. Dus braad een stuk vlees in een pak boter en giet er daarna een paar liter water bij en laat het maar pruttelen.

Of de spaghetti ala mama. Doe een pak spaghetti in kokend water en laat het een paar uur koken.
Giet het af en doe er een fles tomatenketchup bij. Klaar is Kees. Zo simpel werd er gekookt.
En als ze geen zin in koken hadden dan werden het puddingbroodjes. Eten en toetje in één.
Als vader dan naar huis belde om te vragen wat er vandaag op het menu stond en hij riep: "Nee toch niet weer" dan wist je dat het de puddingbroodjes waren. Maar let wel, vaak gebeurden dingen uit nood, want het weekgeld zat vooral in bierflesjes. Dus een extraatje was bij hun 20 frikandellen in de frietpan, en dan zoveel mogelijk eten, want morgen zag het er weer heel anders uit.

Ik wilde ook hier een handje helpen. Bedacht simpele gerechten, zoals nasi, bami, spaghetti en maakte er met foto's een boodschappenlijstje van. Ze kon dan de foto in de winkel erbij houden en dan wist ze wat ze mee moest brengen. Vervolgens had ik de recepten uitgewerkt in pictogrammen vorm. Maar ook hier stuitte ik op problemen. Want klokkijken kon ze niet. Dus om te bepalen wanneer het gaar was, was al een kwestie van weken herhalen om een kookwekker te bedienen.

Dus gingen we voorlopig elke vrijdag  de recepten samen maken. In het weekend kwamen de twee uit huis geplaatste zonen ook. Die brachten dan weekend geld mee, voor de maaltijden. Daar kon pa zijn drank van kopen en hadden wij wat geld om op vrijdag boodschappen te kunnen doen.

Samen doken we de keuken in. Door voor te doen en te oefenen kookten we dan voor 5 personen de maaltijd voor de avond. Een leuke bezigheid en iedere keer ging ik tevreden naar huis, als de pannen klaar stonden voor het opwarmen van de maaltijden.

Er gingen een paar weken voorbij. Nu weet ik wel dat je van deze mensen niet mag verwachten dat ze met complimentjes komen. Maar ik had toch wel een enkele opmerking verwacht van de maaltijden die ze op de vrijdag kregen. Dat week toch behoorlijk af van de normale kost.
Maar ik hoorde niets. Dus knoopte ik op een gegeven moment een gesprekje met vader aan. Ik vroeg hem eerst of hij al die puddingbroodjes niet zat was. Nou dat was, bromde hij. Hij was altijd al een zwart kijker, maar hij mopperde toch wel veel op de vrouw, dat ze niet kon koken. Hij begreep het dus niet helemaal, waarom ze niet kon koken.

"Maar"zei ik "de maaltijden op de vrijdagen, die bevallen toch wel??"
"Welke maaltijden?"vroeg hij verbaasd. 'Nou, die ik samen met moeder op de vrijdagmiddag aan het koken ben" was mijn antwoord.
Wat bleek, moeders had de pan al leeg, voordat de rest van de familie thuis kwam. Dan had ze keurig afgewassen en niemand had door dat er gekookt was. En die moeten zich dan staande houden in onze maatschappij.

zondag 6 maart 2016

DAGBESTEDING VOOR MOEDER

Heel begrijpelijk was het dat moeder steeds op zoek was naar aandacht. Want alleen is maar alleen. Ze had inmiddels begrepen dat ze niet elke dag zoonlief kon oproepen voor klusjes in huis. En de vrieskist is nooit meer onderwerp van gesprek geworden.

Ik vond dat ze wel wat hulp kon gebruiken bij het schoonhouden van het huis. Alleen als je daar binnen komt, kan je ervaren in wat voor omstandigheden deze mensen moesten wonen en leven.
Alle hulpverlening werd er steeds uitgeknikkerd. Waar ze heel goed in waren geworden in de loop der jaren was het geven van een sociaal gewenste antwoorden. Dus als je moeder vroeg wat heb je gedaan vandaag, dan somde ze netjes op gepoetst, gedweild, gestoft en ga zo maar door.

Hierdoor konden ze vele mensen om de tuin leiden. Maar als je wat vaker binnen kwam dan had je al snel door dat dat niet het geval was. Ik weet nog de eerste keer dat we binnen kwamen om kennis te maken met zoonlief. We mochten op de bank zitten en ze vroegen ons of we koffie lusten. Beleefd gaven we aan dat we wel koffie lusten. Maar toen ze de gebruikte kopjes die op de tafel stonden pakten en daar koffie in gingen serveren, heb ik even moeten slikken. Toen ik een slokje nam, was het ook nog lauwe, koude koffie en moest ik m'n best doen om niet te kokhalzen.

Maar hier raak je de kern van hun problemen. Iedereen behandelden hen als een aso gezin. Maar feitelijk wisten ze niet beter. Ze hebben waarschijnlijk nooit het goede voorbeeld gehad.
Deze mensen hadden echt hulp nodig. Maar niet zoals het in het verleden was gebeurd.

Ik maakte met haar een afspraak om een lijstje te maken en elke dag zou ik even komen controleren of ze werkelijk haar werkzaamheden had gedaan. Dit was de eerste keer dat ze aangaf dat ze niet kon lezen en dus een lijstje niet ging werken. Gelukkig hebben we pictogrammen en hadden we samen een pictolijst gemaakt.

Ze ging heel rap aan de gang. Het begin was gemaakt en ze had een eigen dagbesteding gekregen. Daar waar het voor ons normaal is dat je je huis op orde houdt, hebben deze mensen hulp nodig. Daar gaat het niet vanzelf. Elke dag als ik kwam, stond ze me vrolijk op te wachten bij de voordeur. Niet omdat het half twaalf was, want dan zou ik komen. Maar ze ging er staan als ze dacht dat ik er misschien wel aan zou komen. Want klok kijken kan ze niet. Dus stond ze daar soms tijden op me te wachten. Ze liet me dan zien wat ze had gedaan en glom van oor tot oor. Ze was er trots op.
Toch was heel zichtbaar dat dit geen stand zou houden. Haar "schoon" is iets heel anders als de mijne. Zij deed alles met één klein emmertje sop. Aan het begin merk je niets, maar verderop veeg je het vuil van de ene kant naar de andere.

Dit was een dagtaak. Dit is geen vrijwilligerswerk. Toch ontstaat dit omdat de gemeenschap ze verkeerd beoordelen. Het is toch vreemd dat het nooit bij de gemeenschap en hulpverleners is opgekomen om haar te laten testen. Ze werd gewoon behandeld als ma Flodder, Die geen zin had en vooral als zorgweigeraar werd gezien.Terwijl eigenlijk haar ouders vroeger er al voor hadden moeten zorgen dat ze een veilig plekje kreeg. Een plekje in een zorginstelling. Dan had haar leven er heel anders uitgezien.

vrijdag 4 maart 2016

DE DIEPVRIESKIST LEEGHALEN.

Het ging al een aantal maanden heel goed met vader en zoon op hun "werk"  Ze kwamen keurig op tijd. Hadden een waardevolle dagbesteding. Er komen echte klanten platen brengen en die worden in de fabriek op maat gemaakt en voorzien van allerlei bewerkingen en gegrond, En dan komen die echte klanten het weer ophalen met hun vrachtwagens. Dit maakte indruk en is wat anders als wasknijpers in elkaar zetten.

Zo anders ging het bij moeders. Die kwam ineens thuis alleen te zitten. Nu was haar moeder er nog wel, maar die had niet zo lang meer te leven en zat bovendien in een verzorgingshuis. Dus hield moeders tijd over en zat dus alleen. Ze kan niet lezen en schrijven, maar had toen wel een heel goed getraind geheugen. Want ze kon best veel onthouden, waar anderen briefjes of een agenda voor nodig hebben.

Maar moeders verveelde zich. De vorige dagen dat zoonlief in pyjama op de bank zat spelletjes op een computer te doen, kon ze meekijken. Dat had wel iets. Maar nu waren de dagen lang. Dus ging ze naar een oplossing zoeken. Dan kwam zoonlief bij mij op kantoor of hij alvast naar huis mocht, want hij moest meehelpen om de boodschappen te doen.

Of hij moest meehelpen om de bedden te verschonen. Zo bedacht ze iedere keer wel weer een andere klus die geklaard moest worden. Dit kon natuurlijk niet de bedoeling zijn. En dit moest een halt toe worden geroepen.

Op een dag belde ze mij op, dat zoonlief naar huis moest komen, want de vriezer moest worden leeggehaald, schoongemaakt en opnieuw worden ingepakt. Nu hadden ze in het zeer kleine keukentje een enorme vrieskist staan. Ik had me al vaak verwonderd wat daar in zou moeten zitten. Gezien de omstandigheden dat er maar 50 gulden per week weekgeld binnen kwam. En het meeste geld naar bier ging. Maar die vriezer die intrigeerde me. Ik wilde weten wat er in zat.

Ik gaf aan dat het te druk was om zoonlief zomaar naar huis te sturen, maar dat ik wel even langs zou komen. Dit werd me niet in dank afgenomen en de hoorn werd op de haak gegooid. Maar ik was zo nieuwsgierig, dat ik even later die kant op reed.

Nu woonden ze in een drive-in woning die op een T-splitsing stond en ze mij dus al van verre kon zien aankomen. Ze stond me midden op straat op te wachten. Ik kon niet eens op de parkeerplaats komen. Ze schreeuwde me van alles toe. Wie ik wel dacht wie ik was. Dat ik haar zoon inpikte. Het ging maar door. De buren konden ervan mee smullen.

Uiteindelijk heb ik de auto verderop gezet en liep met haar mee naar binnen. Ze bleef maar schelden.
We stonden voor de diepvrieskist, en ik vroeg haar waarom ik haar niet mocht helpen. Ze eiste dat zoonlief zou komen. "Nou, maar ik kan je best helpen hoor, dat vind ik helemaal niet erg." zei ik.

De manier waarop ze reageerde gaf bij mij zeer duidelijk het gevoel dat er iets niet klopte.
Ik opende die grote kist en zag links onderin één pakje gehakt liggen. Stom verbaasd kijk ik haar aan. Dit had ik natuurlijk niet verwacht. Zij kijkt mij met grote ogen aan en is bang wat er nu gaat gebeuren.

Ik kijk nog eens in de bak en vraag vervolgens heel vriendelijk aan haar: "In welke hoek van de kist had je graag dit pakje gehad,? daar .........of daar ..........of daar..........................

woensdag 2 maart 2016

NEUROLOGIE LOGICA

We zitten op de gang. In het oude ziekenhuis van Boxmeer. Jaren geleden. Toen hij nog alcoholist was. Het is er warm, bijna tropisch. Het is er druk en zoals altijd zitten de wachtruimtes vol. Dus worden er stoelen bij gezet op de verschrikkelijke smalle gangen. Het is er nooit stil, steeds het geroezemoes van mensen die praten. Door de warmte en de drukte is het benauwd. Van alle kanten hoor je bellen, telefoons en iedereen loopt gejaagd door de gangen, om de stoelen heen.

We zitten al een tijdje te wachten, want ik hou er niet van om op het laatste moment aan te komen. Of erger: te laat. Ik ben blij dat hij het nut inziet om even van te voren onder de douche te gaan. Dat lijkt in ieder geval wat frisser. Want naar een kapper gaat hij niet. Heeft half lang haar, die bijna nooit gewassen worden en dus als vette slierten langs het hoofd hangen. Maar als we naar het ziekenhuis moeten, gaat hij onder de douche. Het ziet fris, maar er hangt een walm van alcohol om hem heen. Het schijnt hem niet te deren. Ik denk dat hij het ook niet ruikt.

Echt nuchter is hij niet. Praat een beetje met een dubbele tong. Ik vraag hem of hij weet waarom we hier zitten. Hij haalt zijn schouders op: "Omdat jij het zegt" Er is dus geen besef, waarom we hier zijn. "We gaan naar de neuroloog, voor je epilepsieaanvallen"
"Zal me weinig interesseren" Is standaard zijn antwoord en haalt daarbij zijn schouders op.

De epilepsie aanvallen komen door het drankgebruik. Vroeger had hij hier geen last van.
Maar de drank eist zijn tol. Eerst hadden we het niet in de gaten. Want ze spraken niet over wat er thuis gebeurde. Maar de eerste keer dat het op het "werk"gebeurde, viel hij tegen de grond nadat hij de punt van een machine had geraakt. Hij was bewusteloos, en schudde wat heen en weer. Wij hadden nog nooit een epilepsie aanval gezien. Wisten dus niet wat het was. Door de open hoofdwond en een plasje bloed wat inmiddels op de grond lag, wisten we dat dit ernstig was. De ambulance was al gebeld. Die brachten hem met spoed naar het ziekenhuis.

Uit de onderzoeken kwam dat het een epilepsie aanval was. Dus kreeg hij pillen, die hij vervolgens weigerde te slikken. We hadden aangegeven dat als hij de pillen niet ging slikken, hij niet langer bij ons kon werken. Want het gevaar lag op de loer. Sindsdien kreeg hij onder onze toezicht de pillen.
Maar af en toe moest je dan naar het ziekenhuis voor controle.

Zo ook vandaag. We hebben weinig zin. Want de neuroloog wint er geen doekjes om en is een oude bullebak. Heeft weinig respect voor hem en zou hem het liefst hard aanpakken. Om hem te beschermen ga ik steeds mee.

Daar zitten we dan. De temperatuur loopt op. Een goed gesprek is niet mogelijk. Dus zitten we beiden een beetje te zitten. Ik kijk naar de grond. Zie zijn schoenen. Ik kijk nog eens, ja ik zie het goed. Hij heeft zijn schoenen verkeerd om aan. "Vind je dat handig??"vraag ik hem wijzend op zijn schoenen. Hij bukt zich voorover, beweegt zijn voeten heen en weer. "Ik voel er niets van" zegt hij.
"Zullen we maar even snel de schoenen wisselen?" vraag ik "Want straks ziet die dokter het en dan denkt hij dat we gek zijn" Zonder enige emotie zegt hij toonloos: "Als jij dat wil"

Hij bukt zich dieper en probeert de schoenen los te krijgen. Maar dat lukt niet. Heeft geen goede controle over zijn handelen. Ik kniel snel voor hem en help hem de schoenen te verwisselen. Net als ik weer zit komt de bullebak naar buiten en roept zijn naam. "Alles goed?"vraagt hij.
"Ja hoor, met ons gaat het prima"zeg ik en loods hem de kamer in. Blij dat dit ongezien is gebleven.