zondag 26 februari 2017

GEVANGEN IN JE EIGEN LICHAAM

Als je de wereld niet goed aan kan ontstaan er situaties, waar je niet uit komt. Als je dan niet , op de juiste manier, gesteund wordt door mensen in jou omgeving gebeuren er vreemde dingen.

Ken je dat gevoel?  Gevangen zijn in je eigen lichaam? Hoe erg is dat? Hoe wanhopig word je? Gevangen in je eigen lichaam en er maar niet uit kunnen komen.

Misschien denk je waar gaat dit over? Het gaat over goed en kwaad. In jou lichaam zit een goede persoon en een kwade persoon. Hij weet het goed uit te leggen, want zo voelt hij dat.

Wanhopig kijkt hij me aan. Je ziet verdriet in zijn ogen. Hij kan de wereld niet aan. En in die wereld gebeuren dingen die hij niet kan verwerken. Maar dit gebeurt al vanaf zijn geboorte. Voor zijn ontwikkeling had hij niet de juiste mensen om zich heen.

Hij ontwikkelde een systeem om te kunnen overleven. Overleven, omdat hij de wereld niet begreep. Omdat zijn ouders ook de wereld niet begrepen. De overlevingsmodus die gebaseerd is op angst. Maar dat ziet hij anders. Want je mag geen angst hebben. Een angsthaas is verloren in de wereld.

Dus heeft hij zijn angst omgezet in kwaad, woede, hulpeloze woede, omdat je geen oplossing hebt. Want als je kwaad bent dan gaan mensen reageren. Dat heeft hij geleerd. Zeker als je heel kwaad wordt en je dat uit door om je heen te slaan. Mensen de deur uitzet en heel hard gaan schreeuwen. Met de vuisten in de lucht en ogen die vuurwerk spuwen. Dat werkt. Want mensen worden bang. Zeker als je groter wordt en mensen je als volwassenen gaan behandelen. Ook al weer een foutje van de wereld, want dat ben je namelijk helemaal niet.

Het liefst kruip je onder het bed, achter de gordijnen of in de kast. Want dan kunnen de mensen die het op jou gemunt hebben, je niet vinden. Maar dat gaat bijna niet. Je wordt dus steeds wanhopiger. Je moet een oplossing vinden dat er rust komt. Rust op straat, in jou huis en vooral in jou hoofd. Het moet stoppen, nu meteen.

Dus wordt je agressief. Want als de mensen bang worden gaan ze weg.  Je leert dat als je dat maar vaak genoeg doet er vanzelf niemand meer durft te komen. Dan heb je rust. Voor zover dat gaat.

Want ook in jou ouderlijk huis gebeurde dingen, die je niet aan kunt. Dus ook in jou huis, wat een veilige plek zou moeten zijn, word je gedwongen om die agressieve houding aan te nemen. Want je wilt ze beschermen tegen de hele wereld. Alleen dat lukt niet. Daardoor raak je gefrustreerd en beland je in een negatieve spiraal, die steeds dieper gaat  en je het leven zelfs niet meer aankan.

Door die ontwikkeling, die jaren zijn beloop heeft, maakt dat je gevangen wordt. Gevangen in je eigen lichaam. Want heel ver weg, heel diep zit toch nog die lieve jongen, die verlangt om gelukkig te zijn. Gelukkig zijn is soms heel simpel. Iets wat je ook goed kan aangeven. Een gelukkig moment is als je bij mij op de bank mag zitten. Kijkend naar een film, die jij hebt uitgekozen. Er hapjes op tafel staan en jou frisdrank in een glas. En je hoeft even helemaal niemand te beschermen. Want hier ben je veilig en hier zijn er geen anderen die je kunnen beïnvloeden. Maar dit is maar even. En zelfs op dat moment gaat het fout. Want door de moderne wereld met mobieltjes, wordt je geraakt, ook bij mij in huis. Dus is er weer paniek en ga je weer in de overlevingsmodus staan.

Het vervelende is dan dat er moeilijker een gesprek gevoerd kan worden. Je sluit je af. En de angst slaat weer toe. Om jezelf te beschermen ga je dus weer een agressieve houding aannemen.
Wat zou je graag willen dat de kwade persoon verdween, dat je nooit meer bang hoefde te zijn. Maar je hebt moeite om mensen te vertrouwen. Want je ziet de oplossingen niet en begrijpt ze nog minder.
Je hebt zelfs liedjes gevonden, die dit gevoel van jou verwoorden. Gevangen in een kooi. Met je handen om de spijlen, kijk je me verdrietig aan. En je wilt zo graag je best doen.

Als ik een wens mocht doen, zou ik wensen dat die kooi verdween. Dat ik je echt kon gaan helpen en niet alleen maar steeds de brandjes blussen. Maar om dat vertrouwen te krijgen, zullen er waarschijnlijk nog heel wat jaren voorbij gaan. Of we de tijd krijgen?? Niemand weet het......


woensdag 22 februari 2017

DE PIL

Het is ochtend en de begeleider heeft als taak om de zorgvrager te wekken en te ondersteunen in zijn ochtendritueel.

Als ze bij hem op de kamer komt ziet ze een aangebroken strip liggen van de anticonceptiepil. Dit bevreemd haar, omdat zijn vriendin niet aanwezig is.

Niet alleen seksuele voorlichting is van belang, ook dienen er afspraken te zijn over de frequentie van de bezoeken aan elkaar. Die waren hier gemaakt. Elke week mocht zij bij hem drie dagen logeren en hij mocht drie dagen bij haar logeren. Prettig geregeld.

Alleen wat doet dan die strip op zijn nachtkastje, terwijl zijn vriendin er niet is?
De begeleider besluit het aan te kaarten als ze aan het ontbijt zitten.

"Ik zag de stip van de pil op jou nachtkastje liggen, klopt dat? " vraagt ze.
"Jazeker" zegt de jongen "Want wij willen natuurlijk niet zwanger worden, dat snap je toch wel?"
"Ja, dat snap ik" zegt ze. "' Maar waarom ligt de strip nu op jou nachtkastje?"

"Wij  doen alles samen, dus ook de verantwoording om niet zwanger te raken. Dus ik slik de pil vier dagen en zij de andere drie dagen. Dat is toch eerlijk verdeeld?" .................

zondag 19 februari 2017

ONTELBAAR VEEL HOU IK VAN JOU

Een warm boek om te lezen. Een moeder die een weg zoekt in de wereld van de zorg. Om het beste voor haar kind te vinden. Haar kind, die zo gewenst is.

Dan verandert je hele wereld, als je ontdekt dat jou kind bijzonder is. Je kan lezen dat het zelfs, als professional uit deze bijzondere wereld, het moeilijk is om dan in je privésfeer  ermee te moeten omgaan.

Het is niet alleen "een moeten omgaan", maar het is een oer-gevoel die zorgt dat je ervoor gaat. Een drang waar je het bestaan niet van wist. Je wilt alleen het aller aller beste voor jou kind. Hoe moeilijk is het om aan te geven dat je hulp nodig hebt. Dat het zwaar is om vol te houden.

Ik zeg altijd:  je bent in de trein gestapt, die heb je op gang gebracht en van een rijdende trein stap je niet af.  Het is enkel spoor en je kan alleen maar recht vooruit. Hoe fijn is het als je medepassagiers hebt, die meehelpen en meeleven. Dan kan je dankbaar zijn dat je gedragen wordt, op moeilijke momenten.

Ik herinneren me een gesprek met Inge, waar we het hadden over hoe moeilijk begeleiden is. Dan vind je herkenning. We hadden het over winkelen. Hoe vaak zie je in een winkel een peuter die stampvoetend zijn zin probeert te krijgen en uiteindelijk op de grond gaat liggen brullen, om duidelijk te maken wat hij wil.

Als je dan, op dat moment, kijkt naar de omgeving dan zie je de mensen wel kijken. Maar het wordt redelijk geaccepteerd bij een peuter. Die moet nog leren, is vaak de reactie.
Maar kijk eens om je heen als je met een jong volwassene hetzelfde meemaakt. Ogenschijnlijk ziet niemand iets aan hem. Is groter dan jijzelf, met het lichaam van een volwassene. Maar in zijn hoofd is alles anders, alleen dat zie je niet aan de buitenkant.

Moet je dan eens horen wat er voor commentaar komt, als hij hetzelfde gaat doen als die peuter die ik net beschreef. We hebben het beide meegemaakt. Ik kan zeggen dat het vervelend is als mensen dan afkeurend naar je kijken. Zelfs er wat van zeggen. Ze menen het beter te weten. "Moet dat nou zo nodig" als je probeert hem mee te krijgen. Of soms er boven op zit, om zijn armen en hoofd vast te houden om hem te beschermen tegen de zelf-beschadiging die ze zichzelf dan willen aandoen. Door met zijn hoofd op de grond te bonken.

Dat zijn momenten, die een negatieve weerslag hebben. Ook bij mij, als begeleider, is dit voelbaar.

De kracht van het boek is dat je kunt meelezen dat je ook positieve krachten hebt. Doorzetten om het beste er van te maken. Ook wij streven dat doel na. Nogmaals ik ben geen moeder van een bijzonder kind. Maar ik ben van mening dat onze kracht van het goede resultaat, bij de Pioenroos, zit in het feit dat we bijzondere mensen ook als individu zien. We zijn allemaal mensen. En slimmer zijn betekent niet dat je een beter mens bent.

Als moeder heb je geen keuze. Als begeleider is die er wel. Het aller ergste vind ik dat er op de scholen zelfs wordt aangeleerd, dat je als begeleider je "professioneel" moet gedragen. Je bent pas professioneel als je afstand bewaard, je vooral geen band met hen hebt en het als je werk ziet wat je vooral niet mee naar huis moet nemen. Het zijn  cliënten, patiënten, bewoners of zorgvragers. Noem maar op. Afstandelijke woorden om de afstand te bewaren. Woorden waar ik moeite mee heb om ze zo te noemen. Ook zij hebben een roepnaam gekregen, net als ons.

Het zijn ook mensen, individuen, personen die er mogen zijn. Die er toe doen. Mensen met een gevoel, ook al kunnen ze dat niet altijd uiten of zeggen. Is iemand die de wereld niet goed begrijpt, minder waard dan wij,.... ik,.... jij????

Wij zien ze als mensen, die serieus genomen willen worden. Die net als wij af en toe een knuffel willen hebben. Naast ze staan en ze bij de hand pakken. Helpen om de wereld om ze heen uit te leggen. Van ze te houden. Dat is wat we doen. Dat is wat ze voelen. We zijn er voor hen. Wie aan ze komt, krijgt met mij te maken! punt!.....!

Het boek kan je bestellen op Inge haar website. Het is een aanrader.
https://ingealtenburg.nl/









woensdag 15 februari 2017

MANNEN KOMEN VAN MARS VROUWEN VAN VENUS

"Wanneer neem je nou eens een mannelijke begeleider aan?" vraagt hij voor de zoveelste keer.
"Die zijn moeilijk te vinden, dat weet je toch? " is standaard mijn antwoord.

Toen hij bij ons kwam, moesten we in één keer de begeleiding verdubbelen. Want hij had één op één begeleiding nodig en we hadden er maar één op de groep staan. Nou is het onmogelijk om in eens het team te verdubbelen. Ook is het niet altijd makkelijk om de juiste personen te vinden. Dat betekent dat er wisselingen plaats vinden.

En wisselingen is nou net iets waar hij moeilijk tegen kan. In de eerste maanden was het zelfs zo, als er een bezoeker kwam, dook hij onder de grootste tafel op de dagbesteding en kwam er de eerste uren niet meer onder vandaan.

Wisselingen betekent voor hem dat hij afscheid moet nemen van de één en weer moet wennen aan een ander. Dat is heel moeilijk, voor de hele groep trouwens. De nieuwelingen hebben het de eerste maanden best moeilijk. Ook al doe je je best, je wordt behoorlijk getest en bent regelmatig de slechtste begeleider, volgens hem, die ik heb kunnen vinden. Het voorstellen en inwerken van een nieuwe begeleider wordt dan ook met behulp van een stappenplan doorgevoerd.

En de bewoners, die testen. Want door de begeleiding te testen, kijken ze of de begeleider er werkelijk voor hen is. Of jij de veiligheid en bescherming kunt bieden, die ze nodig hebben. Een fles ammoniak aan je mond zetten is geen zelfmoordpoging, maar is om te kijken of de begeleiding hen tegenhoud om te drinken. Dan pas ben je te vertrouwen.

Naar mate hij langer bij ons verbleef, begon hij er aan te wennen, dat er ook bezoekers komen die niet voor hem kwamen. Maar al snel kreeg hij in de gaten dat er weer een sollicitatieronde aan de gang was.

Iedere keer vroeg hij of ik mannelijke begeleiders wilde zoeken voor hem. Hij ging zelfs helpen zoeken. Weken is hij dan bezig om begeleiders van de vorige instelling te zoeken op internet. Want hij weet er wel een paar. We hoeven ze alleen maar te zoeken en dan kan ik ze direct aannemen.

Voor hem lijkt het heel simpel. Maar het zoeken alleen al was een ware tocht op internet. Hij bedacht van alles om op te zoeken. Hij kwam er achter dat je namen ook verschillend kunt schrijven, dus werd de zoektocht alleen maar gecompliceerder. Ze waren niet te vinden.

Toen vond ik er één. Een mannelijke begeleider. Normaal laat ik de nieuwe begeleiders eerst de werkplek zien, zonder de bewoners erbij. Want dan kom je als nieuweling niet meteen in hun beschermde omgeving. Nadat de begeleiding en de bewoners aan elkaar hebben kunnen wennen op de dagbesteding, komt de volgende stap in de woning.

Maar deze keer had ik wat minder mogelijkheden en de begeleider wilde toch de woning zien. Het was vakantie en dan zijn de bewoners de gehele dag in huis. Onze zorgvrager was bij de rondleiding op zijn kamer bezig. Hij zou onder de douche gaan. Dus gingen we snel naar boven, om hem toch nog even te kunnen voorstellen aan de nieuwe begeleider.

Wat was hij blij. Eindelijk een man. Hij zag het meteen zitten en was wonderbaarlijk open en vriendelijk. Gaf zelfs meteen een hand.

Nadenkend waarom hij zo gefixeerd is op een  mannelijke begeleider, moest ik denken aan een boek die ik heb gelezen. Mannen komen van Mars Vrouwen van Venus. Hierin worden mannen en vrouwen met elkaar vergeleken. De conclusie is dat mannen anders handelen dan vrouwen.

Wat heeft onze zorgvrager er nu aan? Wel in dat boek wordt aangegeven dat vrouwen praten over problemen om te praten en mannen oplossingsgericht zijn en de problemen onmiddellijk willen oplossen.

Daar zit het geheim van zijn wens. Hij is nogal technisch ingesteld, en kan vele problemen hebben. Een mannelijke begeleider gaat net als hij op zoek naar een oplossing. Een vrouwelijke begeleider doet dit minder, zeggen ook vaak dat ze niet technisch zijn. Mannen kunnen hem helpen bij programmeren, computers uitleggen, een racebaan maken en zijn in zijn ogen zijn alleen mannen heel technisch.

Daarmee zullen we het, als vrouwelijke begeleiders, moeten doen.............




zondag 12 februari 2017

MUGGENWETENSCHAP

Als er iets is waar hij niet tegen kan zijn het muggen of vliegen op zijn kamer. Maar ook mieren, zilvervisjes en vlooien. Hij ziet van alles, ook al zien wij het niet.

Er zijn tijden dat hij met een vliegenmepper door het huis loopt om alles te vermoorden. Als hij er eentje heeft dan slaat hij het letterlijk tot moes. Zo weet hij zeker dat ze niet meer weg kunnen vliegen.

In de zomer kan hij er uren mee bezig zijn, want dan zijn er ook veel. Ook weet hij dat in de winter als het echt vriest, er minder eitjes uitkomen in het voorjaar. Dus laat maar komen die vorst.

De nachtelijke activiteiten zijn iets minder. Ook dan kan hij er een hele tijd mee bezig zijn, om ze te pletten. Iets wat voor de anderen, die lekker liggen te slapen, niet zo prettig is. Want hij slaat ze zowat door de muur of grond heen.

Soms dan komt de begeleiding helpen. En heel soms dan klap je in je handen, of je slaat op de muur en roept dan: "Ik heb hem." Als dan de vraag komt : "Meen je dat nou?" dan is de kans groot dat hij weer rustig gaat slapen.

Laats had ik slaapdienst en moest hiervoor naar boven. Ik sloeg op de muur en zei dat ik hem had. Maar het ging iets te snel, dus hij geloofde me niet. ( terecht :) ) "Waar is hij gebleven dan?"  vroeg hij. Tja, even denken wat ik kan verzinnen..................., maar hij keek met zijn neus op de grond en laat er daar nou net ééntje liggen. "O, ik zie hem al" roept hij blij en ik kan weer naar beneden.

Als één van de begeleiding bij hem aan het eten is en hij heeft last van een bromvlieg, pakt ze snel de mepper. Anders komt hij voorlopig niet aan het eten. Ze geeft de vlieg een flinke mep en hij valt dood op de grond. Hij loopt van tafel en gaat er gehurkt bij zitten. "Nou meppen maar." roept hij.
" Maar hij is toch al dood, en beweegt niet meer ?" zegt de begeleider.

Hij kijkt naar de vlieg, die volgens zijn normen nog niet geplet is. : "Nee hoor." zegt hij  " Weet je dan niet dat een vlieg ook zijn adem in kan houden?"........................

woensdag 8 februari 2017

4 STUKJES WC PAPIER, VOOR EEN AUTIST

2 x 4 stukjes wc papier kreeg hij mee, op zijn kamer in de vorige instelling. Wc-papier en een po. Dan ging de deur op slot en kon hij er niet meer uit. Het was dan de bedoeling dat hij ging slapen.

Een kamer met een bed vast aan de muur. Een kast, ook vast aan de muur. Een tv achter pvc beschermd tegen vernieling. Evenals de camera, die in de nacht over hem moest waken.

Dat was het, met een po en 2 x 4 velletjes wc-papier. Als hij dan in de nacht naar de wc moest, kon dat op de po.

De eerste nachten bij ons in huis merkten we dat hij in paniek raakte als de deur dicht ging. Hij dacht dan dat we hem gingen opsluiten. Dit was niet het geval, maar de angst zat diep. Wij hadden ook geen po, maar gewoon op de gang een toilet. Daar kon hij in de nacht gewoon naar toe.

Maar de 4 velletjes, die bleven. Dat was er zo ingesleten, dat we hierin mee zijn gegaan. Hij had veel begeleiding nodig bij de toiletgang. Dus pakten we alvast 4 velletjes voor hem.

Maar dan kwam het, want die velletjes moesten zo gevouwen worden dat de "ruwe" kant naar binnen gevouwen zitten. Nu zie ik geen ruwe kant, maar hij bedoelde dat de kant waar de afdruk van afbeeldingen omhoog geperst zijn. Ja je moet goed kijken, om welke kant het gaat. Want anders kreeg hij "geschuurde" billen.

Dus elke keer, weer goed kijken. Want anders moest het overnieuw en dat kostte weer tijd. En bij elke nieuwe begeleider moest dit worden uitgelegd en voorgedaan.
Maar na een tijdje, weet je als begeleider hoe het moet.

Dan zit ik thuis op de toilet. Gedachteloos scheur ik 4 velletjes af en begin alvast te vouwen. Ik ben me ineens bewust wat ik doe. Volgens mij ben ik geen autist, maar op een of andere manier neem je die gewoonte over. Ik kan me niet eens herinneren hoeveel ik anders pakte. Vreemd is dat. Deze handeling doe ik dus al mijn hele leven lang, zonder er bij na te denken en nu weet ik niet eens hoeveel velletjes ik altijd pakte.

Ik raak het niet kwijt. Als ik weer op de toilet zit, pak ik bewust 3 of 5 velletjes. Want ik ben toch niet autistisch?? Ik doe mijn best om het niet te zijn. Wat een rare gewoontes houden wij er op na.

Maar onze autist, pakt nog steeds 4 velletjes. Soms heeft hij de angst dat er niet genoeg velletjes zijn voor de nacht. Dus zijn oplossing was, ik leg alvast wat stapeltjes klaar. Dit werd ook een gewoonte. Al snel waren een paar stapeltjes niet genoeg Na een uur op de wc te hebben vertoefd, met de deur op slot, kwam hij naar buiten.

Zo we kunnen een paar weken vooruit..............................

zondag 5 februari 2017

DE WERELD VAN HET KIENEN

Ik zit aan een tafel en kijk rond. Ik schat dat er ca 95 procent vrouwen zitten. De rest zijn mannen. Op één hand te tellen. De vrouwen zijn stukken ouder dan mij. Met een mooi gekamde kapsels, meestal geverfd.  Met hun zondagse kleren aan en gouden sieraden om. Voor hen liggen zakjes snoep, chips of chocola.

De kienplaatjes mogen niet ontbreken en iedereen is naar voren geweest om de kienkaarten te kopen. Het is rumoerig in de zaal. Hier en daar wordt er ruzie gemaakt, omdat er iemand anders op jou stoel zit. Soms wordt er om gevochten. Om de tijd te doden zijn ze aan het kaarten. Want wil jij op de goede plek zitten dan moet je toch echt anderhalf uur van te voren aanwezig zijn. Met jassen en tassen proberen ze hun plek veilig te stellen.

Het is afwachten tot het kienen begint. Het lijkt wel een kippenhok, want iedereen loopt te kakelen. De ober loopt langs de tafels, om zijn frisdrank te verkopen. Wat een lawaai. Ik wordt er knettergek van. Zit op mijn mobiel te kijken om de tijd te doden. Tegenover mij zit onze vrouwelijke zorgvrager. Ook met zondagse kleren, babbelend met de buren. Ze kan niet afwachten.

Ze kan namelijk kienen!!!. Voor een analfabeet is dat iets bijzonders. We dachten dat ze het niet kon. Want in het begin legde ze steeds de plaatsjes op de verkeerde nummers. Zij hoorde bv het getal achtenveertig, dus voor haar kwam eerst de acht 8 en dan de 4 van veertig. 84. Dat ging dus stelselmatig fout. Tot we ontdekten, dat als ze op het scherm van de omroeper het getal kon zien, dan ging het. Met een kleine kaart wel te verstaan. Maar het kan.

Zodra de omroeper begint te praten, wordt het rustiger in de zaal. Hij heet iedereen welkom en geeft de spelregels aan. Nog niet alles begrijp ik, want hij heeft het steeds over een speciaal nummer. En dat dat belangrijk is hoor ik aan de reactie van de zaal als dat nummer wordt omgeroepen. Maar wat er dan gebeurd? Geen idee.

Net zoals de eerste keer dat ik mee was. Het ene na de andere nummer werd in een rap tempo omgeroepen. Ik had begrepen dat je iets moest doen als je een volle kaart hebt. Ik begreep dat je snel moest zijn, nog voor het nieuwe nummer werd omgeroepen. Dus mijn kaart was vol en ik vroeg aan de groep wat ik nu moest doen. Iedereen begon te gillen, maar het nieuwe nummer was al geroepen. Niets dus. Helaas pindakaas.

Verder heb ik geleerd dat je geen trui met wijde mouwen moet aantrekken, want die schuiven over de kaart zo de plaatsjes eraf. Ook heb ik geleerd dat je niet teveel van die plaatjes in de handen moet houden. Want als je er één per ongeluk op de kaart laat vallen, dan weet je niet meer waar wat ligt. Tijd om dat uit te zoeken is er niet. Want het volgende nummer wordt al weer aangekondigd. Ook heb je geen tijd voor je telefoon en moet je vooral niet met de ober gaan praten, omdat je dorst hebt.

Ja... Kienen is nog niet zo eenvoudig. Zolang er nog niet wordt gekiend, kakelen ze dus maar door. Maar zodra de man begint met het eerste nummer, dan kun je een spelt horen vallen. Iedereen tuurt naar de kaarten. Iedereen hoopt iets te winnen. Want de prijzen zijn hier goed. Voor de pauze krijg krijg je €10,= bij een volle regel en €20,= bij een volle kaart. Na de pauze, terwijl je zit te kauwen op een bitterbal van de zaak, krijg je €15,=  en bij een volle kaart €40,=. En de allerlaatste ronde is zelfs €300,= de hoofdprijs.

Onze zorgvrager heeft zelfs een keer de hoofdprijs gewonnen. Hoe mooi is dat?...

woensdag 1 februari 2017

ALS JE SLIM BENT

Wie kent niet de reclamespot van de Jumbo, waarin oma een paar daagjes komt logeren en overal commentaar op heeft. De hele tijd roept ze : Als je slim bent dan........
Na een tijdje is de man des huizes het zat en raadt haar aan dat als ze slim is ze de bus pakt van elf uur.

Als je slim bent is al jaren onze slogan. Opvoeden van bovenaf  geeft geen mogelijkheid tot onderhandelen en het maakt je zeker niet verantwoordelijk. Gewoon doen wat er van je gevraagd wordt of anders?......................vul maar in iedereen van die tijd weet een antwoord.

Maar van bovenaf werkt niet, zeker niet in onze groep. We hebben een mooi voorbeeld. Eén van onze jongens is aan het werk in de fabriekshal. Het is winter en de kachel staat daar niet al te hoog, Het is nogal een koukleum en dus werkt hij met zijn winterjas aan.

Dan is het lunchpauze. Daarvoor kom je in de lekker verwarmde omgeving van de kantine.
De begeleider die hem begeleidt zegt dat hij zijn jas uit moet doen, want in de kantine is het warm. De jongen voelt dat nog niet, want hij staat te bibberen en heeft nog koude handen.

Hij gaat dus aan tafel zitten met de jas aan. Ik zit nog op kantoor en hoor het op een afstand aan. Ik denk nog, daar heb je het werkwoord moeten weer. Probleem, dat gaat niet werken.
De begeleider geeft nogmaals aan dat de jas uit moet, want het is nu pauze. Er gebeurt niets. De begeleider verheft zijn stem en roept: "doe die jas uit!" De jongen gaat grommen.

Ik sta op en loop de kantine binnen. Ga op mijn plek zitten en maak met een gebaar de begeleider duidelijk om even niets te zeggen. Boos kijkt de jongen me aan. "Ik hou mijn jas aan" zegt hij boos.

"Moet je zelf weten hoor" zeg ik " maar ik vind het niet slim "
"Ik wel" zegt hij opstandig. Schuift zijn bord aan de kant en is zeker niet van plan om te gaan eten.
"Moet je zelf weten, maar straks niet bij mij komen om te klagen dat je verkouden wordt, want dat gebeurt er nu."

Het blijft even stil. Ik heb hem net zelf verantwoordelijk gemaakt. Hij overweegt nu de voor en nadelen.

"Wat vindt jij dan?' vraagt hij. Yes, dit is altijd een omslagpunt. Hij vraagt om advies.  Dus leg ik uit dat je bij het aanhouden van de jas het nu veel te warm krijgt en als je dan later de hal weer ingaat het daar wel heel koud is. Dan loop je dus een risico om verkouden te worden.........
"Maar zelf weten hoor.... voor mij hoef je niet ".............

"Zou het slim zijn als ik dan wel de jas uit doe?? " vraagt hij en begint alvast de rits open te maken.
"Als je slim bent, dan doe je de jas uit en ga je lekker een boterham eten."

"Oké dan," Hij doet zijn jas uit en begint aan de boterham die voor hem staat.
Binnen 10 minuten heeft hij zijn jas uit en eet. Geen escalatie omdat het van bovenaf moest. Maar gewoon verantwoordelijk gemaakt voor zijn eigen gedrag.

"Eet smakelijk, jongen"....................