woensdag 26 juli 2017

NACHTELIJKE ESCAPADE

De dienst zit erop voor Anna. Ze loopt door de gangen van het oude gebouw. Het is er muisstil. Alleen de hakjes van haar schoenen klinken galmend door de gang. Iedereen ligt eindelijk in bed. Allen gedoucht en gepoetst. De gang is slecht belicht. Hier en daar zijn er lampen kapot. Die moeten nodig vervangen worden. Anna neemt zich voor om morgenvroeg als eerste de technische dienst te bellen.

Er is een bries merkbaar. Anna krijgt het koud, want het is herfst en bij de grote voordeur is het glas van een raampje gebroken. Het tocht er altijd. De wind is guur en de oude boom slaat met zijn diep hangende takken op de dakpannen. Het lijkt alsof het extra duister is, want de maan zit achter de donkere wolken.

Anna loopt naar het kantoor en pakt haar jas. Wil die aandoen en ziet dan nog een briefje liggen. Ze pakt het briefje en leest hardop voor wat er staat: 'Hallo Anna, wil jij nog even kijken bij Berend voor je weggaat. Hij was nogal druk vanavond en we willen even weten of de onrustband nog op de juiste plaats zit. Alvast bedankt. Groetjes Wilma.'

Daar gaan we weer, denkt Anna. Altijd als je denkt naar huis te kunnen moet er nog iets gebeuren. Ze gooit haar jas geërgerd over de stoel en loopt de gang weer in. Tiktak, tiktak hoor je van de hakjes, snel en met korte stapjes loopt ze richting Berend zijn kamer. Berend is één van de twee bewoners die in de nacht opgesloten slaapt in zijn kamer en vanwege zware escalaties slaapt hij met een onrustband.

Anna draait de sleutel om in het slot en kijkt door een kier naar binnen. Dit is altijd een spannend moment. Soms lukt het Berend om uit te breken en staat je achter de deur op te wachten. Omdat ze nu helemaal alleen is in het gebouw is ze voorzichtig.

Het licht van de gang valt op het bed. Ze ziet dat Berend slaapt, maar de band zit niet goed. Ze zucht, nu kost het nog meer tijd en komt ze nog later thuis. Dat is vervelend, want ze wil, voor ze naar bed gaat, nog even met de benen omhoog en een lekker wijntje drinken. Snel loopt ze naar binnen om de band goed te zetten. Poef, met een zware zucht valt de deur dicht.

Ze draait zich onmiddellijk om. Oh nee toch, de deur....
Ze grijpt naar haar jaszak en realiseert zich dat die op kantoor op de stoel is gegooid. Ze kijkt naar haar handen of ze werkelijk denkt wat ze denkt. De deur is dicht gevallen met de sleutel aan de buitenkant in het slot. De deur kan van binnenuit niet worden geopend, uit veilheidsredenen. Maar die veiligheidsredenen zorgen er nu voor dat ze er niet uit kan. In de kamer is geen nachtlampje. Je ziet alleen de lichtgevende knopjes van de lichtknop, maar als je de grote lamp aandoet dan wordt Berend zeker wakker. Haar ogen moeten wennen aan het duister.

Ze probeert logisch na te denken en niet in paniek te raken. Ze kijkt vlug naar Berend, die rustig ademt. Gelukkig die slaap nog. Wat nu??

Buiten hoort ze twee mensen praten. Dat zijn vast de begeleiders van de andere twee blokken. Die willen ook naar huis. Ze probeert of ze bij de bovenraampjes kan komen. Op haar tenen reikt ze met haar hand naar boven. Helaas ze kan er niet bij. Ze doet een schoen uit en probeert zo bij het raampje te komen. Het gaat net. Ze tikt met de hak op het raampje. Snel kijkt ze achterom of Berend wakker wordt. Het gaat goed, maar ze durft niet te hard te tikken. Stel dat hij wakker wordt. Het zweet breek haar uit. Ze probeert rustig te blijven en klopt nog een keer op het raampje.

Ze staat stil, haalt geen adem en probeert te luisteren of haar collega's haar horen. Ze hoort ze lachen en ze merkt dat het geluid zachter wordt. Dit gaat dus niet werken. Wat nu...wat nu....???

Ze kijkt nog een keer naar Berend. Die slaapt er door heen. Gillen of schreeuwen heeft geen zin want er is niemand meer in het hele gebouw. Ze wordt moe en de paniek loert om de hoek. Ze kan niet eens even zitten, want de kamer is leeg behalve een bed.

De camera, dat is het.....
Ze zoekt op het plafond naar de camera. In de nacht is er een kijk- en uitluistersysteem. Verderop op het terrein staat het hoofdgebouw. Daar is de afdeling bewaking, waar twee collega's waken in de nacht. Alle afdelingen in diverse gebouwen vallen onder hun verantwoordelijkheid. Via camera's kunnen ze uitluisteren en indien nodig meekijken. Bij Berend kunnen ze allebei, vanwege het extreme gedrag en de zorg die hij nodig heeft.

Ze pakt haar schoen weer en loopt naar de camera. Ze begint met de schoen te zwaaien. Nogmaals en nogmaals.....
Anna wacht af. Heeft geen idee van tijd. Ze loopt op de tenen heen en weer en probeert vooral geen lawaai te maken. Haar collega's hebben haar natuurlijk wel gezien, maar moeten zeker tien minuten lopen om bij haar te komen. Ze wacht en wacht. Ze hoort haar hart kloppen en een lichte hoofdpijn steekt de kop op. Nu vooral rustig blijven vermaant ze zichzelf. Een hele tijd staat ze stil en probeert geluiden van buiten op te vangen. Niets, ze hoort niets en er gebeurt niets. Ze zwaait weer met haar schoen.... en nog eens ..........en nog eens.

Dit duurt wel erg lang.... Ze gaat toch maar de gok wagen en begint zacht te roepen. Direct kijkt ze om naar Berend. Die slaapt rustig door. Ze voelt dat haar oksels nat zijn en baalt, nu stinkt ze ook nog. Ze roept nog een keer.....

In de bewakingskamer zitten Geert en Wies te lachen. Ze hebben schik, en zijn moppen aan het tappen. Af en toe kijken ze even op alle beeldschermen. Zien niets verontrustend en kletsen verder, gezellig met een kopje warme chocolademelk. Heel even lijkt er beweging op een beeldscherm, ze zetten het geluid wat harder. Och, dat is Berend die snurkt weer een keer. Ze hervatten hun gesprek. Een hele tijd later horen ze weer wat. Ze zetten het geluid nog iets harder. Wies vraagt Geert : 'Berend kan toch niet praten? Toch hoor ik iemand praten. Het geluid wordt nu op volle sterkte gezet. Het piept en kraakt maar ze horen toch een stem. Geerts staat op, pakt zijn jas en geeft aan dat hij polshoogte gaat nemen.

Anna is heel blij en spoed zich naar huis.

Bij ons gaat het anders. Wij hebben een slaapdienst, op kantoor staat een bed. Met de camera op de achtergrond en we kunnen ook uitluisteren. Maar we zijn dichtbij. Als iemand op de noodknop drukt zijn we binnen een minuut bij hen. Dat geeft veel vertrouwen. We sluiten niemand op en iedereen kan met een draaiknop zijn eigen deur van binnen open maken.

Of we wel eens buitengesloten worden? Echt wel. Als je uit je slaap gewekt wordt en met spoed naar boven rent, dan wil het wel eens gebeuren dat je zonder sleutel naar boven gaat. Je komt dus niet meer bij jou bed. Helaas moet je dan toch een collega wakker bellen of wachten tot het ochtendgloren het begin van de dag aankondigt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten