woensdag 24 mei 2017

GROENE VINGERS MET DE BLAUWE REGEN

Ik heb geen groene vingers als het om tuinieren gaat. Maar ik heb wel lang mee kunnen kijken met mensen die dat wel hebben. Daar heb ik wel het een en ander van opgestoken. Vooral als het gaat om het snoeien van de blauwe regen. Achter in mijn tuin had ik vroeger over de schutting heen een mooie blauwe regen.

In de zorgwoning was achter het huis een pergola ter afscheiding gemaakt tussen de zithoek en de rest van de tuin. Dat bestond uit een een aantal palen waarover heen de blauwe regen bloeide. Door goed te snoeien kregen we steeds meer bloemen. Het was niet alleen een mooi gezicht maar bood ook een stukje schaduw in de zomer met warme dagen.

In de loop der jaren werd de plant wel een stuk groter. Volgens Nico werd het een beetje té groot. Ik deelde die mening niet. In de snoeiperiode kwam ik daar om samen met een paar zorgvragers de plant kleiner te maken. Die hielpen altijd vrolijk mee en zo hadden we dan een leuke dag.

Op een dag kwam ik bij hen in huis nadat ik lang onderweg was geweest. Ik was moe en plofte op de bank. Instinctmatig voelde ik dat er iets niet klopte. Er waren een paar bij me komen zitten, maar ze deden niet normaal. Grote vragende ogen keken me aan.

"Zie je niets?" werd er gevraagd. Ik bestudeerde hen, maar ik wist niet waar ik moest kijken. Nogmaals vroegen ze me of ik echt niets zag. Ik keek rond in de kamer, maar kon niets afwijkend ontdekken. "Je moet naar buiten kijken." werd er gezegd en ze wezen richting de achtertuin. Ik stond op van de bank om me om te draaien om naar buiten in de tuin te kijken.

Ineens zag ik het. De blauwe regen was gesnoeid. Het was zo kaal dat je de palen kon zien. Dat schoot bij mij verkeerd. De jongens hadden dat ingeschat en begonnen gelijk in de verdediging te schieten. Nico had dat gedaan en niemand anders. Ik werd boos, omdat we zeker wisten dat het jaren zou duren voordat die weer zou gaan bloeien. Als die überhaupt nog ging bloeien.

Daar waren ze al bang voor geweest, dat ik het niet goed zou vinden. Gedurende Nico zijn snoeipoging hadden ze steeds geroepen dat ik dat niet goed zou vinden. Maar daar had hij zich niets van aan getrokken. En nu zaten ze met de gebakken peren, want aanplakken dat ging niet meer.

De jaren daarna mocht er van de zorgvragers niemand meer aan die plant komen. Elke nieuwe begeleider die ook maar iets riep over snoeien werd teruggefloten. Maar het ging mis en de plant moest eruit. Samen met de pergola. Nog steeds komt dit verhaal op tafel, omdat ze er nu om kunnen lachen.

Inmiddels hebben we een tuinman die me laatst vroeg  of het niet mooi zou zijn om een pergola bij de zithoek te maken, ter afscheiding. "Met een blauwe regen als plant zeker?" zei ik lachend. Ja dat leek hem wel mooi, zonder de voorgeschiedenis te kennen.
"Nou laten we dat maar niet meer doen." Dan raken de zorgvragers weer in de stress.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten