zondag 26 juni 2016

DE TANDARTS

Hij liep al een paar dagen te klagen, over tandpijn. Niet zo vreemd, met die stompjes in de mond. Vaak zagen die rood, en zwart. Al flink aan het rotten dus. Dan stopte hij een asprootje  tussen de wang en die tand, want dat hielp volgens hem.

De tandarts in Bergen wilde hem niet behandelen. In het verleden had hij de tandarts geschopt en in de vingers gebeten. Hij was dus een schrikscenario voor tandartsen. Omdat hij zelf ook last had van angst, ging hij maar niet meer naar de tandarts. Maar nu zag het er naar uit dat een bezoekje aan een tandarts noodzakelijke zou worden.

Dit werd natuurlijk zo lang mogelijk uitgesteld. Want één ding was duidelijk, dit kon niet worden gerepareerd, dus dat werd trekken. Als ik voorstelde om op zoek te gaan naar een tandarts dan schudde hij heftig zijn hoofd, want hij was er nog niet aan toe. Het deed nog niet voldoende pijn, om de angst aan de kant te zetten.

In het weekend krijg ik een telefoontje. Of ik kan komen, want het gaat niet meer. Hij heeft er zoveel pijn aan. Ik rij erheen en zie één hoopje ellende zitten op de bank, met angstige ogen.
Ik bel naar de huisartsenpost en die maken voor mij een afspraak met de dienstdoende tandarts. Ergens 30 km verder op. Ik krijg de waarschuwing mee, dat het geen prettige tandarts is. Een bullebak. Nou, dat kan gezellig worden.

Ik beloof hem, dat ik mee ga de behandelkamer in en zijn voeten vast zal houden, zodat hij weet dat ik in de buurt ben. We gaan die kant op.

We zitten in de wachtkamer. Verder is er niemand. We horen de geluiden van de kamer ernaast. Daar wordt er vrolijk op los geboord. Geen prettige geluiden. We zitten haast een uur te wachten. En inmiddels loopt de wachtkamer vol. Er worden praatjes gemaakt en gelachen. Dus niet iedereen is bang voor de tandarts.

De deur gaat open en er komt iemand uit, die niet zo vrolijk kijkt. We wachten weer, en daar komt hij aan. Met een norse stem roept hij onze zorgvrager zijn naam. We staan beiden op. "Wat ga jij doen??" vraagt hij me zeer onvriendelijk "Ga eens even zitten, er komt niemand mee in mijn behandelkamer" brult hij verder. Niemand zegt iets in de wachtkamer. Ze kijken van hem naar mij. Dit vraagt om een snelle reactie. "Ik wil wel hier wachten, maar dan kunt u mij niet aansprakelijk stellen als hij de tent gaat afbreken". zeg ik met heldere stem. "Wat bedoel je?"roept hij boos.
"In Bergen mag hij al niet meer bij de tandarts komen" zeg ik zoetig. 'Dus ik waarschuw alleen maar, kom direct niet bij mij, als het zover is"

De tandarts kijkt naar de patiënt, die er zeer agressief uitziet, met een gezicht op onweer. Het is weer stil in de wachtkamer. Volgens mij durft niemand adem te halen. De tandarts denk na en overweegt waarschijnlijk zijn kansen. Je kunt een spelt horen vallen.

"Oké, kom maar mee, maar loop me niet in de weg." zegt hij ruw. We lopen de behandelkamer in.
Ik merkt dat de tandarts hem steeds aankijkt, en probeert te peilen hoe gevaarlijk deze jongen is.
Ik moet in mezelf glimlachen. Zo'n bullebak, die diep in zijn hart ook wel een beetje schrik heeft.
Als hij in de stoel ligt, sta ik, zoals afgesproken aan zijn voeten en hou die vast. Ik voel dat hij zich enigszins ontspant. De tandarts legt uit dat hij moet trekken, zoals verwacht.
Je ziet hem aarzelen, want nu moet hij spuitjes geven. Hij probeert nog met harde stem te zeggen dat hij vooral moet blijven liggen. Dit zegt hij niet voor niets, maar hij kent de jongen niet en heeft niet door dat die niets meer doet.

Toch kan ik het niet na laten om de man een beetje angst in te boezemen, dus zeg ik "Als hij direct gaat spuiten, dan mag je hem niet in de vingers bijten zoals je anders altijd doet hoor!!!! Ik heb een binnenpretje, want wie is er het meeste bang hij of die bullebak. Ik kan het zien. HAHAHA

Geen opmerkingen:

Een reactie posten