zondag 4 september 2016

WEGLOPEN DEEL 1

In de vorige instelling zat een hek om het terrein heen, waar hij verbleef. Dat was hun oplossing om te voorkomen dat hij verder weg ging lopen en ze hem misschien kwijt zouden raken. Nachtmerrie voor iedere instelling.

Om het te verzachten, had hij een boom aangewezen gekregen, waar hij in kon klimmen als hij de neiging had om weg te lopen. Daar klom hij dan in. Tot het weer leeg was in zijn hoofd.

De boom en het hek, waren middelen om te voorkomen dat hij wegliep. Maar met de oorzaak werd niets gedaan.

Hij wist dus niet anders dan als het even niet meer gaat, dan loop je weg en klim je in de boom.
Bij ons is geen hek, maar bomen des te meer. De Maasduinen is een zeer groot gebied, waar je mooi kunt wandelen, paardrijden en fietsen.

Dus liep hij, toen het even niet meer ging, weg. De hei op. Daar zocht hij een hoge boom. Liefst met kleine takken. Voor dat we hem gevonden hadden, waren we al even verder. Met sjorbanden hesen we hem dan weer naar beneden.

Dat kon op de dagbesteding, maar de zorgwoning lag midden in de woonwijk. Toen het daar even niet ging liep hij weg. De straat kende hij doordat hij er langskwam als hij naar huis ging.
Hij liep en liep en liep.

Door een amber-alert waren we er al binnen een kwartier achter dat hij richting Duitsland aan het lopen was. Dus gingen we die kant op om te zoeken. Het begon al donker te worden en we waren zeer ongerust. Toen kwam het telefoontje. Hij was terecht. Maar wat was er nu gebeurd??

Hij had ontdekt dat hij niet meer in Nederland zat. Want hij kon de mensen niet verstaan. Hij had om de weg gevraagd. Maar het lukte niet. Hij wist de route niet meer precies. Toen het donker begon te worden had hij gezocht naar een oplossing.

In het grensgebied wonen veel Nederlanders, net over de grens. Hij had een auto gezien met een Nederlands kenteken. Dus ging hij ervan uit dat deze mensen hem zouden verstaan. Hij vroeg of hij even mocht bellen. Ze hebben hem binnen gelaten en hij mocht daar wachten, tot ik hem kwam halen.

In de auto terug gaf ik aan dat hij heel slim was, om bij een Nederlands kenteken te kijken of iemand Nederlands kon praten. Hij vond zichzelf niet slim. Hij had blaren op zijn voeten, want hij was op slippers vertrokken. 24 km had hij ongeveer gelopen. Maar zo zei hij zelf, Dit ging hij nooit meer doen. Je kan beter praten, over waarom je het even niet aankan.

Afstanden is moeilijk te schatten, maar deze keer heeft hij iets geleerd. Dit was niet de oplossing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten